Realiteit

Als je druk op weg bent naar de hemel.
Struikel dan niet over het leven.
Wanneer je het donker hebt beleefd, kun je in het licht hetzelfde blijven geven?.
Verschuilen achter wolken met de zomer in je hoofd doe je de dingen.
Ook een klein steentje maakt ook in stil water grote kringen.

Tijd

Ik heb een nieuwe horloge, aangepast aan de tijd.
Wanneer had je het verwacht.
Voor of na een nacht, of iets ertussen?.
Maakt niet uit om je te kussen teder, zacht zonder spijt.

Jij

Ik zag je liggen met een grasspriet in je mond.
Groen, als toen ik je voor het eerst zag.
Ik sta naast de paardebloemen op de grond.
Verstuiven hun pluisjes in een cirkel boven me rond.

Leren kennen

Wie was je, ik heb een seconde in je ogen gekeken en bekeken waar je uit bestaat.
Ik denk dat er geen naam is voor het wonder wat ik zag, laat staan dat jij weet waarover het gaat.
Over de schutting kijk ik nu telkens weer en het doet zeer en ik weet dat je mij niet ziet met een schutting als een muur.
Maar ik leef met mijn speciale fantasie voor jou en onbepaalde duur.