2017 zou ons jaar worden. Ons gezin zou een mensje rijker zijn. Het draaide al vroeg anders uit. Ons gezin telde in de eerste maand van het nieuwe jaar een mensje meer en een mensje minder. Mijn vader stierf. Er zijn geen mooie woorden om zoiets te zeggen. Integendeel. Ze klinken allemaal donker en vreselijk definitief.

“Het is niet goed, hé.”
Ik keek de man voor me verwonderd aan. Naast me zat mijn vader, al even verwonderd.
Ik hoorde mijn vader vragen of hij nog ooit in zijn tuin kon werken. Want werken in de tuin was voor mijn vader nooit werken, dat was levens-werken.
“Je hebt niet lang meer te leven,” schudde de arts zijn hoofd, “dagen, maanden. Maak er het beste van en geniet van elke dag.”

En het beste maakten we ervan. De dagen gingen voorbij en ik zette het gesprekje uit mijn hoofd. Noem het ongeloof, ik noem het een soort van overleven. We kwamen nog vaker over de vloer. Ons mensje-meer werd geboren en ik wou dat mijn vader haar als eerste zag. Niet iedereen was me daar even dankbaar voor. We gaven haar last minute de naam van mijn vader mee. Nu hadden we een meisje met de naam van mijn overleden moeder en een meisje met de naam van mijn bijna-overleden vader. Zoveel tragedie gebeurt enkel in films, dacht ik vroeger, maar dus soms ook in het echt.

Het was de dag van ons kerstfeest. Ik ging bij mijn vader thuis alles klaarzetten tot hij me ineens riep.
“Kom eens!” Mijn vader zat op de grond met zijn knieën. Gevallen. Mijn grote, stevige vader die alles aankon. Die altijd zei dat “niet gaan niet bestaat”.
“Ik voelde me ineens duizelen en kon nog net op mijn knieeën gaan zitten. Hoe is dat nu toch mogelijk.”
Ik had mensje-meer op mijn buik in een draagdoek. Mijn vader weende, ik weende, zij weende. Het was het eerste grote teken dat zijn lichaam zwakker werd.

En toen was het zover. Verwacht en onverwacht. Mijn vader had nog de typische opflakkering gehad, alleen bij hem duurde het zeker twee weken. Het waren weken van véél frietjes met biefstuk, leuke gesprekken en de hoop dat het toch nog goed zou komen. Ik was inmiddels zesentwintig en wist dat niks ooit goed komt. “Als ‘k mijnen tocht deur ’t tranendal stake, En word geroepen bie de grote baas, (…) Bespaar mie dan d’onoprechte gebeden, De groene kransen van plastiek, De sukkel is al ne keer overleden, Anders wierd ie hier nog doodziek”

 

Categorieën: Liefde

La_vie_en_rose

"'I'm selfish, impatient and a little insecure. I make mistakes, I am out of control and at times hard to handle. If you can't handle me at my worst, then you sure as hell don't deserve me at my best" (Marilyn Monroe)

4 reacties

Nummer 22 · 25 april 2017 op 15:45

Hoe teder heb je de woorden geschreven. Hoe herkenbaar de kwetsbaarheid van ons aards bestaan. Hoe mooi en jouw gevoel heb ik gevoeld!

NicoleS · 25 april 2017 op 16:25

Wat heftig. Een mooi eerbetoon aan jouw lieve vader. Veel sterkte, want een mensje meer en een mensje minder binnen een jaar valt niet mee. Liefs

Mien · 25 april 2017 op 21:35

La vie en rose in alle opzichten. Knap geschreven. Roerend. Deze lees ik nog een paar keer over. Zeker weten. Sterkte en geluk! Hoe dubbel. Mooie titel ook!

Arta · 30 april 2017 op 10:12

Lieve Vie, sterkte!
Wat een prachtige ode aan jouw vader!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder