Jan Cornelis

Ik ben geboren in een Rooms Katholiek gezin en ben een na de jongste en heb drie broers en drie zussen. Ik heb zo alles bij elkaar niet echt een rooskleurig leven gehad. In mei 2002 (ik was toen net 55 jaar oud geworden) werd er bij mij aangebeld. Toen ik de deur opende stonden daar twee Amerikaanse jongens van zo’n jaar of twintig voor de deur die in goed Nederlands vertelden dat zij Elders waren van 'De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen'. Er was op dat moment een troep in huis want ik was bezig om op de benedenverdieping laminaatparket te leggen. Ik dacht toen bij mezelf ‘wat kunnen die snotneuzen mij nog vertellen’. Ik vertelde hun dat ik geen zin had om naar hun verhaal te luisteren. Een van die Elders vroeg toen aan mij. “Gelooft u dan niet in God”? Ik antwoordde. “Ja ik geloof wel in God. Als ik buiten om mij heen kijk en kijk naar de mensen, bomen, struiken het gras, ja naar alles wat er groeit en bloeit dan moet ik de eerste nog tegen komen die zoiets kan maken”. De Elder vroeg niets meer maar deed zijn rugzak af en haalde daar het Boek van Mormon uit en gaf dit aan mij. Met andere woorden: Ik stond op eens met een mond vol tanden met het Boek van Mormon in mijn handen. Ik kon niets anders tegen ze zeggen dan, dat zij over zes weken maar moesten terugkomen. In gedachten was ik niet van plan om het boek te lezen. De Elders verdwenen en toen ik de voordeur wilde sluiten gleed er een briefje uit het boek en viel op de gangvloer. Eigenlijk is dit een wonder. Achteraf is het niet te verklaren hoe een briefje tussen de bladzijden van een boek zomaar er tussenuit kan raken. Toen ik het briefje opraapte zag ik dat er 23 vragen opstonden die het Boek van Mormon beantwoord. Vraag 5 luidde: wat is het doel van `s mensen bestaan? Vraag 8 luidde: hoe kan iemand zijn zwakheden doen verkeren in kracht? Vraag 13 luidde: wat is het evangelie van Jezus Christus precies? Hoe beantwoordde de Heiland zelf deze vraag? Vraag 15 luidde: in hoeverre zijn de mensen verantwoordelijk voor hun keuze en daden? Vraag 17 luidde: beschermt de Heer de rechtvaardigen altijd voor de onrechtvaardigen? Vraag 23 luidde: hoe kan iemand, in een wereld vol van tegenstrijdige stemmen, beoordelen wat goed en wat kwaad is? Om een lang verhaal kort te maken, lees mijn columns.