Het was laat. Fransje wierp een blik op zijn gouden polshorloge. De afspraak was
dat hij zijn opdrachtgever zou ontmoeten voor autohandel Plomp om acht uur in de
avond. Dat was in de winter een ideaal tijdstip, vanwege de kou en de
duisternis. Geen haan die ernaar kraaide.
Nu was het dan na achten en er was niemand te bekennen. Nerveus trok hij de rits
van zijn lederen jas verder omhoog en keek een paar keer van links naar rechts.
Zijn zwarte gympen zaten strak. Hij zuchtte en nam een sigaret uit zijn
binnenzak.

De sneakers die hij droeg zaten niet alleen te strak, er zat ook een gat in de zool van zijn linkerschoen en zijn sok was nat. Nog even, en hij kon een paar nieuwe kopen. Zijn moeder zou zich afvragen waar hij het geld vandaan had gehaald maar daar zou hij, net als de vorige keer, wel iets op verzinnen.
Weer keek de jongen om zich heen, nog steeds niemand te bekennen. Het was doodstil op straat en het begon weer zachtjes te regenen. De luifel en de capuchon van zijn sweater boden bescherming. De een deed dienst als een reusachtige paraplu, de ander zorgde voor de anonimiteit waar deze klus om vroeg.

Hij tuurde vanonder de capuchon naar de weg die langs garage Plomp liep.
Nauwgezet hield hij het tegemoetkomende verkeer in de gaten. Zijn opdrachtgever
was voor hem niet meer dan een vreemde. Hij kende alleen de tussenpersonen.
Sommigen waar hij kort mee appte, anderen ontmoette hij hier. Wat voor man zou de baas zijn? Hij moest vast een meedogenloos man zijn, rijk en geheimzinnig. Welke opdracht zou hij hem geven? Tot nog toe was hij niet meer dan een koerier geweest, een boodschapper en een enkele keer had hij iemand een tijd geschaduwd. Wat werd er deze keer van hem verwacht?
Aan het eind van de straat zag hij felle lichten naderen. Koplampen die op de
weg schenen. Een donkere auto kwam snel en geluidloos dichterbij. Dit moest de
baas wel zijn. Hij rilde en stak nerveus een peuk op.

De auto stopte op de hoek van de straat, zo’n vijftien meter bij hem vandaan. De lichten doofden en het raam aan de bestuurderskant ging langzaam omlaag. Het enige dat hij kon zien was de hand die hem wenkte. Met het hart in zijn keel liep hij op de grote Audi A8 af. Voordat hij zelf in zo’n auto zou kunnen rijden moest hij nog honderden van dit soort klusjes doen, bedacht hij. Het achterportier klikte open. Hij nam plaats op de achterbank en probeerde in de achteruitkijkspiegel het gezicht van zijn opdrachtgever te zien maar de spiegel stond te scheef om ook maar een glimp van de man op te kunnen vangen.

Het was donker in de auto, donker en koud. Te donker om scherp te kunnen zien. Zijn ogen wenden langzaam aan het duister en hij ontwaarde twee personen voor in de auto. Hij legde zijn klamme handen op de koele lederen leuningen. Het gevoel bekroop hem dat er iets niet volledig in de haak was. Niemand sprak. De auto werd gestart en draaide elegant om haar as. De motor trilde licht, maar nauwelijks hoorbaar. Fransje schraapte zijn keel. Moest hij nu wat zeggen? Het was een bekend gebruik dat men wachtte tot er door de baas gesproken werd. Maar de man zei nog altijd niets. En de stilte maakte hem bang. Wat stond hem toch te wachten?

Categorieën: Co-ColumnFictie

7 reacties

Robert · 22 oktober 2017 op 13:28

De verwachtingen zijn hoog. Jullie macabere geesten kennende gaat het een andere kant op dan deze opmaat doet vermoeden. Stel ons niet teleur!

Arta · 22 oktober 2017 op 13:30

Spannend Kootjje, dames!

Nummer 22 · 22 oktober 2017 op 14:04

Spannnnnend. Ik verwacht dat Fransje zijn vorige klus verprutst heeft en nu op weg is naar een zak cement en leeg olievat dat klaar staat op de kade van een desolaat
Botlek havengebied. De plons zal niemand horen door dit gure weer maar…. door een verrekijker loerde een stroper van konijnen en hazen. Toevallig zag de stroper de lichten van de Audi langzaam doven maar het kentekenummer stond in zijn geheugen gegrifd…..

Karen.2.0 · 22 oktober 2017 op 18:17

@Robert:macabere geesten!? 😀 , iedereen heeft deep down z’n zwarte pizzapuntjes, dit is een mooie gelegenheid om die lekker naar boven te schrijven.
@Arta: Thanks!
@22: nou is het de kunst om alles wat jij verwacht de andere kant op te draaien 😀
😀 , wacht af en huiver 😉

Mien · 23 oktober 2017 op 00:00

I Truffatori in co-column-vorm. Leuk dames. Ben benieuwd naar het vervolg. Dat gaat zeker en vast niet lang duren. Welke vingers worden eraf gehakt? ? ?

Nummer 22 · 23 oktober 2017 op 04:59

Lange vingers in tiramusi…jammie?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder