Ze kan iets wat niemand anders kan.
Zij is de enige die er in slaagt om geruisloos naar binnen te komen door de klapdeuren van ons restaurant, die bij iedere andere passant klagen als een chique schroothoop met een chronische oliedorst. Ik draai me om, en ze zit er weer. Weggedoken in haar boek, in haar hoekje aan de bartafel. Ineens. Zonder waarschuwing. Een aparte verschijning, dat is ze zeker. Haar dreads zijn al een hele tijd aan een update toe, maar daar lijkt ze zelf niet mee te zitten. De scheur in de linkerbroekspijp van haar joggingbroek is provisorisch maar artistiekerig bijeengeharkt door grove steken in een andere kleur, en afgezet met een ganzenveer. Maar het meest opvallend is nog datgene wat je niet ziet. Haar rechteroog. Vreemd, dat iets je kan opvallen door de afwezigheid ervan.
Om haar heen hangt een mysterieuze gloed van eenzaam en afstandelijk. Én van kleren die te lang nat zijn geweest. Vluchtig als een lentebries is ze, en zwaarmoedig als een winterbui. Toch lijkt ze me niet ongelukkig. Ze fascineert me mateloos en maakt me angstig tegelijk. Ik kan het niet laten haar van achter mijn bar stiekem te bekijken. Door niets of niemand gestoord, bladert ze verder. Opgesloten in haar eigen wereld, in haar boek, en ik vraag me af in wat nog meer.
Ze zit hier dagelijks, telkens op dezelfde plek, en dagelijks vraag ik me af of ik naar haar toe moet gaan. Of ze misschien zin heeft in een praatje. Omdat ik een soort van medelijden voor haar voel, en tegelijk ook sympathie. Maar ook omdat ik mijn eigen nieuwsgierigheid maar moeilijk in bedwang kan houden. Dat oog… Zou ze er mee zitten? In mijn gedachten probeer ik mogelijke scenario’s van haar leven te vormen, maar het lukt me niet. Ik tast volledig in het duister wat dit meisje betreft.
Misschien moet ik het maar laten zo. Het mysterie is meestal mooier dan de werkelijkheid. Een collega van me vertelde eens dat ze een illusioniste zou zijn. Dat leek me een sterk verhaal. Maar ik begin te twijfelen als ik me weer omdraai en zie dat de bartafel leeg is…
9 reacties
lagarto · 25 oktober 2007 op 08:11
Boheme, Ik vind het een mooi geschreven stuk en herken je gevoel. Bij ons op het dorp woont een kerel waar iedereen bang van is, omdat hij zich anders gedraagt, hij praat hardop in zichzelf en kwijlt. Er werd gezegd dat hij een ‘proffesor’ is geweest. Ik sprak laatst met hem. Hij is laborant geweest en heeft ooit een studie rechten niet afgemaakt. Vanaf nu groet hij mij dagelijks en roept dan heel hard mijn naam over het dorp.
Groeten Lagarto.
Dees · 25 oktober 2007 op 08:46
Heel mooi geschreven. Een column naar mijn hart. De eerste zin had er wel afgekund trouwens, want de tweede alinea is een pracht van een intro, iets dat de nieuwsgierigheid meer vangt dan de lezer expliciet te vertellen over kunnen wat niemand kan.
Verder :wave:
SIMBA · 25 oktober 2007 op 09:16
Prachtig, lekker leesbaar.
pally · 25 oktober 2007 op 10:17
Dit vind ik een heel mooie en goede column, Boheme!
Prachtig geschreven met net de goede balans tussen soberheid en vertelkunst.
Zou voor mij de column van de maand mogen zijn.
groet van Pally
arta · 25 oktober 2007 op 10:45
Erg mooie sfeertekening!
Over deze zin viel ik even:
[quote]Zij is de enige die er in slaagt om geruisloos naar binnen te komen door de klapdeuren van ons restaurant, die bij iedere andere passant klagen als een chique schroothoop met een chronische oliedorst. [/quote]
🙂
Beryl · 25 oktober 2007 op 11:12
Ik sluit me aan bij Pally!
:wave:
Anne · 25 oktober 2007 op 15:01
Mooi stukje. Rustig en aandachtig gekeken en ook opgeschreven. Je twijfel over het effect dat ze op je heeft heb je goed beschreven. Wel hink je op de grens tussen teveel willen interpreteren en juist geheimzinnig laten. Mijn idee is dat als je alleen het laatste had gedaan, de indruk van het personage nog spannender zou zijn geweest. De observatie over de geluidloosheid van de mopperende deur draagt bij aan haar geheimzinnigheid, woorden als eenzaam, zwaarmoedig, vluchtig en licht, vullen haar juist in.
groet van Anne
pepe · 25 oktober 2007 op 20:52
Deze smaakt naar meer, hij is gewoon prachtig.
lisa-marie · 25 oktober 2007 op 22:38
Het houdt de spanning er lekker in. Het boeit en raakt mij.
Het is prachtig geschreven en ik heb het met veel plezier gelezen. 🙂