Is het je ooit opgevallen dat eendjes een hele grote invloed op je dag kunnen hebben? Tijdens een goede dag komt hun gekwaak je vrolijk tegemoet, maar in een slechte week lachen deze diertjes je uit, gemener dan de plaaggeest. Een vijver met eendjes is de barometer van mijn humeur.

Maar vandaag was het geen van beiden, het eendje van vandaag zat daar enig in z’n eentje in het midden van de vijver. En hij kwaakte niet. Hij lachte me niet uit, maar ook niet toe.

Ik fietste door, en ik was verward en opgelucht tegelijk. Dit eendje had heel goed door wat het probleem was tegenwoordig: de mens was een stil beestje geworden in het midden van een grote vijver. Dit eendje had geen signalen als een scheidingsmakelaar, herken de homo of de PVV nodig om te merken dat het allemaal aan het veranderen was. Hij zag de bewijzen elke dag voorbij racen, duizenden mensen met haast, mensen met eten in hun hand op weg naar hun drukke baan, maar geen eentje nam de moeite om hem even te voeren.

Het eendje had vaak verhalen gehoord toen hij zijn nest aan het opruimen was, naast de basisschool vlakbij zijn vijver: verhalen over de kracht van de mens, de evolutie, over het unieke van de mens en zijn vermogen om samen te werken. Des te vaker hij deze verhalen hoorde, hoe minder hij er werkelijkheid van zag worden vanuit zijn vijver. De mensen gingen alleen maar sneller fietsen, elke dag weer een extra trapje erbij. Ooit komt er een dag dat iedereen z’n ketting breekt, dacht hij.

Het eendje had dubbel medelijden met die zwaarbelaste kettingen van de voorbij fietsende mensen. Het was al niet goed dat er elke dag harder gefietst werd, maar het meest storende was nog wel dat er nooit gestopt werd om de ketting te smeren. De ketting was het belangrijkste van de fiets, het was de
verzameling van aan elkaar geklikte mogelijkheden die de mens kon vinden.

Het eendje dacht aan een spelletje welke hij kinderen wel eens zag spelen, waarbij het ene kind kruislings de handen van het andere kind vastpakte. De kinderen begonnen met rondjes draaien en draaiden steeds sneller en sneller, totdat een van de deelnemers vol op z’n bek ging. De moderne mens wilde volgens het eendje steeds sneller ronddraaien, de moderne mens vergat alleen dat het een ander moet vasthebben om verder door te blijven draaien. De moderne mens zou met deze instelling elke keer op zijn grote bek vallen.

De mensen hebben geen eens door dat ik niet meer kwaak, dacht hij. Vijftig jaar geleden was ik het best bezochte uitje op een zondagmiddag, nu gaan mensen op zondagmiddag naar het achtendertigste Chinese restaurant in de wijk om mij op te eten. Het eendje kon er soms nog wel om lachen. De mens was inderdaad het machtigste op aarde, maar het creëerde een vijand die hijzelf geen eens aankon, de mens werd vijand van de tijd. Productiemethoden, uitvindingen, energiebronnen en ideeën waren eindeloos, maar de klok, een uitvinding van nota bene de mens, had niet alle tijd. De klok was altijd al een ongeduldig iets, maar werd met de seconde ongeduldiger. Elke dag kreeg de klok meer voor z’n kiezen, maar hij groeide zelf niet. De wereld was een oneindige, zichzelf steeds versnellende Rock Around the Clock aan het uitvoeren, en ooit moest dit toch misgaan.

Op dat moment gebeurde er iets waar hij geen rekening mee had gehouden, al tijden niet meer: er nam iemand plaats op het bankje naast zijn vijver, en die persoon gooide zijn laatste stukjes brood het water in. Terwijl het eendje de stukjes bruin brood verdeelde over zijn kroost, had hij een tevreden gevoel: zijn kinderen hadden te eten, hij had nagedacht en zichzelf ontwikkeld. Hij keek naar zijn grote klok aan zijn prachtige muur, zijn klok ging bijna onder. Het werd donker, en het eendje ging naar bed. Hij kwaakte nog een keer naar de persoon op het bankje. De jongen op het bankje lachte terug.

Categorieën: Algemeen

2 reacties

Libelle · 31 mei 2013 op 18:22

Wat fijn Jappie dat je voor ons op het bankje bent gaan zitten. De mensen fietsen steeds harder maar ze smeren hun ketting niet. Heb genoten!

Libelle · 31 mei 2013 op 18:33

Ik heb je voorlaatste column van 30 mei 2011 nog eens gelezen. Toen was er nog leven in de brouwerij!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder