Maatschappij
Maatje
Maatje als nieuwe haring of maatje als in Van Dale? Maat de: m,v -s, maten 1 makker 2 (aanspreekvorm) vriend, vriendje. Inderdaad, die bedoel ik. Sinds enkele maanden heb ik er één, zo’n maatje. Mijn maat is een vrouw die niet alleen nog steeds lijdt aan de gevolgen van haar operaties, bestralingen en chemokuren omdat ze borstkanker heeft, maar daarnaast ook met wat ‘psychische problemen’ kampt.