Vluchtig lopen ze hand in hand de stationshal door. Het meisje lacht, haar moeder peinst. De trotse rode stip die tussen haar wenkbrauwen prijkt wordt overschaduwd door grove rimpels van verslagenheid. Ze heeft de hoop opgegeven. Het meisje ontwijkt sierlijk de voegen van de tegels in de stationshal, want als ze met haar voet op twee stenen tegelijk belandt, is ze af, vertelde haar moeder haar ooit.

Ze heeft slordig gevlochten haar en in haar linkerwang ontstaat een klein kuiltje als ze lacht. Alsof Michelangelo met een klein hamertje een perfect kuiltje heeft getikt in haar marmeren wangetje.

Ik schrik op als ze voor me staat. Of ik misschien geld of wat te eten voor haar en haar moeder heb, want ze hebben zo’n ontzettende honger. Terwijl ik me afvraag hoelang dit meisje geen fatsoenlijke douche gehad heeft komt haar moeder met een genegen glimlach achter het meisje staan. Ze legt haar zachte hand op het fragiele schoudertje. Haar blik straalt een gevoel van schaamte uit, haar houding verraadt dat ze niet anders kan. Als bedelen je laatste strohalm is geworden, wordt schaamte omgezet in overlevingsdrang.

Ik grijp naar mijn Albert Heijn tasje en vind een pakje Oreo-koekjes. Ik geef ze aan het meisje. Een glimlach tovert zich op haar gezicht. Ze kijkt naar haar moeder en geeft de koekjes netjes af. ‘Samen delen?’ – vraagt ze.

Ik voel me goed. Mensen helpen die minder bedeeld zijn dan jijzelf zorgt vaak voor een hoge mate van zelfgenoegzaamheid. Of dit voortkomt uit een gevoel van medelijden met de dakloze medemens of uit een neiging om het eigen ego te strelen weet ik niet, maar het resultaat blijft hetzelfde. Toch slaat dit net verkregen euforische gevoel al snel om in schaamte. Ik heb vier Oreo-koekjes afgestaan aan een moeder en een dochter die helemaal niets hebben en ik voel me daarna nog goed ook.

Waarom trakteerde ik het tweetal niet op een lekkere lunch? Twee Italiaanse bollen met gerookte zalm en een verse jus d’ orange, bijvoorbeeld. Of ik kon naar de pinautomaat lopen om ze een briefje van vijftig te geven. Of honderd. Zou ik het voelen? Een paar uur werken en ik heb het terug.

Een dakloze in de watten leggen. Het fladdert even door onze gedachten wanneer we vanaf een veilige afstand toekijken, maar zodra de confrontatie aanbreekt vliegt dit idee ons hoofd weer uit. Hun wens naar een klein beetje geluk kunnen wij met gemak doen laten uitkomen, maar we steken onze kop liever in het zand, diep tussen de voegen van de stationshal in.

Categorieën: Algemeen

9 reacties

Yfs · 11 juni 2016 op 08:55

Mooi en beeldend geschreven.

Twee kleine opmerkingen :
‘vluchtig lopen’ en ‘peinzen’ lijkt me niet iets wat makkelijk samengaat.
Dat rimpels een rode stip kunnen ‘overschaduwen’ lijkt me onwaarschijnlijk, eerder zou ik dan denken aan ‘verkreukelen’ of ‘vervormen’.

De zin over het kuiltje is dan weer een pareltje. Prachtig neergezet.

De laatste alinea/afronding had iets uitgebreider gemogen, juist omdat daar de (mooie) boodschap in schuilt. Ook oppassen dat je niet generaliseert, er zijn genoeg mensen die niet hun kop in het zand steken.

Welkom op CX. Ik lees graag meer van je.

Beeldend geschreven column met een mooie boodschap.

Yfs · 11 juni 2016 op 08:58

Tja, de laatste regel hoorde er eigenlijk niet meer bij. Vergeten weg te halen. Toch lastig dat je een geplaatste reactie niet meer aan kunt passen!

Meralixe · 11 juni 2016 op 09:12

Inderdaad Yfs, die zin met dat kuiltje was me ook opgevallen maar een mooie boodschap zag ik niet. Je mag lullen zo veel je wil, het blijft een oneerlijke situatie waarbij degene aan de ‘goede’ kant dan toch een beetje ‘dief’ is.

NicoleS · 11 juni 2016 op 09:27

Prachtig geschreven. Ik ben onder de indruk. Zowel van de schrijfstijl als het verhaal zelf.

van Gellekom · 11 juni 2016 op 10:31

Mooi en beeldend

Esther Suzanna · 11 juni 2016 op 13:05

Mooi.

Mien · 12 juni 2016 op 12:45

Een ontmoeting die tot nadenken stemt. Het zou een mooi gebaar zijn om altijd dubbele boodschappen te doen. Voor jezelf en voor de ander, in werelden van rijkdom en armoede. Zolang het maar niet bij zoete broodjes blijft. Goede column.

Bruun · 12 juni 2016 op 22:15

Erg mooi geschreven.

J.oost · 13 juni 2016 op 11:12

Mooie schrijfstijl, prachtig verhaal.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder