De gewone gezonde man is weer op vakantie. Deze keer heeft hij zich in de buik van een grote metalen vogel vijftienduizend kilometer van huis en haard laten vervoeren naar een tropisch eiland en een imitatie-authentieke palmhut op een strand betrokken. Zijn cheques heeft hij ingewisseld voor schelpen van verschillende grootte en kleur die binnen het Tropical Dream Paradise als betaalmiddel fungeren. De plaatselijke autochtonen lachen zich hier rot om en doen het gewoon met Amerikaanse dollars. Op dit moment staat de gewone gezonde man voor zijn hut op het strand over de oceaan uit te kijken. Hij staat er al een tijdje, laten we zeggen twintig minuten, dus zijn onderbewustzijn is al bijna klaar met te beslissen of zijn baasje honger moet krijgen of geil moet worden. Maar nu verschijnt er aan de horizon een donkere, horizontale streep. Het is een enorm hoge golf, een tsunamigolf. Na een paar minuten krijgt het bewustzijn van de gewone gezonde man hem ook in de smiezen. Hé, denkt hij, een donkere, horizontale streep!

Nu komt zijn tienjarige zoontje Junior naast hem staan en wijst op de enorme golf in de verte. Papa, vraagt hij, wat is dat voor een grote golf? Papa betwijfelt of het hier een golf betreft, want zo’n grote golf heeft hij nog nooit gezien. Maar Junior houdt aan door zich hardop af te vragen: Als het geen golf is, wat is het dàn? Hier moet papa even over nadenken. Uiteindelijk besluit hij dat het inderdaad zeer waarschijnlijk een hoge golf is.

Daar zou je mooi op kunnen surfen, zegt hij, maar zijn zoontje is van mening dat de golf te hoog is om op te surfen en schat de hoogte op die van een flatgebouw van tien verdiepingen. Zijn vader acht deze schatting wat aan de hoge kant. Tien verdiepingen? Dat zou dus een meter of vijfentwintig zijn. Nog iets meer, zegt Junior, want je moet voor de hoogte van een flat ongeveer tweeëneenhalve meter aanhouden en dan komt de dikte van alle vloeren er nog bij. En soms zit er ook nog iets van een dak op. Papa beaamt dit met tegenzin, maar is toch nog niet helemaal overtuigd en verzoekt Junior de verrekijker uit de blauwe sporttas te gaan opdiepen. Even later tuurt hij door de verrekijker in de verte, zijn hersenen maken ingewikkelde berekeningen waarbij de uitkomst iedere keer minstens vijfentwintig is. Dus laat hij de verrekijker zakken en zegt tegen Junior dat het moeilijk te schatten is, de hoogte. Omdat je geen referentiepunt hebt. Maar Junior hoort het niet meer, want die heeft het inmiddels op een lopen gezet.

De golf is nu zo dichtbij gekomen dat zelfs de gewone gezonde man geen twijfels meer kan hebben omtrent zijn precieze aard: een gigantische, donkere muur kijkt dreigend op hem neer. Er moet iets gebeuren. En er gebeurt ook iets: de gewone gezonde man krijgt ineens een erectie en een enorme trek in Franse kaas.

Spencer Brandsen

Categorieën: Algemeen

3 reacties

Yfs · 9 december 2012 op 15:02

Yep, K’heb ‘m gezien hoor…. die donkere horizontale streep!

En ja… die erectie ook!!

Kostelijk!!!! :hammer: 😆 😆 :wave:

Nachtzuster · 9 december 2012 op 18:46

Halverwege dacht ik: Ik heb dit al eens gelezen. En dat blijkt, in een vorige column van jou over een gewone man. Deze is net even anders en ook erg leuk. 😆

Oja, dank dat je nu witregels plaatst, dat leest een stuk prettiger.

Meralixe · 9 december 2012 op 19:17

U leest het hierboven ook tussen de regels. Enerzijds schrijft U vrij goed tot zelfs zeer goed maar door steeds min of meer dezelfde sfeer aan te houden valt U een beetje in herhaling!
Door eens mee te doen aan die actie over het stelen van teksten van andere column x schrijvers zou u mogelijks uit uw cocoon gerukt worden.Zie column x café.( Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder