Doodsverwensing
Zonder iets te zeggen opende u de deur voor uw kleinzoon. Terwijl ik mijn jas ophing was u al naar de woonkamer gelopen en weer aan de eettafel gaan zitten. “Beste jongen, pak gerust wat te drinken voor jezelf. Ik hoef niks”, zei u gelaten. Ik ging zwijgend tegenover u aan de eettafel zitten. Met in mijn ene hand een warme kop thee en in de andere hand uw ijskoude hand. De wandklok in de woonmaker was al niet veel spraakzamer. “De wijzers van mijn wandklok staan stil. Mijn tijd zal spoedig komen op een moment dat God dat wil”, zei u met een geleende glimlach nadat u zag dat mijn ogen keken in de richting van de stilstaande klok die achter u hing. “Ik vergeet veel maar helaas niet dat mijn lichaam net zoals de klok achter me geen heel uur meer gaat slaan.”