Rond negen uur betreedt ze ons klaslokaal. De medewerkster van Vluchtelingenwerk. We kennen elkaar. Ze heeft een kind in mijn klas. Aan haar hand: een Somalisch jongetje van tien. Prachtig op kleur. Voorzien van grote glanzende gitzwarte ogen. Een pláátje. De andere kinderen kijken vanaf hun rekenwerk gebiologeerd toe. Vooral de meisjes. “Hier is ie dan!”, zegt de vrijwilligster. Inderdaad, dat ontgaat niemand. Na kort handjes schudden en ‘voorstelling van zaken’ verdwijnt de moeder. Abdi neemt plaats in zijn groepje. Hij spreekt geen woord Nederlands en wij geen letter Somalisch. Maar we sluiten hem direct in ons hart. Tijdens het speelkwartier staat hij opnieuw in het middelpunt van de belangstelling. Net als zijn twee zusjes. Met dezelfde aaibaarheidsfactor. Abdi is uiterst bijdehand en niet minder intelligent. Er ontgaat hem niets. Een tikkeltje verlegen maar altijd correct. Na 6 maanden spreekt hij prettig verstaanbaar Nederlands.

Op dag twee van zijn aanwezigheid in een vreemde witte wereld staat er schoolzwemmen op het lesrooster. Abdi heeft geen badkleding bij zich. De krat met gevonden voorwerpen brengt wel uitkomst. Met de anderen stapt hij in de bus die ons naar het gechloreerde water zal brengen. Het gezamenlijk omkleden gaat hem wat ongemakkelijk af. Hij bevindt zich in goed gezelschap. Turkse en Marokkaanse jongens zijn ook onhandig in de weer met hun, te kleine, handdoeken. “Jullie kunnen komen”, roept de, in alle opzichten, witte badjuffrouw. Abdi sluit aan bij de krijsende, dolle, hollende menigte.

Even later sta ik naast het 3-meterbassin. In gesprek met de instructrice. Achter ons verdeelt een van haar collega’s de enthousiaste meute in 3 groepen. De volleerde waterratten met diploma A en B, degenen die nog net geen diploma op zak hebben en als laatste degenen die ‘koud water vrees’ hebben. Kortom, kinderen die amper drijven of nog net het hoofd boven water houden. ‘Wie heeft er A of B’, brult de man in smetteloos wit. Vele vingers gaan de lucht in. Ook van een aarzelende Abdi, die volstrekt niet weet waar dat vreemde heerschap het over heeft. Hij draaft mee naar de startblokken van het diepe bad!

Pratend met mij klapt de zwemjuf telkens in haar handen. Steeds opnieuw verlaat dan een rij zwemmertjes de startblokken. Abdi is als een van de eersten aan de beurt. Mijn ogen dwalen dromerig over de groene ligweide buiten. Ons gesprek stokt. Wanneer ik opnieuw een blik tracht te werpen op mijn gesprekspartner is ze in het niets opgelost. Wel zie ik haar witte klompen naast me in het water drijven. Op hetzelfde moment komt ze proestend boven. Met Abdi onder haar arm! Onder mijn verantwoordelijkheid was hij drukdoende om als eerste Somaliër in een Hollands zwembad te verdrinken.

Bijna ademloos net nadat hij voor het eerst zwembadwater gezien heeft. De eerste Somalische vluchteling die mét een zwemdiploma hier arriveert moet namelijk nog gevonden worden. Terwijl de reddende engel een droge outfit gaat aantrekken verdwijnt Abdi naar het bad met kniehoogte-water. Het besef dat óók ik door het oog van de naald gekropen ben dringt langzaam tot me door.

Abdi heeft me mijn onachtzaamheid nooit nagedragen. Zo nu en dan tref ik hem in de stad. Vrolijk pratend, enthousiast stralend. “Binnenkort heb ik een titel voor mijn naam staan!”

Categorieën: Algemeen

clabamsk

Liefur sodt dann saay

9 reacties

Libelle · 4 december 2011 op 10:03

Genoten van het prettig leesbare avontuur. Abdi kan zeggen dat hij in het diepe gegooid is, in… Nederland.

arta · 4 december 2011 op 10:48

Ik vind dit een geweldig verhaal. De witte klompen drijvend in het water, het besef dat dit, onder jouw verantwoordelijkheid, wel eens heel erg mis had kunnen gaan en dan die titel voor zijn naam: Ik voelde me plaatsvervangend trots!

Boukje · 4 december 2011 op 10:49

In de eerste alinia gooi je de ‘moeder’ en de ‘vrijwilligste’ een beetje door elkaar geloof ik. Verder een goed stuk. Het zal niet makkelijk zijn om een kind in je klas te krijgen die geen woord Nederlands kent.

LouisP · 4 december 2011 op 11:39

Originaliteit is je niet vreemd. Prachtig verhaal, mooi ook!
En wat een een aparte eindzin!

‘Wel zie ik haar witte klompen naast me in het water drijven. Op hetzelfde moment komt ze proestend boven.’
Grappige zin maar jij was dus ook in het water of aan de kant?

Marja · 4 december 2011 op 12:35

Een heerlijk verhaal. Met plezier gelezen. Alleen die titel begrijp ik niet. Is Abdi inmiddels al student?

Mien · 4 december 2011 op 12:49

Kijk, eenvoud siert de mens en de column.
Mooi is het contrast in fysieke en geestelijke waarneming.
Knap geschreven.
Heel knap.
Komt voor mij in aanmerking voor CvdM.

Mien

Ferrara · 4 december 2011 op 17:27

[quote]hij draaft mee naar de startblokken van het diepe bad[/quote]
Hier dacht ik: “Kijk uit man dat joch staan op punt te verzuipen.”
Eind goed, al goed. Goed verhaal ook.

sylvia1 · 5 december 2011 op 09:21

Ik kreeg bij deze zinnen “Prachtig op kleur. Voorzien van grote glanzende gitzwarte ogen.” een vieze smaak in mijn mond, maar het kwam helemaal goed gelukkig, toch een sympathiek verhaal.

pally · 6 december 2011 op 09:47

Net als Sylvia, hierboven, ‘struikelde’ ik even over die eerste beschrijving. Maar verder een heel prettig leesbaar en sympathiek stuk. En bij die titel voelde ik de trots met je mee.

groet van Pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder