De geur van wiet maakt dat ik me rozig voel. De hele zaal is er mee doortrokken. In een loom tempo beweegt mijn lichaam mee op de muziek. Naast mij staat een oude man met een stralende glimlach. Door zijn donkere dreads glinsteren zilveren haren. Ze reiken tot zijn heupen. Het is een mooi mens. Een echte Rastafari, naar zijn zeggen. Veelvuldig gebruikt hij het woord ‘bumbo klaat’. Op mijn vraag wat dat betekent geeft hij onverbloemd antwoord: “gewoon fuck, op zijn Jamaicaans.” Ik vertel hem dat ik het een mooi woord vind. Daar moet hij om lachen. “Nee, meisje, dat is geen mooi woord, het is onmacht. Onmacht tegen Babylon.” Hij neemt nog een hijs van zijn joint, terwijl ik hem dommig aankijk. “Babylon is de gevestigde orde”, beantwoordt hij mijn vragende blik. “Wij, Rastafarians vechten tegen Babylon, maar niet met geweld. Wij vechten met woorden en muziek.”

Tijdens ons gesprek kom ik achter de gedachte van hun geloof. Het is vredelievend voor elk levend wezen. Een échte gelovige is dan ook vegetarisch. “Ook geen vis?” vraag ik hem. “Natuurlijk niet. Denk je dat een vis het leuk vindt om gevangen te worden en in een maag te eindigen? Zou jij dat leuk vinden?” Ik kan alleen maar ontkennend antwoorden. Met nog steeds de gelukzalige glimlach om zijn lippen legt hij mij uit dat zelfs lichaamsdelen niet geamputeerd mogen worden.

“Bob Marley is gestorven als een echte Rastafari. Zijn teen moest geamputeerd worden om een melanoom te verwijderen, maar hij heeft geweigerd. Weet je dat zelfs onze haren niet geknipt mogen worden uit respect voor Jahwe, onze schepper? Jullie gebruiken dreads als modeverschijnsel. Voor ons is het een onderdeel van onze levenswijze.” Even ben ik hem kwijt. Hij verliest zich in een nummer van de optredende band, de Black Uhuru’s. Als in trance beweegt zijn lichaam. Het lijkt alsof hij totaal andere muziek hoort als ik.

Na een paar minuten staat hij weer naast me. Ik vraag hem naar zijn trance. “Dat komt door de ganja”, zegt hij. “Ganja?” “Ganja is wiet, dat rook ik terwijl ik mediteer. Je krijgt er inspiratie door en kunt er een hoger level mee bereiken.” Ik vertel hem dat ik wel eens documentaires over Rasta’s heb gekeken die ik niet altijd begreep. “Kijk de volgende keer met ganja en het zal een stuk duidelijker zijn”, is zijn advies. Kijkend in die wijze donkere ogen vraag ik me plots af hoe oud hij is.

Zijn antwoord is vaag: “Bijna in de hemel.” Niet wetend wat ik daarop moet zeggen kijk ik naar het podium waar de zanger roept: “Iedereen wil naar de hemel, maar niemand wil dood.”*) De woorden trillen door mijn hoofd, terwijl ik me omdraai naar de oude man. Hij is verdwenen, terwijl ik nog zoveel vragen had. Opgelost in het niets. Een bijzonder mens.

*) Citaat van Peter Tosh.


Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

12 reacties

schoevers · 29 april 2007 op 07:18

Arta, dit is een top-column. Ik zag het helemaal voor me door jouw prachtige sfeerbeeld.
Hulde!

pepe · 29 april 2007 op 07:53

Wat een bijzondere column over een bijzondere man.

Beeldend geschreven en bijna zelfs geurend. Door een bijzonder iemand geschreven.

[quote]Wij vechten met woorden en muziek.[/quote]Mooi!!

SIMBA · 29 april 2007 op 09:54

[quote]niet met geweld. Wij vechten met woorden en muziek.”[/quote]
Werden alle onenigheden maar zo uitgevochten!
Lekkere column!

Li · 29 april 2007 op 10:36

Wat een bijzondere onmoeting Arta!
Mooi opgeschreven en ik heb er ook nog iets van opgestoken. Nee, geen joint…dat vind ik stinken.

Li

DriekOplopers · 29 april 2007 op 10:40

Echt weer heel mooi gedaan. Ik bewonder trouwens je veelzijdigheid!

Hulde voor Arta!

Driek

Eddy Kielema · 29 april 2007 op 11:07

Mooi omschreven ontmoeting. Een paar jaar geleden heb ik Black Uhuru trouwens nog gezien hier in Groningen. Geweldige band! De muziek bleef maar doorpompen (net als de wietlucht trouwens! 🙂 )

pally · 29 april 2007 op 11:52

een bijzondere column over een wijs mens die zijn weg gaat volgens eigen traditie, onverstoorbaar. Je hebt hem uitstekend getroffen met de sfeer om hem heen. Heel mooi!

groet van Pally

Quinn · 29 april 2007 op 17:00

Ik haak normaal gesproken af als ik een wietlucht ruik, maar door jouw verhaal krijgt zo’n drug ineens een betekenis. Prachtig gedaan! Er staat geen woord te veel of te weinig in.

KawaSutra · 29 april 2007 op 20:23

Prachtig beschrevcen Arta. Ik zag die Rastafari helemaal voor me. Tja, en plots is die verdwenen. Zo gaat dat in die hogere sferen.

WritersBlocq · 29 april 2007 op 21:11

Dit is ècht goed, dit schrijven, ècht, wauwwww…

Wat leuk ook, om weer een stukje cultuur te snuiven. Ik denk dat Rastafari’s naar dezelfde muziek dan ik luisteren, denk ik…;-):-D
Groetje, Pauline.

Trukie · 29 april 2007 op 21:29

Klasse Arta.
De geuren en de kleuren en de klanken.
Ik voelde me weer een beetje op African (Music) Festival.

En dan zo´n gesprek. Daar moet je oog en oor voor hebben.

arta · 30 april 2007 op 17:19

Heel erg bedankt voor de positieve reacties.
De levenswijze die deze mensen er op na houden, daar kunnen veel mensen nog iets van leren!

@ Eddy: Lekkere muziek, he? Ik kende ze helemaal niet vóór het concert en werd dus blij verrast!
🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder