Voorafgaand: Bruut Stuitelaar heeft zijn boek IK BEN HIER! geschreven en wordt daarover geïnterviewd door Charlotte Levendig. (De avond voor het interview is hij nog overvallen, maar de kluizenaar heeft de indringer weg kunnen jagen.) Stuitelaar vertelt over hoe hij in een weeshuis terechtkwam en daarna als marinier in de Balkan uit gevangschap wist te ontsnappen.

‘Tot ik op een dag thuiskwam en Ivanka was verdwenen met mijn zoon. Ik heb ze nooit terug kunnen vinden. Tot op de dag van vandaag vraag ik me af, waar ze zijn gebleven. Dat is werkelijk onvoorstelbaar, als mensen die je zo na staan verdwijnen. Dat was tien jaar geleden.’ Bruut raakt een beetje emotioneel. Charlotte zit op het puntje van haar stoel.

Na een paar jaar heb ik de moed opgegeven en ben in dit hutje gaan wonen, om mij van de wereld af te zonderen. Ik had het wel een beetje gehad, kan ik wel zeggen, Charlotte.’ Charlotte nipt nog eens van haar koffie en vervolgt; ‘Je beschrijft het allemaal in je boek Bruut, het is werkelijk een aangrijpend verhaal. Kan je nog even verduidelijken uitleggen aan onze kijkers waarom je het hebt geschreven?’

‘Mijn leven komt aan zijn einde, ik word ouder en over een tijdje ben ik vergeten. Ik voelde steeds meer de behoefte om mijn verhaal vast te leggen, ook als herinnering aan Ivanka en mijn zoontje. Wie weet leest iemand het verhaal, herkent mijn vrouw of zoon en kan me toch nog in contact brengen.’

‘Je leven loopt ten einde zeg je ? Ben je bang voor de dood?’ ‘Niet echt, er zijn  er al zoveel voorgegaan, dus dat zal mij ook wel lukken, dat overleven we ook wel weer ha, ha.’ Charlotte kan er wel om lachen. ‘Dankjewel Bruut, voor dit openhartig gesprek en voor onze kijkers; Het boek van Bruut IK BEN HIER is momenteel uitverkocht, maar een tweede druk is in de maak en ligt vanaf volgende week in de winkels.’

‘Toch nog even over die overvaller Bruut, ben je niet bang dat hij terugkomt?’ ‘Maak je geen zorgen Charlotte, ik heb hem zo hard op zijn oog geslagen, die gast waagt zich hier geen tweede keer, echt niet!’ en Bruut knipoogt. Charlotte kijkt de kluizenaar nog eens goed in de ogen, draait zich om. Charlotte en de cameraman nemen afscheid van Bruut, die hen uitlaat en de deur sluit. Dan loopt hij naar achter en opent de deur van een kamertje. Daar ligt een naakte man, geboeid en mond afgeplakt met ductape. Een oog puilt uit. “Waar waren we gebleven? Oh ja, mijn hond.” Hij pakt de gloeiend hete pook uit de kachel.

***


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder