Vroeger was m’n bed een schip.
M’n droomcruise, met apie Cecko en de leguaan als gasten. Meegevoerd op kinderlijke fantasie was ik urenlang zoet, “sugarsweet”. Sugarsweet.
Ik lig op bed;
Lam, lijp, loom.
M’n armen gespreid en m’n benen lang.
M’n hoofd is leeg, verlamd.
De rust die ik dagenlang niet kon vinden heeft me even bereikt
En heeft me op bed gelegd.
M’n zachte bed, maar ik voel niets;
Geen verdriet, geen haat.
Als een onbeschreven blad; alles is nieuw.

Niets.
Er is niets
Alleen een leegte
Zo leeg dat het met benauwt
Maar nu even zacht knuffelt
En kust
De wilde haren uit m’n gezicht haalt
En de angst zachtjes uit me zuigt.

Ik lig verdraaid andersom.
Zo raar maar zo avontuurlijk.
De wereld wordt opnieuw beleefd: de impact van een nuanceverschil.
De gedichten op de muur trekken me naar zich toe.
Met m’n brandende ogen probeer ik ze te verscheuren.
Ik probeer door de gedichten heen de gevoelens te ontwijken die ik had tijdens het schrijfproces.

De verdoving lost op en pijntjes pesten me.
Ze weten precies waar ze moeten steken om het gewenste effect te hebben; venijn.
Ik draai op m’n buik en sleep me aan de spijlen omhoog.
Krachtig maar verkrampt…

Zittend op bed, met een naar gevoel, een knoop: mijn valstrik.
Daarom houd ik niet van op bed zitten, vooral niet op de bedrand; een teken van verlating.
Als reactie smijt ik me weer naar achter op bed.
Ik doe de kaars: recht omhoog met m’n benen blijf ik zweven. Net als vroeger, op het grote bed van m’n ouders.
Dit briesje gedachtegoed doet knakken: instabiliteit.

Alles is gelijk.
Es ist mir egal.
Egaal ja, effen, even loos.
Ik kruip weg in de deken, maar lig er niet onder;
Alles is zo anders.
Het mag geen inhoud hebben, sterker nog: een inhoud is onmogelijk in deze atmosfeer van leegheid.
Ik rol over m’n bed, over de kussens, voel het koude ijzer van de spijlen.

Met een doffe klap beland ik op de grond.
Als dood blijf ik liggen. Het voelt alsof ik zweef.
Ik heb even rust, ik wil niets!
,,Zo moet het dus voelen als je dood bent” denk ik.
Ik bevind me in het niets.
Er is geen zwaartekracht, geen gevoel en ook geen waarheid.
Alleen het observatievermogen is met mij.

Vroeger regisseerde ik m’n eigen dromen; ik creëerde verhalen en sukkelde in slaap.
Nu overvalt slaap me en word ik beroofd van dromen.
Een spoor van vernieling bij het ontwaken.
Het is leeg….weg….

Categorieën: Diversen

3 reacties

arta · 25 juni 2007 op 16:47

Al is dit meer een gedicht dan een column: Ik vind em wel mooi! 🙂

Mosje · 25 juni 2007 op 20:22

Mooi stukje, je raakt op dreef!

KawaSutra · 29 juni 2007 op 13:20

Mooie mix van een gedicht en een beschrijving. Ik ben eigenlijk benieuwd of je van datzelfde gevoel een vloeiend verhaal zou kunnen maken.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder