Noodwoning

In mijn kleine dorpje stonden twee rijen met noodwoningen. Kleine barakken zonder badkamer die kort na de oorlog werden gebouwd. Onder het dak van zo’n ‘Makrietje’ werd ik geboren. Tussen de vier muren van een ander klein betonnen blokje in de rij woonde het grootste gezin van het dorp. Vader, moeder, een zoon en veel dochters. Heel veel dochters.

Luchtruimdenken

De gigantische donzen dekbedden zijn donker en zwaar van het vocht. Door een windje en afscheiding vervormen ze tot overmaatse uitgeplozen koningspoedels met bloemkooloren.
‘Dan liever de lucht van vrouwenlichamen met borsten als vers fruit’, schreef Van Eyck.