Ik heb pauze en zit buiten in de zon een banaan te eten. De warme zonnestralen vallen op mijn gezicht en ik kan alleen maar genieten van deze heerlijke zomerdag. Plotseling een luid gezoem, vlakbij. Angstig kijk ik om me heen; dit geluid herken ik. Ik heb behalve RTL Boulevard nergens een fobie voor, behalve voor dit afschrikwekkende geluid. Met een vleugelsnelheid van duizenden bewegingen per seconde vliegt er een Bij recht op me af. Ik klamp me vast aan mijn banaan, maar het is hopeloos: het dier heeft me al gezien en wil zich nu meester gaan maken van mijn banaan, mijn cola en daarna wellicht van mij. Paniek slaat toeen ik sta op en breek mijn pauze voortijdig af door naar binnen te lopen. De banaan geef ik voor straf aan een vogel.
Elke zomer gebeurt het weer opnieuw: insecten dringen zich in mijn leefwereld binnen. In principe heb ik niks tegen de zes, of achtgeleedpotigen, zolang ze maar niet in de buurt van mij, mijn bed en mijn eten komen. Ik heb zojuist een overheerlijke omelet staan bakken, witte broodjes erbij en tomatenketchup. Het geheel staat nu op de tuintafel. Even twijfel ik nog of ik de koffie ga halen, ik doe het toch. En ja hoor, als ik terugkom met mijn kop koffie heeft een vlieg zich op mijn omelet gestort. En geen gewone vlieg, nee, zo?n gore groenblauwe strontvlieg. En plotseling is mijn culinair hoogstandje geen lustopwekker meer, maar een vies hoopje bacteriën, die in hele kuddes van de vlieg afrennen. Bij elke poot die het beest verzet zie ik in gedachten de bacillen en strontresten zich in mijn omelet nestelen. Ik heb spontaan geen honger meer en gooi de hele zooi in de container.
Ze komen ook altijd op de meest onverwachte momenten. Ik word ?s ochtends wakker. Ik heb heerlijk geslapen en de eerste zonnestralen schijnen op mij door mijn zolderraampje. Ik rek me even uit en draai me nog even om. Ik leg mijn hoofd op Mn kussen, doe mijn ogen open en zie hoe een spin recht op me af komt gewandeld. Haar acht ogen kijken me vernietigend aan. In close-up ziet ze eruit als een hoofdrolspeler uit Aliens en ik wil niks liever dan haar gewoon doodmaken. Ik spring uit mijn bed en ga op zoek naar een moordwapen; een stuk papier moet voldoende zijn. Deze slanke, zwarte dame met haar hoekige poten en bolle achterlijf bespioneerde me laatst ook al in de badkamer terwijl ik aan het douchen was. Dat voyeurisme moet maar eens afgelopen zijn besluit ik. Eindelijk heb ik een reisgids gevonden waarmee ik mijn vijand van het leven ga beroven en ik loop terug naar mijn bed. De spin is weg. En dat is het ergste: ik weet niet waarheen. Onder mijn dekens? Onder mijn kussen? Slapen lukt nu dus niet meer dus ik laat de spin maar voor wat ze is.
Als ik ?s avonds weer thuiskom zie ik haar zitten in de hoek van mijn kamer. Maar dit was geen gemiddelde spin; deze was een nestje aan het bouwen. Plotseling had ik medelijden. Een witzijden zakje dat op een ingenieuze wijze is opgehangen tussen het schuine dak en een balk van mijn plafond. Ik tel ongeveer vijftig stippen, spinneneitjes. Wellicht wilde de moeder mij ?s ochtends al doodmaken om me in te pakken in haar web zodat ze straks genoeg voorraad had voor haar jongen. En hoewel ik bewondering heb voor dit mooi stukje natuur, staat de gedachte van 51 geleedpotigen op mijn kamer me tegen. Hoe meer zielen hoe meer vreugd denk ik altijd maar, maar het schrikt nou eenmaal mensen af. Ik wil deze jonge moeder niet beroven van haar kroost. Vanwege de onhandige locatie en mijn tegenzin om het dier met mijn vingers te pakken mislukken mijn pogingen haar in een glas te manoeuvreren. Daarom probeer ik haar en haar nageslacht op een stukje karton te schuiven. Zo zou ik ze buiten kunnen zetten, alwaar de spinnenvrouw een nieuw nest zou kunnen bouwen.
Het is niet makkelijk. We begrijpen elkaar niet. Ze denkt dat ik haar kindertjes kwaad wil doen. Pogingen om haar gerust te stellen helpen niet en ze negeert haar instinct om te vluchten voor me door haar eitjes met haar tere lijfje te beschermen. Ik denk dat ze boos is nu. Vannacht zal ze waarschijnlijk terugkomen voor me. Met de kromme poten zal ze mijn bed beklimmen en haar kaken zullen mijn huid penetreren. Ik voel het spinnengif al door mijn aderen spuiten. Een seconde later heb ik mezelf al weer in de hand. Maar tijdens mijn gedachtegang druk ik per ongeluk het karton tegen spin en nest. Zij is dood en van haar eitjes rest niet meer dan een grijze vlek tegen mijn plafond. Ik zal vannacht niet lekker slapen.
8 reacties
Mup · 29 februari 2004 op 14:26
Zit hier al helemaal op het voorjaar te wachten dankzij jouw column. Mooi beschreven, zie de bugs nog niet echt van een andere kant, maar zal er proberen rekening mee te gaan houden. Hoorde laatst dat we in onze slaap regelmatig een spinnetje of wat verorberen 😡
Groet Mup.
Mosje · 29 februari 2004 op 15:50
Mooi verhaal!
Deed me onmiddellijk denken aan de spinnenscene uit Dr. No.
Ma3anne · 29 februari 2004 op 18:12
Kan me helemaal in je verplaatsen. Wat die spin betreft dan. Griezel griezel… en stel je eens voor dat dat nest uitgekomen was! 400 oogjes erbij die naar je loeren en 100 kaken die je kunnen vermorzelen in je slaap. 😮
Heb met kippenvel zitten lezen… ben panisch voor dikke spinnen. Leuke en niet leuke column dus…
Eftee · 29 februari 2004 op 19:44
Ik dacht meteen aan die dikke, zwarte renners. Ze heten nrmale huisspinnen, maar ik vind er niets normaals aan. Met andere spinnen of gevleugelde insecten heb ik geen probleem, maar die huisspinnen…… Brrrr, daar droom ik zelfs over. Wat een griezels!
Fjag, geweldig geschreven!!
Li · 29 februari 2004 op 22:56
Fjag ik krijg de kriebels van deze column 😮
viking · 1 maart 2004 op 08:25
Stephen-fjag2003-King! Die naam zou je wat aan moeten doen, staat niet echt stoer op je eerste thriller.
Ik zal eens konde doen van de muis die in mijn haar een nest bouwde…
Farfalla · 2 maart 2004 op 07:19
Haha, heel herkenbaar. Ik slaap zelf op een nogal donkere zolderkamer, waar ook te vaak muggen e.d. zitten. Gelukkig steken ze me nooit, vinden mn bloed vast niet lekker…
Sas · 2 maart 2004 op 19:32
Mooi geschreven!
Erg vervelend die insecten. Heb zelf voor de zomermaanden een klamboe. Maar desondanks word ik toch gestoken. Zou er een gat in zitten?!