We drinken koffie. Hij is een aardige man. Een oudere man. Ouder dan ik, altijd ouder. Ik spreek hem onregelmatig. Werk is vaak de aanleiding, privé het onderwerp. Al klagend houdt ie de moed er in. Het is vooral zijn vrouw. Zij mankeert van alles. Bijzondere klachten ook. Variërend van aanhoudende vage buikklachten tot een versleten rug, permanente oorsuizingen en problemen met de kaak. Het is vast de overgang verzuchtte hij enkele jaren terug. Dat duurt niet eeuwig zei hij daar dan achteraan. In de loop van de jaren volgden er meer geruststellende wijsheden: Het is vanzelf gekomen en zal ook wel weer vanzelf weggaan; komt tijd komt raad; gewoon maar doorgaan met ademhalen. Bijkomend nu zijn de psychische problemen. Van haar. Ze was al nooit zo’n dijenkletser maar momenteel komt er helemaal weinig uit. Ze slaapt veel. Ze ligt in ieder geval veel op bed. Ze is moe.
Alleen voor een bezoek aan de specialist en voor de kleinkinderen komt ze haar bed nog uit. Ik hum. Van de kleinkinderen kan ze genieten. Niet te lang en liefst niet tegelijk want het is erg vermoeiend. Ze zijn druk. Maar we houden de moed er in. Natuurlijk. Veertig jaar getrouwd waren ze afgelopen jaar. Van feesten zijn ze geen liefhebber. Gelukkig maar. Ze had het ook niet aangekund. De kinderen hadden nog wel ideeën, wilden iets organiseren, maar hebben daar in overleg uiteindelijk van af gezien. Hij heeft thuis iets van feestelijk gekookt. Voor haar en de kinderen. Het is zijn hobby. Zij ging voor het toetje naar bed. Ze redde het niet.
Vierenzestig wordt ie binnenkort. Volgend jaar gaat ie met pensioen. Hij kijkt er naar uit. Zijn boosheid over de uitgestelde pensioendatum is geluwd. Het is zoals het is. Ik knik. Samen oud worden daar droomden we van, zegt ie. Daar hadden we fantasieën over. Maar wat weet je als je jong bent. Ik haal mijn schouders op. Op enig moment ben je ouder, ouder dan je je vroeger kon voorstellen vervolgt ie. Dan is het zover en moet je het doen met wat je hebt. Dan moet je er samen uitkomen. Onwillekeurig trek ik mijn wenkbrauwen en mondhoeken op. Natuurlijk denk ik ook weleens dat het anders had kunnen lopen maar ach, dat soort gedachten zijn verspilde energie. Het heeft geen zin om te sikkeneuren. Je doet je best, meer kun je niet doen. Zonder verder iets te zeggen tilt ie beide handen van tafel, houdt zijn hoofd enigszins scheef en laat zijn handen vervolgens gecontroleerd weer op tafel vallen. Hij geeft zich over.
Er valt een stilte. Gedachten dwalen af. Ergens in de verte hoor ik de indianen joelen. Een cowboy komt achter de omgevallen huifkar vol met pijlen en speren vandaan. De handen omhoog. In de ene hand een vies wit shirt ten teken van de overgave, de andere hand leeg. Ik zie hem.
Hij zucht, glimlacht en neemt afscheid.
Ik probeer een slok koffie maar ook de koffie is koud.
Het valt allemaal niet mee vandaag.

Categorieën: VC-FranK

6 reacties

troubadour · 1 januari 2015 op 07:45

Uit het leven gegrepen, ik werd er niet vrolijker van. Dat is de verdienste van het verhaal. Passende titel voor een goed omschreven realiteit. Je zult het zien; ooit zijn ze vijftig jaar getrouwd

Meralixe · 1 januari 2015 op 10:11

Niet bepaalt opbeurend op deze eerste dag van ’t jaar. Ik wordt straks 64. 🙁
Schrijftechnisch ben je er wel perfect in geslaagd de donkere zwaarmoedige sfeer mee te geven. Het is je vergeven. :inlove:

Mien · 1 januari 2015 op 17:39

Moeilijk om bij de actualiteit een passende column te schrijven voor de VC. Dat proef ik een beetje uit deze column. Ik hou meer van jouw vrij geschreven werk.

Ferrara · 2 januari 2015 op 12:59

Goede weergave van een huwelijk vol ach en wee. Solidaire man!

Nachtzuster · 2 januari 2015 op 19:03

Mooie column! Een paar witregels had wat lekkerder gelezen, maar dat is mierenneuken. :yes:

Yfs · 3 januari 2015 op 12:34

Ondanks de voornamelijk korte zinnetjes heeft het me toch gepakt. Het stukje over de cowboy en de indianen versterkt de somberheid van het verhaal nog eens extra! Heel mooi gedaan Frank! :yes: :rose:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder