Algemeen
Kei
Het was een flinke tocht geweest.
Met een bezweet gezicht kijk ik bewonderend om me heen. “Wat prachtig!”. Ik gooi mijn spullen van me af en speur mijn directe omgeving af, op zoek naar een geschikt zitplekje. Vermoeid laat ik mij zachtjes zakken op een paar uitnodigende graspollen. Mijn benen zijn me dankbaar en tintelen nog even na van de zware wandeling, omhoog.