De zomerresidentie van mevrouw Trawant en mij is gevestigd in een kleine caravan op een recreatiepark in het midden van het land.
Wij genieten daar van een prachtig uitzicht over water en weiden met s’nachts een verbijsterende sterrenhemel en s’ochtends vroeg de prille stilte en het tere licht. Met de buitenwereld zijn we slechts verbonden door een mobiele telefoon en een transistorradio van een onbekend chinees merk die ik voor 1 euro en 99 cents van de Aldi mocht betrekken. Vanwege de doorgifte van het signaal is het apparaat boven ons hoofd tegen het raampje geplakt en we moeten er dichtbij zitten voor de aarding, anders geen ‘Met Het Oog Op Morgen’.
Als het regent roffelen de druppels onbedaarlijk op het dunne dak en tijdens het eerste jaar ging ik geregeld ‘snachts uit bed om met de zaklamp te controleren of de voortent het wel hield.
Een zinloze actie want wat moet men als eenzame man in onderbroek met zaklamp midden in de nacht als het stormt, in een tent die het niet houdt.
Tegenwoordig trek ik de deur dicht, kruip diep onder dekens, vertrouw op de haringen en verder we zien we wel.

Naast ons onderkomen loopt een pad, waarover steeds bekendere gezichten langskomen die steeds vaker een praatje maken.
Achter dat pad beginnen de huisjes van de vaste bewoners van het park.
We noemen haar Jeanne en we hebben uitzicht op haar prachtige tuin met als blikvanger een enorme vlinderstruik met daaromheen allerlei andere planten waarvan ik de namen ooit nog eens in een botanisch naslagwerk ga opzoeken. Jeanne hult zich bij haar snoei -en groeiwerk in uitzinnige gewaden en ensembles, bont gekleurd en breed uitwaaierend. Getooid met haarlint en kettingen doolt ze door haar hof met een schaartje in de ene- en een lange filtersigaret in de andere hand.
Ze is wat men een artistiek type noemt.
Jeanne weet alles van astrologie en Tarot, een kennis die ze met luide stem etaleert en breed uitsmeert over eenieder die ook maar de minste interesse suggereert.
‘U bent een Waterman’, zei ze tijdens ons eerste praatje.
“Hm..”, knikte ik bevestigend, terwijl ze er niet verder naast kon zitten. Men laat zijn buren nu eenmaal in hun waarde, we moeten nog langer mee.

Jeanne heeft een lange grijze man die Herman heet en zelden in de tuin te vinden is.
Wij denken dat hij na een lang huwelijk geleerd heeft enige gepaste afstand tot Jeanne te bewaren. De zeldzame momenten dat hij zijn gezicht laat zien is wanneer Jeanne hem met luide stem sommeert om een ondefinieerbaar onkruidje tussen de struiken te komen bewonderen.
Hij buigt zich dan met rechte knieën en zichtbare tegenzin over het groen, knikt bevestigend en vlucht weer naar binnen.
Op een dag zagen we Jeanne met een bankje sjouwen.
Zo’n gietijzeren bankje uit een doe het zelfcentrum, dat ze ondanks een slepende rugkwaal waar ze volgens eigen zeggen voor is afgekeurd, met ongekende soepelheid tot voor de ingang van haar tuin tilde. Ze ging erop zitten om uit te blazen en keek om zich heen. Toen moest Herman komen.
Stond het bankje goed..?
Prima
En hoe leek het als zij er op zat..?
Prachtig.
Maar als hij nou niet zou weten dat zíj er zat en hij kwam er net aan.. wat zou ie dan denken.
Wij spitsten onze oren.
Herman moest het antwoord schuldig blijven.
Daar wist Jeanne wel wat op.
Herman boog zijn hoofd tot dicht bij Jeanne.
Een moment later kwam hij overeind, haalde mistroostig de schouders op, liep het pad af tot voorbij de bocht, draaide zich om en naderde met gespeeld nonchalante tred de tuin.
Toen hij Jeanne ontwaarde die als zich een operadiva ruim uitgespreid op haar bank had gevleid, hief hij in een houterig gebaar zijn armen ten hemel , toverde een verraste lach op zijn gelaat en prevelde..’schitterend’..


10 reacties

WritersBlocq · 27 september 2008 op 10:51

Wat een heerlijk verhaal! Prikkelt de fantasie, zo zag ik een vent met een zaklantaarn in z’n onderbroek ’s nachts (van des nachts) over de camping zwalken 😀

SIMBA · 27 september 2008 op 11:43

😆
Wat een verhaal!!

pally · 27 september 2008 op 12:01

Heel vermakelijk stukje, Trawant, dat zich dicht rond je zomerplek afspeelt waardoor je een intieme sfeer krijgt. Prachtig beschreven figuranten ook in dat decor!

groet van Pally

lisa-marie · 27 september 2008 op 19:37

🙂 😀 😆
Geweldig!

Neuskleuter · 27 september 2008 op 20:21

Hehe, wat weet je die mensen prachtig neer te zetten. Die arme, arme man ook.

Trouwens, dus jij was dat toen steeds in die onderbroek met die zaklamp? 😉

Mup · 27 september 2008 op 21:18

Sluit me bij voorgaande reacties aan. Had alleen even moeite met [quote]Achter dat pad beginnen de huisjes van de vaste bewoners van het park.[quote]

Je hebt het over bewoners en komt dan in eerste instantie alleen met ‘We noemen haar Jeanne’

Groet Mup.

arta · 28 september 2008 op 12:45

Heerlijk smeuïg verhaal, goed neergezette typetjes.
🙂

trawant · 28 september 2008 op 16:00

Mijn eerste ‘come back’ column
wat een hartelijk onthaal..!
ook namens vrouw en kinderen
dank u allemaal..!

( ik wijs u ook nog even op de actua kwatrijnen
die ik zo nu en dan bij de gedichten laat verschijnen…) 😉

Dees · 28 september 2008 op 22:09

Fijn dat je er weer helemaal bent, hij is trawantesk leuk 😀

Mien · 29 september 2008 op 11:15

Hyacint Bouquet verbleekt hierbij!

Mien Schone Schijn

Geef een reactie

Avatar plaatshouder