Ze had een van de meest goedkope saree’s aan en stond daarmee in de felle zon te wachten op de bus die haar weer naar haar dorp zou moeten brengen. Haar huid was lelieblank en lippen zoet en zacht als honing. Nectar die nog nooit door een ander geproefd was. Ze was letterlijk een maagdelijke schoonheid. Rani had nog geen Raja, haar eigen Indiase prins. Hij hoefde van haar niet vermogend te zijn, of lijken op de knapste … Indiase filmster. Zijn hart moest echt zijn, broos, gevoelig, maar tegelijkertijd ook oersterk, zodat deze nooit zou stoppen met tikken. Daarmee leek haar liefdeswens een toch wat clichématige Bollywood gehalte te hebben. Haar ouders begrepen haar als geen ander.

Zij hadden elkaar ook zelf gevonden, terwijl beider families moeite deden hen uit te huwelijken met anderen die in hun ogen beter zou passen. In de verte zag ze de bus aan komen rijden. Ze slaakte opgelucht een zucht. De bus naderde, waardoor zand opstoof. Ze bedekte haar gezicht met een stuk goud bewerkt sareestof en kneep haar amandelvormige ogen zachtjes dicht. Met piepende banden stopte het gevaarte pal naast haar. Stickers en zelf bespoten reclameteksten ontbraken op de portieren. Ze probeerde naar binnen te gluren, toen de schuifdeur openging. “Kom binnen” beval een zware stem vanuit het donkerste hoekje in de bus.

“is dit de bus naar Indarpat?” vroeg zij twijfelachtig, in het Engels met een diep Indiaas accent. Nog voordat zij antwoord kreeg, werd ze woest door vier armen naar binnen gesleurd, alsof er een duivelse variant bestond op hindoegod Vishnu. De onbeletterde bus reed met gierende banden weg, op zoek naar een plek die door mens en dier verlaten was. Ze stopten bovenop een berg, die uitzicht gaf op een kolossale vuilnisbelt, waar kinderen klein als mieren gebruikte goederen boven hun hoofden tilden.

De vier armen bleken er twaalf te zijn. Horend bij zes jonge mannen, die niet zouden misstaan als schurken uit een Bollywood film. Haar ogen werden afgedekt met een bezweet t shirt van degene die zich als eerste ontkleedde. Zo strak om haar gezicht gebonden, dat striemen en bloedstollingen opkwamen. Toen commotie ontstond over wie als eerste mocht, schreeuwde zij haar duivelse goden om genade.

Tien vuisten sloegen bruut op haar in. Twee handen plaatsten zich naast haar lichaam, een gestalte kroop er onhandig op, alsof het zijn eerste keer was. Tien monden en tongen schreeuwden haar vulgaire woorden toe . Een mengeling van vaginale bloed, mannenzweet en onschuldige tranen, kleurde haar lichaam licht roze, alsof ze met phagwa poeder bestrooid was.

Deze twaalfarmige satan, had gelijk als Vishnu ook een knuppel. Hier bewerkten ze haar mee, nadat ze allen hun gerief bereikt hadden. De knuppel eindigde diep in haar darmen, toen ze inmiddels haar bewustzijn had verloren. Dit is geen passage uit een spannend boek, maar realiteit in India waar dagelijks dergelijke verkrachtingen plaatsvinden.

Haar redder, haar eigen Raja, haar held bestond evenmin. In het ziekenhuis bleek zij niet meer te genezen en werd zij als een kreupel, gewond, beschoten en mishandeld beest alsnog, door de dood uit haar lijden verlost.
Sergio Bunsee

Categorieën: Actualiteiten

sergiobunsee

Pedagoog, coach, therapeut schrijft over Suriname, cultuur, pedagogiek en de mensch in al zijn vormen.

5 reacties

Harrie · 19 februari 2013 op 14:06

Als je hier akelig van moet worden is dat goed gelukt. Liefde en wreedheid on tour, heftig uitgesponnen in openbaar beroer. Een negatieve boodschap onverteerbaar verpakt in fantasie. Knap geschreven. Alleen de titel vind ik minder sterk. Groet, Harrietje

Nachtzuster · 19 februari 2013 op 15:31

Rauw geschreven, zonder ergens over the top te gaan. Knap. Bij mij liepen de rillingen over de rug.
Eens met Harrie dat de titel minder aanspreekt. Iets kort en krachtig had het helemaal afgemaakt ( 😕 ).

Sagita · 19 februari 2013 op 19:18

Opzoek naar waarvoor de hindoegod Vishnu staat, om meer inzicht te krijgen in dit walgelijke gedrag van Indiaanse/Pakistaanse of welke cultuur dan ook die mannen het recht geven om het leven bij de bron te bezoedelen, kwam ik terecht op een Surinaamse site waar je deze column eerder heb geplaatst. Dat doet natuurlijk niets af aan je – neem ik aan – afkeer van dit gedrag. Alleen begrijp ik weinig van wat dit gedrag met de Hindoegod Vishnu te maken heeft. Dus met je titel. De gebeurtenis op zich is zo walgelijk (gisteren nog de verkrachting van een zesjarig meisje in Pakistan in het nieuws) dat ik me afwend van landen/culturen waar dit kennelijk geaccepteerd is. Immers de rechterlijke macht (politie) staat het min of meer toe. Ik vind het ronduit beestachtig!
Goed dat je het aankaart en ja je kan goed schrijven!
groet Sa!

Yfs · 19 februari 2013 op 20:54

Elke verkrachting op zich lijkt me een afgrijselijk gebeuren, doch de gruwelijke details doen er nog een schepje bovenop. Ik vraag me alleen af waarom ze in het engels vroeg of het de juiste bus was, terwijl het verhaal zich in India afspeelt?

Jammer dat je opeens als schrijver tevoorschijn komt door toe te lichten dat het geen passage is uit een spannend verhaal. Zo ruk je de lezer alleen maar weg uit een verhaal wat op zich al overtuigend genoeg is geschreven.

arta · 20 februari 2013 op 11:34

Poeh, heftig verhaal, goed geschreven…

Met de titel doel je op de vele armen, waarop je ook in jouw verhaal de nadruk legt?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder