Al drie weken rook ik niet meer en pas nu durf ik uit te rekenen wat mij dat per jaar scheelt in mijn portemonnee.
Carla, mijn vrouw, of nee, liever gezegd, Carla de vrouw die mij gedoogt zit in hetzelfde schuitje. Zij rookte een pakje per dag, terwijl ik er twee weg stoomde.
Dat kost dus twaalf euro per dag. Dat is per jaar……..? en bedraagt in guldens….?????????????
Hè, zoveel? Besparen we een kleine TIENDUIZEND gulden per jaar met deze move?
O, wat word ik daar blij van. Nog geen zeven dagen laten, als ik van mijn werk thuis kom, zegt Carla dat zij zo’n sigaret in d’r hoofd heeft en houdt haar handen een kleine meter van elkaar.
Sociaal als ik ben, begin ik meteen met haar mee te denken.
“Als we nu eens een pakje kopen en er maar twee van oproken?” suggereer ik.
Het leek ons allebei een goed idee, en racen in haar Nissan Micra als een speer naar een benzinestation. Aldaar koop ik het spul en spring weer in de auto, als was het een overval, met dit verschil, dat wij niet wegscheuren, maar ogenblikkelijk een sigaret opsteken.
Binnen niet al te lange tijd staat het wagentje helemaal blauw van de rook en een tankende dame kijkt bedenkelijk onze kant uit. Als wij na een kleine minuut onze drug tot op de laatste vezel in onze longen gezogen hebben, bedenken wij, dat het op zijn minst de rijvaardigheid gunstig zal beïnvloeden als wij de ramen open zetten.
Met een bonk rijdt Carla over de lus van de benzinepompslang van de tankende dame en ik schreeuw nog uit het zijraam, waar de damp als een tornado uitkomt, dat wij gestopt zijn met roken.

Thuis gekomen voelen wij ons, alsof wij een moord gepleegd hebben, maar na het avondeten schromen wij niet om ook in huis een pafke op te steken.
Langzaam stroomt de duivel weer terug in onze lichamen.

Nu heb ik achter in de tuin een pipowagen staan, alwaar ik onduidelijke experimenten uitvoer en het leek ons een strak plan, om daar het aangesproken pakje sigaretten neer te leggen.
Lekker ver weg, in ieder geval.

De volgende dag zitten wij dan ook met de deur op een kier in de pipowagen te stomen.

Deze vertoning gaat zo nog even door, tot het pakje leeg is en dan gaan wij weer over tot de orde van de dag.

“ Heeft u ook snuiftabak,” vraag ik aan de vrouw in de tabakzaak.
Ze heeft het niet en verslagen loop ik terug naar mijn auto.
Nu maar even flink zijn.
Al rijdend zie ik in gedachte een tekst die op een tijdschrift stond dat in het tabakswinkeltje op de toonbank lag: De veen-besparelmoer-vlinder.
Veen-besparelmoer-vlinder???????

Nooit van gehoord. Morgen ga ik het tijdschrift kopen. Zonder sigaretten.

“ U bedoelt de veenbes parelmoervlinder?” vraagt de verkoopster als ik de volgende dag naar het tijdschrift met die tekst erop vraag.
“Ja,” zeg ik, “met een pakje……..pakje……………………kauwgum.


4 reacties

pally · 23 juni 2008 op 10:35

Ik vind dit best een geinig stukje, francisM.
Leuk en met vaart geschreven.
Dat je zoveel entert haalt helaas die snelheid er weer uit, als een straat met te veel verkeersdrempels. Ook al die vraagtekens en de vele puntjes kunnen mij niet bekoren. Hou het simpel, ook voor het oog, is mijn raad, dan is het leuk genoeg,

groet van Pally

Dees · 23 juni 2008 op 10:57

Erg leuk stuk!

KawaSutra · 23 juni 2008 op 16:43

Luchtig stukje, de zware dampen zijn aardig opgetrokken. Succes met het volhouden.

SIMBA · 23 juni 2008 op 17:12

12 euro per dag de lucht in blazen, je kunt er elk jaar 2x luxe van op vakantie….of vlinders bestuderen natuurlijk! 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder