Onvetendheid is zalig

“Wat een weelde!” denk ik soms, als ik mijn verstand op nul zet. Dat gebeurt jammer genoeg maar heel zelden. De mallemolen draait te hard!
Een sombere bui kan bij mij heel somber zijn, dan lijkt het net of de wereld op m’n schouders wordt geladen.

Natuur

Als je goed luisterde kon je een gesprek volgen. Een onderdeel van de honderden luide stemmen die tezamen een onophoudelijk geroezemoes voortbrachten. De akoestiek in de voormalige kerk gaf je een onderdanig gevoel, je stapte een groter geheel binnen. Het was de perfecte plek voor een persoonlijk gesprek. Je woorden zouden immers direct verdampen en opgaan in het gekwetter van de kolonie.

De ochtend

Ik zit in de trein.
Knarsend staal en knipperende ogen. Een bescheiden morgenzon kleurt de horizon oranje. De dag vecht om erkenning, maar de nacht geeft zich nog niet gewonnen. Bomen zijn nog zwart, sierlijke silhouetten, reikend naar de hemel. Zij wiegen in de wind, maar zijn stabiel.
Kantoorgebouwen slapen nog, bedrijvigheid nog niet in leven. Weilanden doorklieft met slootjes, zo afgebakend. Een zwaan waggelt door het gras, terwijl hoogspanningsmasten het land verbinden, nog meer dan het water, uniformer.