Constance verorberde haar Consommé Celestine als was dat het eerste voedsel dat zij in dagen had gegeten. Op de achtergrond werd een versie van ”Non, je ne regrette rien” ten gehore gebracht door het voortreffelijke huisorkest van het hotel dat er altijd in slaagde mij het nodige inzicht te verschaffen om een situatie die precair was in het juiste perspectief te kunnen zien.

Bij dat laatste werd ik ook zeker niet tegengewerkt door mijn keuze van het entrée. Ik nam voor mijn Foie Gras De Canard Des Landes de tijd die dit gerecht verdient; zeker met het uitmuntende glas Château d’Yquem kwam het zeer goed tot zijn recht. Ik kreeg de mogelijkheid mijn gedachten te laten afdwalen naar Het Huis der Tegenstellingen.

Het was een duistere geschiedenis. De inkt op het koopcontract was nog niet droog toen Le Duc de Saint-Germain-en-Follange buiten adem aanklopte bij maître Aristide om met laatstgenoemde de tekeningen door te nemen waarop de verbouwing van het huis in La Ruelle des Campagnards tot in het kleinste detail stond beschreven. Het huis was, zo lang men kon heugen, eigendom geweest van een rijk koopmansgeslacht. De laatste bewoner had zich echter genoodzaakt gezien het huis in de verkoop te zetten toen het met de zaken plotseling heel erg slecht ging.

Dat gebeurde overigens vrij kort nadat Le Duc de Saint-Germain-en-Follange was teruggekeerd in zijn geboortedorp. Jaren lang had de hertog buiten de landsgrenzen vertoefd en niemand wist waar en onder wat voor omstandigheden dat was geweest. Boze tongen beweerden dat hij tijd had doorgebracht in de Levant om zich daar de duistere kunsten meester te maken, anderen stelden dat hij een pact met de duivel had gesloten in de binnenlanden van Frans-Guyana.

De renovatie van Het Huis der Tegenstellingen duurde precies 666 dagen; exact het aantal uren dat Jean-Antoine Lapointe nodig had gehad om de klok te maken.

Nieuws bereikte Le Comte de Broussard op gegeven moment dat het in La Ruelle des Campagnards niet pluis was en de graaf ging vrijwel meteen over tot actie om een einde te maken aan het bestaan van het helse huis. Over wat Le Comte en zijn mannen daar aantroffen hebben zij nooit gesproken. Het verhaal ging dat iedere man had moeten zweren zijn mond te houden op straffe van de dood.

Terwijl ik een laatste slokje van mijn wijn nam en mij bedacht hoe intrigerend het zou zijn als één van de mannen (of de graaf zelf) wèl de mond zou hebben gehouden maar toch de veer ter hand zou hebben genomen, kwam le chef de cuisine aan onze tafel om te vragen of alles naar wens was. Nog voordat ik mijn waardering voor het voedsel kon uitspreken sneed de stem van Constance als een épée door het slotakkoord van het door Charles Dumont en Michel Vaucaire geschreven lied. “Het is jammer dat de bouillon niet getrokken is van Blonde d’Aquitaine, maar voor de rest ben ik tot nu toe tevreden.”

Ik was weer terug in het heden.

Categorieën: Algemeen

3 reacties

trawant · 20 november 2014 op 23:01

Het is een bizar maar kundig en vermakelijk feuilleton dat naar meer smaakt.
Graag het recept van de Celestine …

Ferrara · 21 november 2014 op 00:10

Het heeft even geduurd voor de soep hier werd opgediend.

Het zal aan mij liggen, maar bij deze aflevering heb ik alle zeilen bijgezet om het verhaal te volgen.

Mien · 21 november 2014 op 07:35

Eens met trawant. Het smaakt als een karthaarse smoothie. De lezer wordt heen en weer geslagen tussen Verne en Dumas. Un feuilleton centre-ville abbaye! :yes:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder