“Zeg Bert, volgend jaar zit je handelsvakschool er op. Heb je al een idee wat je daarna gaat doen ?”
“Nee pa, ik heb mijn keuze nog niet gemaakt. Je weet dat ik al enige tijd met de gedachte rond loop met een eigen zaak te beginnen.” “Ja jongen, dat weet ik, en ook dat je dan denkt aan iets waar het niet zozeer gaat over massaverkoop, maar meer aankomt op overredingskracht. Waarbij het er om gaat de mensen aan te praten dat ze dit of dat moeten nemen.En eerlijk gezegd, daar lijk je me ook de aangewezen persoon voor. Ik begin hierover omdat ik op kantoor hoorde dat die juwelierszaak op de hoek van de Braaksestraat en de Torenbrink, hartje centrum zoals je weet, vermoedelijk te koop komt. De oude Hellemans liet zich vaag in die geest uit toen hij laatst op de bank een gesprek had. Hij ziet het niet zo zitten om opnieuw te moderniseren, temeer nu zijn kinderen al gedeeltelijk voor een andere richting hebben gekozen, en ook van de jongste onlangs bleek dat hij zich niet achter al die sieraden en dure horloges zijn verdere leven ziet slijten .Ieder zijn meug denk ik dan maar, er zit best brood in die zaak en flink wat mensen zullen sieraden altijd begerenswaardig blijven vinden” .

“Pa, ik kan een heel eind met je mee gaan en ik had van Harm ook al gehoord over die zaak Hellemans. Hij is niet zo kapot van die branche. Hij vindt het een voor criminelen en aanverwant gespuis een te geliefde bedrijfstak. Met enige regelmaat worden de grofste middelen al ingezet om de etalagepuien kapot te krijgen, hoe sterk die ook worden gemaakt. Als ze er één hadden zou een centurion ingezet worden, maar nu neemt men zijn toevlucht tot zwaar-wegenbouw-materiaal als shovels en walsen. Binnen de kortste keren is een etalageraam leeg gegrist. En de verzekeringspremies worden door al die misdaad welhaast onbetaalbaar voor de juweliers. Nog brutaler is het om legaal of illegaal binnen te komen en onder bedreiging met vuurwapen personeel of klanten onder schot te houden, terwijl handlangers hun slag slaan en de motoren buiten al staan te ronken om de benen te nemen met de buit”

“Dat heeft mij aan het denken gezet. Zeker nadat onlangs een juwelier, waarschijnlijk ten einde raad, zelf naar het vuurwapen greep toen de misdaad bij hem over de vloer kwam.Hij haalde de trekker over en de kogel miste zijn doel niet. De overvaller zeeg ter aarde en kon het niet meer navertellen De juwelier, kennelijk helemaal buiten zinnen, was vermoedelijk zo kwaad dat hij de dader al of niet bewust nog een schop na gaf, of althans bewegingen in die richting maakte. Uiteraard bracht dit voorval het gehele justitutionele apparaat in beweging. Politie, hulporganisaties, openbaar ministerie, rechters, allen kregen het op hun bordje.

Eerst kwam het er op neer dat de juwelier werd verweten dat hij buiten zijn boekje was gegaan. Hij had “een beetje mis” moeten schieten. Zodat de rover het op zijn beurt beter kon doen ? En hij had het slachtoffer hulp moeten bieden. Dat is al helemaal van het absurde. Stel je eens voor, de man is waarschijnlijk doodsbang en onnoemelijk kwaad tegelijk. Moet hij dan de bruut tegemoet treden, niet wetende dat zijn schot al fataal was, met de vraag “lieve jongen, heb ik je soms zeer gedaan en zal ik de dokter roepen ?”

In zoverre is het nog goed gekomen dat de juwelier niet is veroordeeld wegens het schieten (hij handelde uit noodweer). Maar voor verboden-wapenbezit kreeg hij wel een portie dienstverlening toegemeten. Dat noem ik een lachertje!

Ik vraag me af wat voor dienstverlening dat is ? Moet hij met hulpbehoevenden wandelen in het bos bij een verpleeghuis ? In een huis van bewaring piercings verwijderen bij delinquenten (en daarbij “per ongeluk” niet alleen een ringetje doorknippen maar nog een stukje lel meenemen ook ?) Of zwerfvuil verzamelen langs ’s Heren wegen ? Als het laatste in de buurt van Soestdijk zou kunnen zijn zal er vast wel iemand zijn die nog een handje komt toesteken !

“Pa, laat Hellemans nog maar een poosje in zijn zaakje blijven!”


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder