Acht jaar was ik toen ik er voor het eerst mee in aanraking kwam. Dammen. U zult misschien denken: “Dammen, dat stoffige spelletje wat gespeeld wordt op een druilerige zondagavond terwijl er niets op de televisie is en de Playstation 3 net kapot is gegaan.” Deze gedachte is helaas meer dan terecht, omdat de damsport de afgelopen tientallen jaren stil heeft gestaan. Voor een buitenstaander lijkt het een saai spelletje wat gespeeld wordt door mensen met veel puisten, brillen en een hoog intellectueel brein. Voor een gedeelte klopt dat natuurlijk ook, dammen is een sport waarbij nagedacht moet worden. Anderzijds heeft het dammen nog een hele andere kant. Ik zal dat met een aantal voorbeelden proberen duidelijk te maken.

 

Dammen is naast krakende hersenen tijdens de wedstrijd een gezelligheidsbijeenkomst. Komt u eens kijken bij een gemiddelde clubavond van een florerende vereniging en u kijkt u ogen uit. Soms lijkt het wel een veredelde kroeg. Vanaf acht uur gaan de deuren open en wordt er voor de interne competitie gespeeld. Als om een uur of elf al de partijen klaar zijn, wordt de weg vervolgd naar de bar. De bar is één van de belangrijkste zaken in een damclubhuis. Dammers weten als geen ander hoe ze moeten drinken. Als u iemand in uw eigen stamkroeg binnen ziet komen, twintig biertjes ziet drinken en aan het eind van de avond gewoon weer rustig wegloopt, moet u eens aan hem vragen of hij misschien in zijn vrije tijd damt! Aan de bar wordt, misschien niet zoals u denkt, niet alleen over dammen gepraat. Onderwerpen zoals muziek, veel voetbal en actualiteitenzaken passeren vaak de revue. Ook wordt vaak beweerd dat dammers in hun eigen wereldje leven. For example, “Dammers zijn mensen die moeilijk met iemand contact kunnen maken, omdat ze zich zo goed kunnen afzonderen van de mensheid als ze bezig zijn met het spelen van een wedstrijd.” In mooi Nederlands noemen we dit generaliseren. Ik ben het volstrekt met u eens dat een top(prof)dammer sterke trekken van autistisch gedrag kan vertonen. Echter is dit maar één kant van de medaille, de meeste dammers die ik ken (en dat zijn er heel wat) zijn “gewone” mensen, waarvan je niet zou verwachten dat ze aan dammen doen.

 

Eens in de twee weken wordt er door dammers gespeeld in de nationale clubcompetitie. Een competitie met twaalf teams in een klasse variërend van de ereklasse tot de tweede klasse, waarbij de teams bestaan uit tien personen. Ook hier is een erg vertekend beeld van als u alleen deze twee regels leest. Zelf speel ik in een tiental waarbij de jongste speler zestien jaar is. Daarnaast spelen er nog spelers van achttien, twintig, tweeëntwintig, achtentwintig en zelfs een meid van twintig jaar. Het optrekken met dammers van je eigen leeftijd in zo’n competitie maakt het dammen juist leuk. Na de wedstrijd gezamenlijk analyseren onder, hoe kan het ook anders, het genot van een biertje, en als dat voorbij is een leuk tentje zoeken waar je als team gaat eten. Om nog maar te zwijgen van de nachtelijke stapavonturen die zich na het eten hebben voltrokken!

 

U leest het al, ik vermaak me prima in de damwereld. Toch vind ik het bijzonder jammer dat er zo’n negatief beeld is over de damsport. De damsport is een leuke sport, alleen haken er door deze vooroordelen veel kinderen af als ze naar de middelbare school gaan. Ze schamen zich voor hun sport en zijn bang dat ze er niet meer bijhoren. Bij mij is het precies zo gegaan. Toen ik in de eerste drie klassen zat, vertelde ik nog dat ik aan dammen deed. Na het kiezen van mijn profiel economie en maatschappij voor de vierde en de vijfde klas, heb ik met geen woord gerept over mijn hobby, zelfs niet tegen mijn vrienden. Laat staan dat ik zei dat ik een klas heb overgeslagen. Nadat ik een aantal mensen goed leerde kennen en we veel met elkaar optrokken heb ik het laatste wel verteld, maar dat ik dam weten de meeste mensen met wie ik toen in de klas zat niet. Enerzijds schaam ik me daar achteraf wel voor. Anderzijds niet. Als je damt moet je sterk in je schoenen kunnen staan om kritiek van buitenstaanders te kunnen weerstaan. Daarom pleit ik voor lessen “acceptatie van een ander” in groep acht en op middelbare scholen. Accepteren dat een kind een andere hobby heeft dan de gemiddelde persoon die voetbalt, tennist of hockeyt. Want al met al, dammen is hartstikke cool om te doen!

Categorieën: Algemeen

4 reacties

Libelle · 13 augustus 2013 op 15:41

Welkom bij CX. Ik wist niet dat er zoveel te doen was rondom dammen. Vooral de vooroordelen die er heersen, bevreemden me zeer. Iemand anders accepteren zoals hij/zij is, is een basale fatsoensnorm die in de normale opvoeding thuishoort. Opiniemakend stuk in goed Nederlands

LouisP · 13 augustus 2013 op 17:27

Met heel veel plezier dit stuk gelezen. D’r zit iets van ingehouden cynische humor in. Of zoiets.

Enerzijds schaam ik me daar achteraf wel voor. Anderzijds niet.
Ik hou wel van zulke zinnetjes.

Leuk om zoiets te lezen
L

    Libelle · 13 augustus 2013 op 19:04

    Kijk Louis, da’s nou jouw klasse. Daar waar mijn hersencellen op ‘wezenloos’ staan, reageer jij feilloos op de kleine signalen, die van deze schrijver een grote kunnen maken. Dit is het wezen van CX!

Ferrara · 13 augustus 2013 op 19:53

Met plezier gelezen terwijl ik niets heb met dammen.
Ik heb ook even gedacht kan zo in achterwerk van de VPRO-gids, maar die leeftijd ben je vast voorbij.
In de laatste zinnen kan ik het niet met je eens zijn
Het gemiddelde kind speelt geen hockey of staat op de tennisbaan. Voetballen dat dan wel weer.
Doe waar je plezier aan beleeft daar draait het om.
Schrijven ook leuk!
Succes hier.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder