De deur van het winkelcentrum opent zich. Als de berg Sesam toont het zich aan mij met alle rijkdommen die je van een winkelcentrum mag verwachten. Ikzelf heb er vandaag niet veel te zoeken – alleen een broek. Het is er druk vandaag. Moeders met kinderen die door de schappen grasduinen in de hoop iets van een gouden vondst te ontwaren om de vader des huizes mee te verblijden. Schoenen, jassen, elektronica – overal om mij heen zie ik de dozen vervoert worden.

‘Dat zal hij echt op prijs stellen’ hoor ik een moeder kirren tegen haar jongen. Ik schat dat hij een jaar of acht is. Hij koestert de bundel in zijn armen met de devotie die een zoon voor zijn vader op kan brengen. ‘Je vader houdt zo van puzzelen, dat extra dikke boek geeft hem vast enorm veel plezier.’

Grappig, vroeger zat mijn vader ook veel te puzzelen. Niet dat hij er echt van genoot maar hij hoopte dat de intense massage van de grijze cellen het denkwerk goed van kwaliteit en prestatie zou houden. De laatste keer dat ik hem heb zien puzzelen was zo’n tweeëneenhalf jaar geleden. Net voor de vorige opname, nu ik er zo over nadenk. Sindsdien is het puzzelboek niet meer opengeslagen.

Na de zeeman, de hema en V&D wandel ik via C&A met een broek naar het pannekoekrestaurant dat in het midden van het winkelcentrum is gevestigd. Een kop koffie is wat ik mijzelf gun – met een portie poffertjes want een hele appelpunt is me teveel. Ik roer rustig in de koffie terwijl ik de mensen die zich allemaal op het terras neervlijen eens opneem. Een rustige oude heer zit met een boek te genieten van zijn capuccino. Dostojevski ontwaar ik op de rug. Zware kost, daar kun je wel koffie bij gebruiken.

Vanuit mijn ooghoek zie ik een opeenhoping van tassen het terras betreden. Een stelletje, net tegen de dertig, schat ik zo in. Met veel logisitiek geweld worden de tassen in submissie gedwongen. De vrouw gaat zitten met een zucht. Na het doen van de bestelling buigt de man zich over de tafel. ‘Wat gaan we jóuw vader geven voor vaderdag?’ De vrouw vertrekt haar gezicht. ‘Jeetje, dat is een lastige vraag’. Afwezig roert ze in het kopje dat net voor haar wordt neergezet. ‘Ik weet het niet. Het is net of ik geen goed kado voor hem weet te bedenken. Kunnen we hem niet meenemen naar een attractie?’

Vroeger was mijn pa daar ook voor te porren. Lekker buiten, dat vond hij prettig. Jaren geleden hadden we afgesproken naar de ‘Batavia’ te gaan. Daar was nooit wat van gekomen – mijn moeders ziekte en overlijden waren er lange tijd de schuld van en in de jaren na ma’s dood waren we andere zaken van de bucketlist aan het schrappen. Zoals de wandeling langs de brandgrens in Rotterdam, vier jaar geleden. Dat hield hij al niet meer vol maar hij was toch nog 4 uur ongehinderd met me op pad geweest.

Ook de havendagen waren altijd wel interessant. Hij had immers ruim dertig jaar gewerkt in de haven, bij de RDM. Hij wist veel over boten en kon aan de vorm van het schip zien wat de functie moest zijn en welk type het was. Ik kijk op mijn horloge. Tijd om te gaan, het bezoekuur begint straks.

Ik wandel naar de uitgang van het winkelcentrum en bedenk dat er zoveel dingen zijn die we niet meer kunnen doen. Een goed gesprek – niet meer mogelijk. Gezellig samenzitten en keuvelen – je kunt de woorden niet meer vinden en de zinnen niet meer vormen. Je slaapt liever. Of luistert. Het is zonde dat er geen mogelijkheden meer zijn om je te bereiken of te fëteren. Het komt allemaal niet meer aan. En nu lig je daar op bed, een nieuwe tia heeft je geveld. Morgen is het vaderdag. Of misschien wel: dag, vader.

Categorieën: Algemeen

8 reacties

troubadour · 9 december 2015 op 09:28

Alles verpakt tussen Vaderdag en ‘dag, vader’. Er was best iets van te maken geweest.
Toen ik; ‘overal om mij heen zie ik de dozen vervoert worden’, las, begon ik te vrezen en mijn vrees werd bewaarheid. Hier en daar is sprake van een geforceerd taalgebruik, ruw geboetseerd zonder dat er nu direct sprake is van veel fouten.
‘… mijn moeders ziekte en overlijden waren er lange tijd de schuld van en in de jaren na ma’s dood waren we andere zaken van de bucketlist aan het schrappen’. Nog zo’n voorbeeld.
Kortere zinnen maken en de omgeving schetsen met herkenbare dingetjes.
Kijk goed naar jouw laatste alinea, die is prachtig!

arta · 9 december 2015 op 09:59

Kok!
Dat is lang geleden!
Persoonlijk zie ik verhalen als muziekstukken. Als de inhoud en het tempo, qua ritme overeenkomen, word ik blij. In dit geval benadrukt het lome tempo de melancholie. Mooi.

Enne, ja, die -t-, ik viel er ook over 🙂

Meralixe · 9 december 2015 op 10:23

Inderdaad andermaal welkom op column x. Je bent er reeds langer terug te vinden dan ik! Helaas moet ik u nu een essentieel onderdeel van de schrijverij voorleggen. Door de zinnen luidop na te lezen ontdek je toch vrij simpel dat er kromme tussen zitten?
Klein voorbeeldje: “Moeders met kinderen die door de schappen grasduinen in de hoop iets van een gouden vondst te ontwaren”
Je bedoelde hoogst waarschijnlijk dat de moeders grasduinen terwijl, als ik het zo lees, het de kinderen zijn. (moeders EN kinderen?)
Dergelijke details zorgen er voor dat je initiatief om via dagdagelijkse observatie een dieper liggend verhaal te creëren een beetje verwatert.
Voor mij is schrijven nog steeds hard labeur.

Mosje · 9 december 2015 op 11:45

Kok, je hebt er best iets moois van gebakken

Rvpcc · 9 december 2015 op 11:52

Bovenal: mooi stuk met jouw emotie erin – of donders realistische fictie.
Toch wat opmerkingen, aanvullend op die van de anderen. “Ik roer rustig in de koffie terwijl ik de mensen die zich allemaal op het terras neervlijen eens opneem.” Het moet wel jouw zin blijven, maar probeer eens: “Ik roer rustig in de koffie, terwijl ik de mensen eens opneem die zich allemaal op het terras neervlijen.”
Zeeman en Hema mogen best met hoofdletters. En in de eerste alinea komt “er” in twee achtereenvolgende zinnen voor. Ik ben fan van “er”, maar dit is iets teveel van het goede.
Weet inmiddels heel je publiek wat een tia is?
Nogmaals: mooie emotie, die vooral vorm krijgt door de terugkerende afwisseling tussen observaties en gedachten.

Harrie · 9 december 2015 op 13:35

Is dit verhaal nu vertelt vanuit het perspectief van jou als arme houthakker of als Ali Baba? Een significant verschil.
Je sleept me wel mee. Op mijn tapijtje de 1001 nacht in.

pally · 9 december 2015 op 14:38

Van de menigte om je heen, steeds terug naar je vader, dat vind ik mooi. De zinnen zijn soms wel iets te lang en lopen dan wat moeizaam. Maar leuk dat je hier terug bent van lang weggeweest…

trawant · 9 december 2015 op 15:52

Opmerkingen over zinsbouw en stijl daargelaten, hou ik van de manier waarop je associeert en hoe je wat je ziet en hoort koppelt aan je zieke vader. Dat gevoel komt over en is de kern van je verhaal.
Ben benieuwd naar de volgende column.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder