In mijn kleine dorpje stonden twee rijen met noodwoningen. Kleine barakken zonder badkamer die kort na de oorlog werden gebouwd. Onder het dak van zo’n ‘Makrietje’ werd ik geboren. Tussen de vier muren van een ander klein betonnen blokje in de rij woonde het grootste gezin van het dorp. Vader, moeder, een zoon en veel dochters. Heel veel dochters. Twee zusjes van het grote gezin zaten bij mij in de kleuterklas. Op de lagere school zaten er in elk leerjaar wel één of twee kindjes. Ook bij mij in de klas. Eén of twee en af en toe géén voor enkele dagen. Een aantal kinderen van het gezin bleef zitten. Het doet me nu ineens denken aan honkbal. Waarbij je door mag lopen naar het volgende honk wanneer het eerste honk bezet is. Maar bij een goeie klap met de knuppel kun je wel veilig naar huis rennen.

Het jongetje komt op een dag naar school met een kaal geschoren koppetje en ik hoorde dat hij en zijn zusjes voor straf boterhammen moeten eten met dode vliegen, wormen of een stukje zeep.
Mannen en vrouwen van de andere noodwoningen staan bij de lage afscheidingshekjes en fluisteren met elkaar. Over het grote gezin. Ik weet dan niet waarom en waarover ze zo zacht praten. Wel over wie maar niet over wat.

Heel veel jaren later sta ik op de luchtplaats van het Huis van Bewaring. Ik eet een appeltje en houd het gespuis in de smiezen. Een gedetineerde komt schoorvoetend mijn kant op. Over de lijn van het sportveldje. Het is een nieuwe, een ‘inkomer’, om maar in vaktermen te spreken. Hij kwam net van de ‘badmeester’ waar hij was ingeschreven en waar hij zich had verfrist.
“Ken je me nog?”
Dat kon ik niet ontkennen.
“Die grote donkere man daar in dat hokje heeft me gevraagd waarvoor ik zit.” Met zijn neus wijst hij in de richting van de abri waar een groep poppetjes zich had verscholen.
“Ik heb maar gezegd dat ik voor een inbraak zit.”
Tja, van mij zou die grote donkere man het niet te horen krijgen wat de échte reden is van zijn verblijf hier.
Ik vertel er maar bij dat die grote man het waarschijnlijk toch wel te weten gaat komen waarom de nieuwe hier binnen zit. Het overige gajes van de petoet trouwens ook. Vroeger of later.

De grote donkere man én de andere bewoners van het Brabantse spinhuis kwámen het te weten. Later. Niet veel later. Hij zat ‘voor een knaak’ om maar in vaktermen te spreken.
De vader van het grote gezin wordt bedreigd en in ‘beperkingen’ geplaatst voor zijn veiligheid. De enkele keren dát hij uit zijn cel komt zoekt hij contact met mij. Misschien hoopt hij dat ik hem ga beschermen. Omdat hij mijn ouders kent en we in hetzelfde dorp hebben gewoond. In dezelfde rij met noodwoningen. Of omdat ik samen met zijn kinderen op school heb gezeten.
Hem méér beschermen dan mijn overige boefjes kan ik niet. Hij wordt voor míjn veiligheid overgeplaatst naar een andere nor. Daar zijn de criminelen, groot en klein, er ongetwijfeld ook achtergekomen wat de man heeft mispeuterd.

Nu, na meer dan vijftig turfstreepjes denk ik aan die jongen en zijn zusjes. Ik vraag me af hoe het met dat grote gezin uit die noodwoning gaat en hoe het met de ‘donswerker’ is afgelopen. Zou de vader die zijn kinderen misbruikte nog leven? Of zou hij om zeep zijn? Misschien heeft hij in de gevangenis onder de douche het stuk zeep een keer laten vallen. En is hij geknipt en geschoren. Om maar in vaktermen te spreken.


12 reacties

SIMBA · 1 oktober 2010 op 08:24

Mooi gedaan Louis!

sylvia1 · 1 oktober 2010 op 08:43

Ik was echt ontzettend benieuwd naar de tweede VC van jou, Louis. Deze is helemaal anders dan je wolkenschilderij, maar ook ontzettend mooi, op een andere manier. Het drama van dat grote gezin dat jou lijkt te achtervolgen, door je werk. Wat een sterk onderwerp…
Prachtig dat jargon van de gevangenis, ‘inkomer’, ‘voor een knaak’, ‘geknipt en geschoren’. Dat hij voor jouw veiligheid wordt overgeplaatst klinkt ook spannend. Een stuk dat uitnodigt om opnieuw te worden gelezen.

Avalanche · 1 oktober 2010 op 09:34

Een stuk minder abstract dan de vorige, maar opnieuw zeer de moeite van het lezen waard. Chapeau, Louis.

Mien · 1 oktober 2010 op 09:43

Mooie titel. Goed verhaal.
Moest even aan Alex van Warmerdam denken.
Dat is overigens een vet compliment.

Mien

Anti · 1 oktober 2010 op 10:30

Een aangrijpend verhaal Louis. Wel wat rommelig voor jouw doen, ook wat de tijden betreft. Het had m.i. allemaal net wat strakker gekund en was daardoor sterker geweest.

‘Mannen en vrouwen van de andere noodwoningen staan bij de lage afscheidingshekjes en fluisteren met elkaar. Over het grote gezin. Ik weet dan niet waarom en waarover ze zo zacht praten. Wel over wie maar niet over wat.’ Erg mooie alinea, heel beeldend ook.

pally · 1 oktober 2010 op 12:34

Mooi’omzeilend’ dit heftige onderwerp beschreven, Louis! Waarschijnlijk komt het door het jargon: de vaktermen. Dat impliceert namelijk dat het vreselijk is, maar ook geregeld voorkomt. Mooi dat je nergens tot veroordeling overgaat. Je laat die mening open voor de lezer. Bovendien spreekt er mededogen uit.
Knap! :wave:

groet van Pally

Schorpioen · 1 oktober 2010 op 17:47

Sfeervol donker verhaal. De enige zin die in mijn ogen niet goed gaat, is die over het honkbal. Die breekt met de toon van het droge verslag. Dat idee komt, zoals nu neergezet, echt terplekke op. Had: “het deed me denken aan honkbal…”, moeten zijn.

Mooi dat jargon!

Ontwikkeling · 2 oktober 2010 op 08:51

Louike,
Deze sprong er wat mij betreft uit:
[quote]Vader, moeder, een zoon en veel dochters. Heel veel dochters.[/quote]
Doordat later duidelijk wordt dat…….

Mooi gedaan…

Kwiezel · 2 oktober 2010 op 12:48

Louiske,

Petoet, mispeuteren, donswerker en spinhuis. Allemaal woorden die je zelden hoort en die jij prima weet te plaatsen in een verhaal. Je woordenschat is zo groot dat je de lezer telkens weer met een leuk verhaal kunt verrassen! Knap hoor! Maar ik vind ook dat je sommige zinnen nog net wat actiever kunt schrijven, maar dat is misschien alleen mijn eigen smaak 😉

arta · 2 oktober 2010 op 12:57

Geweldige titel, mooi aangrijpend verhaal, zonder sentimenteel te worden!

LouisP · 2 oktober 2010 op 22:35

hoi,
bedankt voor ’t lezen en voor de reacties..allemaal!
Dat rommelige en dat aktieve, ‘k voel wat ge bedoelt. En over dat honkbal..
Da’s een heel verhaal maar inderdaad ’t had er gewoon uit gemogen..

louis

Prlwytskovsky · 3 oktober 2010 op 14:31

Schrijnend omschreven, en treurig tegelijkertijd.
En toch je emotie gelezen. :duimop:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder