Het woord christen komt maar een paar keer in de Heilige Schrift voor (Handelingen 11:26 26:26; 1 Petrus 4:16, Alma 46:15). Het woord werd rond 43 n. C. gebruikt door de mensen in Antiochië (Syrië) om aan te geven dat iemand een volgeling van Jezus was. Jezus werd door de gelovige Joden de ‘Messias’ genoemd, en de gelovige Grieken noemden hem de ‘Christus’.
Tegen de tijd van de geboorte van Jezus begon men steeds meer te denken dat deze verlossing een verlossing zou worden van het Romeinse juk. Maar dit was niet het soort koningschap waar Jezus zich om bekommerde. Volgens Johannes 14:27 zei Jezus zelfs: “Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.” De soort verlossing waar Jezus op uit was, had weinig te maken met een wereldse vrede zonder zwaard, maar een goddelijke vrede in het hart – een hart zonder gewetensconflict – zonder zonde. Hij wist dat het christendom (vreemd en jammer genoeg) tot veel bloedvergieten zou leiden omdat mensen nu eenmaal geen vrede in hun hart zoeken maar in de wereld. Hoe vaak zijn wij immers niet boos op iets wat ons overkomt omdat wij het onrechtvaardig vinden. Een waar volgeling van Christus is dus iemand die vrede in zijn hart zoekt en daarmee vrede in de wereld schept. Jezus geeft ons talloze richtlijnen om deze vrede te ontwikkelen. Het hele nieuwe Testament staat er vol van, en wellicht zou men kunnen zeggen dat de Bergrede in Matteüs 5-7 een goede samenvatting hiervan is.
Jezus onderwees ook dat Hij de ‘Zoon des Mensen’ was. Dit betekent ‘Ik ben de verwachte Zoon van God, de Schepper van de wereld, de God van uw voorvaderen’ (Matteüs 4; 6:29; 14:33; 26:63; 27:40-43; 27:54; Markus 3:11; 15:39; Lukas 1:35; 3:36; 4; 6:26; 22:70; Johannes 1:34, 49; 3:16; 5:25; 9:35; 10:36; 11:4, 27; 19:7; 20:31 enz.). Deze leer is een van de duidelijkste die in het Nieuwe Testament wordt verkondigd. Vooral omdat Hij deze leer verkondigde, werd Hij gekruisigd. Vooral vanwege deze leer pleitte Hij in de Hof van Getsemane bij de Vader omwille van degenen die hadden gezondigd en met schuld(gevoelens) leefden. De Joodse leiders haatten Hem vanwege deze heiligschennis. Hoe kon een mens zich een god noemen en mensen hun zonden vergeven?
Een volgeling van Jezus is geen volgeling van Jezus omdat hij tot een kerk behoort, maar omdat hij God een gelofte heeft gedaan Hem te volgen en zich daar ook aan houdt. Jezus legt uit dat zo’n verbond wordt gesloten door ‘herboren’ te worden. Zo’n verbond wordt, zo legt hij uit, gesloten door middel van de doop. En Hij zelf gaf hierin het voorbeeld. (Zie Mat 3:12-17; Joh. 3:5,23.)
Zijn ‘mormonen’ christenen? Als we heel nauwkeurig zijn, hebben we met het stellen van deze vraag een probleem. Er bestaan namelijk geen ‘mormonen’, maar wel ‘leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen’. En de naam zegt het al. Het zijn volgelingen van Jezus Christus. En dus christenen. Zij geloven in de leer zoals Jezus die predikte. Zij aanvaarden Hem als de God van Abraham, Isaak en Jakob. Zij sluiten verbonden met Hem en zij pogen hun leven en houding te verbeteren zodat zij het geluk en de vrede kunnen verwerven waar Christus het over had, is mijn getuigenis in naam van Jezus Christus. Amen.
3 reacties
Mien · 23 september 2013 op 15:43
Ja dus … maar mijn god … wat heb jij een verhaal nodig om ’to the point’ te komen zeg. Zowel in, naast als onder de column. Ik vraag me af of het werkt. Less is more, zeggen we hier bij CX. Maar vooruit, niet minder welkom daardoor. Zolang je maar niet roomser dan de paus wordt. 😉
Libelle · 23 september 2013 op 19:11
Jammer dat Augustus voorbij is. Uw bijdrage aan de erotiek had ik waarschijnlijk wel uitgelezen.
Nachtzuster · 29 september 2013 op 00:51
Misschien een beetje onbeleefd, maar ik heb echt blauw gelegen om jouw droge reactie.