Computerles

Iemand in je omgeving koopt een computer. Toevallig weet jij er wel wat vanaf, dus krijg je een uitnodiging. Of het gelegen komt dat je even langs wipt. Zo bijzonder als het hebben van een computer vroeger was, zo ongewoon is het als iemand nu geen computer heeft. Wàt, heb jij geen c o m p u t e r? Wie had het vijftig jaar geleden durven dromen, toen een computer nog een hal vulde, geen beeldscherm had maar schakelaars en ponskaarten. Zelfs de PDA die een puisterige scholier tegenwoordig in zijn binnenzak stopt, is vele malen krachtiger dan de mainframes van die eerste generatie.

Wat ooit een specialistisch apparaat was, koop je nu kant-en-klaar, voorverpakt in kartonnen doos. Met daarop een grote foto van de achterkant van de computerkast, met pijlen naar de exacte positie van elk van de vele aansluitingen. Door het gebruik van kleuren kan een kleuter het werk doen: blauwe stekkertje in blauwe gaatje, rode stekkertje in gele – sorry, rode gaatje. Van pinnen tot draaiende computer kost niet meer dan de reistijd van winkel naar huiskamer. Plus een luttel bedrag van je bankrekening.

De indruk wordt gewekt dat het enige complexe van een computer, het aansluiten van de kabels is. Dat zodra het apparaat werkt, alles in orde is. Helaas weet niet iedereen wat een computer is, sommige mensen hebben er nog nooit mee gewerkt. Ze willen een spelletje spelen, of hebben gehoord dat er een schat aan muziek, zomaar gratis en voor niets, voor het grijpen ligt op het internet. Dus kopen ze een prefab computer, spelen wat met gekleurde stekkers en nemen plaats achter het platte scherm. Het plaatsen van de vijf luidsprekers – geen hond weet waar ze voor dienen – neemt de meeste tijd in beslag.

Vreemd is dat. Dat iemand rijlessen neemt, examen doet, misschien een keertje gezakt, en pas daarna zonder instructeur in zijn auto wegrijdt. Hoe leg je uit dat er ook vaardigheden getraind moeten worden om met een geavanceerd apparaat zoals een computer om te gaan?

Heb je kort geleden een nieuwe computer gekocht? Volgestopt met snufjes waarvan je het meeste nooit zult gebruiken? Leuk hè. Zit er toevallig ook een netwerkkaart in? Ja, tegenwoordig gaat men er vanuit dat iedereen thuis een netwerk heeft. Er zat standaard een draadloos netwerk in, toe maar, wat een luxe. Waar woon je ook alweer? Ach, laat maar, ik vind je wel. De kans is groot dat je ongewild, zonder dat je het zelfs maar beseft, de hele wijk toegang tot je computer én je internetverbinding hebt gegeven! Dat stond vast niet op die kartonnen doos…

En dan nog een toegift. Ik heb op duistere wijze enkele vragen uit het officieel erkende computerexamen in handen gekregen, het examen dat vanaf ongeveer half 2004 verplicht moet worden afgenomen, vóór iemand een computer kan aanschaffen. Doe er je voordeel mee!

U heeft twee muizen en wilt op vakantie. Wat doet u.
a. U zet ze bij elkaar en “ziet het wel weer” als u terugkomt.
b. U vraagt een buurvrouw om elke twee dagen voer en water bij te vullen.
c. U verwijdert de batterijen.

Welke van de volgende uitspraken is waar.
a. Als ik een toetsenbord met lijm op mijn printer vastzet, heb ik een goedkope typemachine.
b. Omdat er geen reclameblokken in Word zitten kan ik de hele avond niet naar het toilet.
c. De tekst “dit computerspel vereist 16 MB” betekent dat Kijkwijzer meespelen door een volwassene belangrijk vindt voor kinderen tot 16 jaar.

U wilt uw draadloze optische muis verplaatsen. Hoe doet u dit.
a. U wacht tot het rode licht gedoofd is.
b. U trekt aan het snoertje.
c. U houdt de muis vast en beweegt de muismat.

Regelmatig verschijnt het bericht: “plaats een CD in de speler”. Na hoeveel schijven is de speler vol.
a. 0
b. 1
c. 5
d. 10
e. 100

Het bericht “druk op oké” verschijnt op uw scherm. Met welke vinger drukt u.
a. Wijsvinger
b. Andere wijsvinger
c. Middelvinger
d. Geen vinger, u gebruikt uw duim