In een onbeholpen staat van verwarring word ik wakker. Het is 09:00 ’s ochtends. Mijn vriendin heeft inmiddels ontbeten, gedoucht, haar kamer opgeruimd en rommelt nog wat aan voordat ze naar haar werk zal gaan. Ik volg haar dansende heupen en ronde billen de kamer door. Ik beland in een dagdroom en zie mezelf met een woeste baard en een kinderwagen lopen. In de kinderwagen ligt een kind, en ik neem aan dat het van mij is. Het jongetje heeft wellicht geen woeste baard, maar het leest wel een roman van Jonas Jonasson en roept telkens dat het kapitalisme onze ondergang wordt. Dit kan niet missen.

Mijn droom van afgelopen ochtend heeft me aan het denken gezet. Wat als mijn zoon helemaal niet op voetbal wilt, maar gaat hockeyen? Of handballen? Of erger: korfballen? En wat als ik een dochter krijg? Mijn dochter moet gaan hockeyen of dansen, maar wat als ze wilt gaan paardrijden? Wat als mijn dochter stiekem sigaretjes gaat roken achter het fietsenhok en mijn zoon een Nickelson jas koopt?  Ik wil mijn kinderen vrij laten, maar tegelijkertijd wil ik ze kneden naar mijn ideaalbeeld. Ik raak in paniek. Ik bel mijn vriendin en hang een onsamenhangend verhaal op over onze ongeboren kinderen.

Ik sta in de supermarkt. Een gangpad achter me hoor ik een verhitte discussie tussen twee Marokkaanse meiden en een Nederlandse man. Het gaat over vluchtelingen. Het gaat altijd over vluchtelingen. De man vraagt de twee meiden wat moslims eigenlijk aan de huidige maatschappij hebben bijgedragen. Hij vindt het niet slecht of racistisch om te erkennen dat sommige bevolkingsgroepen beter zijn dan anderen. Hij foetert “iedereen als hetzelfde beschouwen, dát is racisme”, – en raast stampvoetend het wereldgerechten gangpad uit.

Ik bel mijn vriendin opnieuw op. Willen we eigenlijk nog wel kinderen, vraag ik haar op licht emotionele wijze. Wat als onze zoon bevriend raakt met de zoon van de man uit de supermarkt? Wat als onze dochter geen sigaretten achter het fietsenhok krijgt aangeboden, maar stukjes propaganda die haar langzaam veranderen in een onwetende PVV-aanhangster? Doe mij dan maar die zwarte longen, besluit ik.

Die nacht droom ik opnieuw. Het is 2025 en ons land zit vol met vluchtelingen, asielzoekers en zwarte mannen. Verdeeldheid heerst. Mijn zoontje is drie jaar oud en heeft nog nooit een zwarte man ontmoet. Na drie dagen zeuren en smeken besluit mijn vrouw hem mee te nemen naar een zwarte man. Mijn zoon houdt het niet meer. Na alle verhalen over de zwarte meneer, gaat hij er eindelijk eentje ontmoeten. Een goed uur later komt mijn vrouw terug met onze zoon. Hij kijkt sipjes. “Het enige verschil tussen de witte en de zwarte meneer, is de kleur” – mompelt hij teleurgesteld. Ik ontwaak uit mijn droom en zie mijn vriendin naast me liggen. Ik ben trots op onze ongeboren zoon, fluister ik in haar oor voordat ik weer in slaap dompel.

Categorieën: Maatschappij

10 reacties

Mosje · 1 maart 2016 op 12:22

Prachtig geschreven, mooie clou aan het eind. En bij jou komen die kinderen wel begrijp ik, al zou ik voorlopig even doorgaan met het volgen van die heupen en billen 😉

pally · 1 maart 2016 op 12:35

Hij is leuk met een ondertoon van ernst. Ik vind het mooi als humor ernstig is en je er toch om moet lachen. Je onthoudt het. ‘Humor is eigenlijk het ernstigste wat er is’, schreef ik ooit.
Het ‘wereldgerechtengangpad” top! Zie uit naar je volgende…

Taalkundige peanut: het is niet mijn zoon ‘wilt’ maar mijn zoon ‘wil’

Mien · 1 maart 2016 op 12:41

Wat een goede column. Alles zit erin. Niets meer aan doen. De ernst en humor scherp in elkaar gevlochten. Welkom bij CX.

… voordat ze naar haar werk zal gaan
Liever:
… voordat ze naar haar werk gaat

Zullen, willen, worden, moeten … nergens voor nodig. Ha,ha.

Mien · 1 maart 2016 op 12:47

Een goede column. Niets meer aan doen. Alles zit er in. De humor en de ernst mooi met elkaar vervlochten. Welkom bij CX.

… voordat ze naar haar werk zal gaan
Liever:
… voordat ze naar haar werk gaat

Zullen, willen, moeten, mogen, worden … nergens voor nodig. Ha, ha.

miepske · 1 maart 2016 op 14:01

Mooi!

arta · 1 maart 2016 op 15:32

Mooi geschreven, Tom!

Welkom op ColumnX.

Meralixe · 1 maart 2016 op 15:52

Welkom op column x
Het kan uiteraard de leeftijd zijn, ( ik ben eergisteren 65 geworden) maar enkele zinnen benaderen het punt waar de meeste lezers je niet meer kunnen volgen. We hebben het er hier nog over gehad. Enerzijds krijgt de column door het opzoeken van die lijn een kwalitatief hogere waarde maar o wee als je er over zit en de lezer niet meer ‘mee’ is.
Klein voorbeeldje:
‘Doe mij dan maar die zwarte longen, besluit ik.’ schreef je onder meer.
Daar schuilt een mooi verhaal achter. Beginnen met kinderen- stoppen met roken voor de gezondheid van het kind. Mooi, maar wie van ons allen lezers had het door dat je dit bedoelde? Of, bedoelde je iets anders? Ook goed maar zeg het me dan even.
Schrijven… heerlijk!

La_vie_en_rose · 1 maart 2016 op 15:52

Wat een leukerd! Zo mogen er hier meer op de hoofdpagina verschijnen.

Bruun · 1 maart 2016 op 20:16

Goed debuut. Welkom.

tomgrosfeld · 11 maart 2016 op 15:28

Bedankt iedereen voor de positieve reacties, en nog belangrijker: voor de feedback!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder