De herfstwind blaast de laatste bladeren van de bomen als Bram bij zijn vaste stamcafé naar binnen stapt. Hij komt al jaren in café “de Peer”. Daar heeft hij zijn vaste stek, links vooraan de bar op zijn eigen kruk. Iedereen in het café weet: “dat is Bram’s kruk”. En dat wordt geëerbiedigd door de overige cafégasten. Al jaren. Bram kwam al in het café toen Peerkes grootvader, d’n ouwe Peer nog de scepter zwaaide achter de toog. Na d’n ouwe Peer kwam diens zoon, de jonge Peer de dienst uitmaken. En nu dan de derde Peer op rij: Peerke. En ook die heeft zijn zoon voor de zekerheid alvast met dezelfde naam gezegend. Maar het is nog wat vroeg om te zeggen of Peerkes’ spruit het horeca vak ambieert. De inrichting is in al die jaren bijna niet veranderd. Het is een echt bruin café, waar mensen komen om met elkaar te buurten te biljarten of te kaarten. Een gokkast, een reproductie van de “Aardappeleters” van Vincent van Gogh aan de muur en muziek uit de jaren ‘70 bepalen mede de sfeer. Vader Abraham zou er zo een liedje over kunnen maken. Bram heeft als bouwvakker nog regelmatig de helpende hand toegestoken, als er verbouwd of gerenoveerd moest worden. De naam van het café is een begrip in de wijde omgeving. Vroeger had je nog wel meer cafeetjes langs deze route, maar die zijn inmiddels al lang verdwenen. Tegenover Bram doet Peerke regelmatig zijn beklag over de huidige situatie in de bedrijfstak. “Jongen, de spoeling is dun voor de horeca dat kan ik je wel vertellen. De jeugd gaat eerst ergens indrinken, voordat ze hier komen en dan is het vaak al laat op de avond” moppert hij. “Ben blij dat het clubje uit de Bloemenwijk ons nog ziet zitten”. Ja, de tijden veranderen. Vroeger had je in elke kroeg wel een of andere gast die voor de komische noot zorgde en de rest meetrok, maar dat zie je niet meer tegenwoordig. En Bram is al zeker niet het type dat voorgaat in de polonaise. Die zit liever op zijn kruk en bekijkt het allemaal vanaf de zijlijn. “Dat rookbeleid heeft veel kapot gemaakt en de mensen houden de hand op de knip. Fietsers nemen vaak zelf hun natje en hun droogje mee voor onderweg” gaat Peerke verder. Ondanks al die zwarte wolken ziet Peerke het cafébedrijf echter nog wel steeds als “hogeschool van het leven”. Want in het café is geen dag hetzelfde, het is altijd anders. Het was niet bij voorbaat een uitgemaakte zaak dat Peerke zijn vader zou opvolgen. In eerste instantie volgde hij een opleiding voor timmerman, eigenlijk dankzij Bram. Dat was een vakman en Peerke keek tegen hem op. Maar na het overlijden van vader en kort daarop moeder besloot Peerke om hamer en beitel aan de wilgen te hangen en alsnog als kastelein verder door het leven te gaan.

Maar zoals gezegd, Bram hoort zo ongeveer bij het interieur. Al jaren. Hij heeft het altijd goed kunnen vinden met de Peerkes. De ouwe Peer heeft hem zelfs eens uit de sloot moeten vissen, toen Bram van zichzelf toch stellig dacht dat hij op weg naar huis was. Heeft die goeie ouwe hem zelfs helemaal thuis gebracht. Maar de laatste tijd gaat het allemaal wat moeizamer. Sinds hij zijn baan kwijt is geraakt is het allemaal niet gemakkelijker geworden voor hem en zijn directe omgeving. Daarbij ziet dat clubje uit de Bloemenwijk Bram sowieso al niet zo zitten meent hij. Ze gaan voor de grap op zijn vaste stek zitten en lachen hem uit als hij boos wordt. Vorige week was er al een aanvaring en zo ook vandaag. Als Bram van het toilet komt is een van die opgeschoten blagen op zijn kruk gaan zitten. Bram schiet uit zijn slof en Peerke moet er aan te pas komen om alles weer enigszins in goede banen te leiden. Bram pruttelt nog wat na op zijn kruk. Zijn kruk! Uit balsturigheid gaat hij even later een potje biljarten, alleen, om die snotneuzen nog eens lekker dwars te zitten. Want hij weet dat het eigenlijk hun tijd voor een partijtje is. Maar dan loopt de zaak compleet uit de hand. Een opmerking valt verkeerd en er wordt met de keu en de vuist geslagen. Een kopstoot a la Zinedine Zidane, er wordt gegild en kijk: daar heeft iemand een bloedneus. Peerke moet weer ingrijpen en als hij Bram in de houdgreep heeft vraagt hij hem om het café te verlaten. “Het lijkt me voor iedereen het beste als je voorlopig maar thuis blijft” geeft hij hem mee. Bram stapt op en als hij de deur, die hij zelf nog heeft afgehangen, achter zich dicht trekt blaast de gure herfstwind hem tegemoet. En hij weet, na al die jaren: “hier zien ze me nooit meer terug”.

Categorieën: Algemeen

G.van Stipdonk

Gerard van Stipdonk. Mijn motto: Wie schrijft die blijft.

16 reacties

irma1969 · 17 december 2013 op 12:59

Is dit een column of een kort verhaal?

    g.van stipdonk · 17 december 2013 op 20:16

    Inderdaad misschien eerder een verhaal dan een column. Maar wat ik mij eerder afvraag: pakt het of pakt het niet?

      Nachtzuster · 19 december 2013 op 00:34

      Hij pakt inderdaad, G. Een paar extra enters hadden hem nóg lekkerder leesbaar gemaakt, zeker vanaf een mobiel. Maar prachtig sfeerverhaal over een bruin café met zijn bezoekers en kastelein. Ik zag er plaatjes van Anton Pieck bij. Chapeau.

        g.van stipdonk · 19 december 2013 op 20:13

        Dank je wel. Een goede stimulans om op deze weg verder te gaan.

Pierken · 17 december 2013 op 16:00

Een verhaal met een mooie weemoedige sfeer, Gerard. Exact zoals die hangt in een bruin café. Ik zie Peerke zijn glazen poleren tijdens zijn praatje met Bram. Met een rood-wit geblokte vaatdoek, hangend aan zijn versleten schort. De rook hangt er nog. Toffe tred in het rondje langs de peren. Graag gelezen! Volgende keer wellicht de categorie ‘Verhalen’ kiezen.

    g.van stipdonk · 17 december 2013 op 20:17

    Dank je wel voor deze mooie woorden. En: er zit nog meer in het vat!

Libelle · 17 december 2013 op 18:51

In mijn stamcafé werd nooit gevochten, mijn waard had dan ook een dochter. Allemans vriend en willig als een rijpe vijg!
Maar toch het verhaal met plezier gelezen, al was het maar vanwege het onveranderde interieur en opstijgende, rottende bierlucht uit de Heugaflextegels.
Trouwens ook omdat het treffend is gecomponeerd.

    Libelle · 17 december 2013 op 18:54

    Trouwens 2; Kwam je nou naar de nieuwjaarsreceptie?

      g.van stipdonk · 17 december 2013 op 20:21

      Wordt een beetje lastig. Roosendaal is het niet? Beetje uit de richting voor mij. In ieder geval alvast de beste wensen en een plezierige columnrijke receptie.

    g.van stipdonk · 17 december 2013 op 20:18

    En werd daar dan niet om gevochten? Bedankt voor deze treffende reactie.

arta · 18 december 2013 op 09:02

Mooie sfeertekening, G.!

    g.van stipdonk · 18 december 2013 op 21:15

    Dank je wel. Eigenlijk zou ik naar aanleiding van bovenstaande opmerkingen dit nog willen toevoegen (na de opmerking over Vader Abraham):

    De geur van verdampte rookwaren en verschaald bier is zodanig geïmpregneerd in het interieur dat deze bij wijze van spreken honderd jaar na de afkondiging van het rookverbod nog ruikbaar zou kunnen zijn.

Mien · 19 december 2013 op 00:23

Dit zijn kroegen waar ik graag mag verpozen. Uit het leven gegrepen. Waar de tijd even stilstaat, in het voorbijgaan. Graag gelezen. :yes:

    g.van stipdonk · 19 december 2013 op 20:17

    Graag gedaan. Het kroegleven heeft mij ook altijd aangesproken. Heb daar dan ook veel tijd versleten in goede en slechte tijden. Ik zou daar bij wijze van spreken wel een boek over kunnen schrijven.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder