De wielen van de Solex-brommer knarsen in de verse sneeuw wanneer de man, Gustaaf, Gust, behendig onze kleine boerderij opdraait. Vader en moeder zijn al present en verwelkomen de stoere veertiger, vragen hoe het was op de baan en nodigen hem uit een warme tas koffie te drenken maar dat is niet nodig. Er is zelfs geen tijd voor een sigaretje.
Na eerst eens de handen goed warm gewreven te hebben neemt hij een logge gereedschapstas van het naar olie en vet stinkende vehikel en gooit deze op een pak stro even verderop.
De volgende beweging is al wat interessanter voor mij, kleine jongen van een jaar of tien. De twee touwen maar voornamelijk de koker met een drietal verschillende messen drijven de spanning op in mijn kleine leefwereld. Ik kan bijna niet wachten tot de man klaar is om hem de weg te tonen naar het schuurtje. Daar staat een niets vermoedend varken van meer dan honderd kilogram te neuten omdat het nog geen eten gekregen heeft.

Bedachtzaam maakt Gust de grendel open van de half weg geknaagde deur en strompelt over wat vuil stro tot bij de nog meer opspelende humeurige kolos. De man, onze slager dus, bind met veel handigheid de twee meter lange touwen aan de poten van het varken om het dan verder met eerder zacht begeleidende tikjes naar het centrum van ons kleine erfje te brengen. Het dier heeft er geen flauw benul van dat het bezig is aan haar laatste meters, aan de laatste seconden van haar leven.

Behoedzaam volgen mijn vader en ik het gebeuren en zijn er klaar voor. Aangekomen op een plek waar wat stro uitgestrooid is trekt de man plots het varken met de touwen onderuit waardoor het hevig briesend op haar zijkant terecht komt. Hij werpt ons te touwen toe en beveelt ons te trekken, vader aan de achterpoot en ik aan de voorpoot die ook gedeeltelijk strak gehouden wordt via de achterpoot. Onze man springt met gespreide benen net achter de nu schuimbekkende kop van het varken, haalt een twintig cm lang mes uit de holster en ploft het in de hals van het varken dat nu overgegaan is tot een luid scherp huilend gekrijs dat, zo weet ik, kilometers ver te horen is.

Alles is klaar. Zo ook de kleine wit gelakte kom en de emmer die mijn moeder tot bij de slager brengt. Net op tijd wordt het dieprode dampende bloed dat uit de wonde spuit in het kommetje opgevangen om daarna in de emmer gegoten te worden. Vervolgens begint mijn moeder er direct met de blote hand in te roeren.
Voor mijn vader en mij is het hard trekken daar het varken nu, en men zou voor minder, fors en vol paniek aan een ongelijke strijd bezig is. De tweede kom bloed wordt al in de emmer gekieperd terwijl de slager behendig de gapende wonde eventjes met de hand dicht houd om te voorkomen dat er bloed verloren zou gaan in het stro. Moeder roert verder in de emmer die ze met één hand vast houd. Met de andere hand smijt ze nu en dan bijna zwarte bloedklonters in de richting van het hoenderbochtje waar de kippen vechten voor een voor hen onwaarschijnlijke delicatesse.
Een derde kom bloed verdwijnt in de grote emmer en vader en ik voelen aan de touwen dat de kracht uit het varken aan het wegvloeien is maar we blijven bedachtzaam waakzaam. De slager steekt met het mes nog eventjes dieper en tast naar links en naar rechts om er zeker van te zijn dat hij de slagader van het varken geraakt heeft en weet ook dat het nu nog maar zacht gorgelende varken bijna dood is.

De vierde kom is al niet helemaal vol zelfs als de slager na het mes uit de diepe wonde getrokken te hebben overgaat tot een soort pompen met de ene voorpoot van het nu dode dier. In een van routine getuigende beweging kuist de slager het mes, ik schreef bijna wapen, af aan de buik van het varken dat nu nog maar enkele kleine stuiptrekkingen maakt.

Tijd voor “nen dreupel.”

Categorieën: Algemeen

Meralixe

Er is een smaak, gewoon, een manier van het door het leven gaan, die zo verschillend is van mens tot mens, dat we mogen besluiten dat het eigen gelijk niet bestaat en dat respect voor de andere mening belangrijker is...

10 reacties

dokterblues · 7 oktober 2011 op 16:07

Dit maakt bij mij een mijmering los naar het jaarlijkse slachttafereel dat bij ons op de boerderij plaatsvond in oktober, de slachtmaand. Niks geen Partij v/d Dieren, gewoon zorgen dat de kelder vol kwam voordat de winter intrad.
Daar heeft toen nog nooit een varken wakker van gelegen, laat staan een lid van de Tweede Kamer.
Goeie column.

pally · 7 oktober 2011 op 17:14

Ik ben geen vegetarier, Meralixe, maar zou het bijna worden na jouw verhaal. Het is natuurlijk ook hypocriet om wel karbonaatjes te willen eten, maar niet te willen slachten. Het is goed en (voor mij bijna te beeldend)verteld. Als je van boerenafkomst bent is het als kind al heel gewoon, denk ik. Als stadskind krijg ik er rillingen van en veel medelijden met het varken.Tja… 🙁

groet van Pally

Boukje · 7 oktober 2011 op 20:06

Ja, héél beeldend verteld!
Je ziet het hele tafereel gewoon voor je.
Voor mij ook niet het makkelijkst, ik ben wel vegetariër en word al niet goed als de buurvrouw een kip slacht…

Toch heb ik het graag gelezen hoor!
😀

Libelle · 7 oktober 2011 op 21:00

Meralix, je plaatst me terug in mijn jeugd.
Veilig, op een muurtje gezeten, aanschouwden wij dit griezelige schouwspel. Ik kreeg de blaas, en omdat hij zo stonk toen hij opdroogde, moest ik hem weggooien van mijn moeder. Ze kwam uit de grote stad, waar ‘varken’ alleen een woord is en ‘kuus’ onbekend.
De ‘haksel’ luste ze wel. Bedankt weer!

LouisP · 7 oktober 2011 op 23:10

“Bedachtzaam maakt Gust de grendel open van de half weg geknaagde deur en strompelt over wat vuil stro tot bij de nog meer opspelende humeurige kolos.”

harde maar mooie zin
Dat moment dat ’t gaat gebeuren, ’t cannotbackmoment..ik herinner ’t me

sylvia1 · 9 oktober 2011 op 12:37

Mooi verteld Meralixe. Ik heb het als kind ook ooit bijgewoond, en het krijsen, dat geluid dat me op gegeven moment aan een mens deed denken, dat zal ik nooit vergeten. De dagen erna hing het varken opengesneden gespalkt aan de schuur. Ik zie het weer voor me, omdat jouw column zo goed geschreven is. Complimenten.

Ferrara · 9 oktober 2011 op 14:19

Goed gelukt. Ook ik ging terug naar mijn jeugd. Mijn vriendinnetje was dochter van een slager. Het slachten daar ging wel ietsje anders maar toch de geur van het bloed en het gillende varken, kwamen meteen boven. Kreeg zin in bloedworst met stroop.

Mien · 10 oktober 2011 op 08:01

Varken zoekt boer.
Hij is ruw mooi.
Complimenten.

Mien

Meralixe · 10 oktober 2011 op 13:10

Nog net voor ik uit het eerste blad tuimel, mijn dank aan allen die deze column hoog gewaardeerd hebben.
Ik heb natuurlijk ook veel te danken aan de hoofdrolspeler in dit verhaal, het varken.

Marja · 11 oktober 2011 op 14:11

Dat is toch iets heftiger dan die kippen aan de waslijn bij onze buurman. 😕

Geef een reactie

Avatar plaatshouder