In mijn column “Dagboek van een uitvinder” heb ik u laten weten hoe het een en ander mislukte.
Toen ik de uitvinding deed ben ik in de ISBN computer gedoken, om te zien of iemand daar al een boek over geschreven had. Ik bedoel, als een gemiddelde nederlander iets uitvindt, wat moet hij dan doen. Hoe gaat dat dan? Hoe vraag je een octrooi aan, hoeveel kost het en hoe kan ik te weten komen of het er al is, maar niemand had dat ooit gedaan. Onder het motto “ iemand moet de eerste zijn” heb ik er parallel aan mijn avontuur een boek over geschreven en er zelfs een “uitgever” voor gevonden. We hebben een berichtje naar het ANP gestuurd met de mededeling, dat ik de enige nederlander was die in die trend over een uitvinding geschreven had en dat was een schot in de roos. Hordes journalisten zijn langs geweest om hierover een artikel te schrijven en ik ben ook twee keer voor de omroep geweest. Best eng hoor in zo’n live uitzending.
Maar ook hier kreeg ik weer een klapje te verduren. De boeken verkochten niet erg en ik ben dan ook een boekenwinkel ingestapt om uit te vinden hoe dat zat.
“ Goede middag, heeft u het boek “Dagboek van een uitvinder” voor mij?
“ Nee, maar ik kan het wel bestellen.”
Toen de man in zijn computer ging kijken zag hij alleen een adres in Valthermond. Als men dat telefoonnummer belde dan kreeg je de vader van die persoon aan de telefoon, die opnam met:
“ Veehandelaar Derruksen.”
Ik snapte er niks van, want op zijn gevel stond toch duidelijk een bord waarop de tekst “uitgever” prijkte. Wat bleek nu. De uitgever was helemaal geen uitgever, maar wilde wel graag mijn boek verkopen. Hij heeft er vijfhonderd laten drukken en wie nu een boek wilde kon dat bij hem bestellen. Nou dat is niet goedkoop, want hij was ook niet aangesloten bij het centraal boekhuis, dus iedere verzending kostte veel geld en niemand koopt een boek, als er nog eens vijf gulden portokosten overheen komen.
Ik was weer eens te goedgelovig geweest. Uiteindelijk zijn die vijfhonderd boeken wel verkocht en heb ik er nog iets voor gehad.
Ik hoor u denken:” Wat een klootzak, die gelooft toch ook iedereen,” maar daar zit nu net de clou.
Wij leven in een maatschappij die gebaseerd is op eerlijk gedrag en daar wen je een beetje aan.
Als je bij een bank geld komt halen dan moet je eerst voor ontvangst tekenen en daarna krijg je het.
In de wereld van “ Kop boven het maaiveld” is dat anders. Daar moet je ervan uitgaan dat de mensen slecht zijn, tot het tegendeel bewezen is en daar heb ik gewoon een aantal jaartjes aan moeten wennen.
Gelukkig was ik wel zo snugger om de rechten van het boek voor mezelf te houden.
Ik heb het nu digitaal op een CD staan en ben weer vrij om het uit te geven, maar ik heb eerst andere dingen aan mijn hoofd. Mijn landhuis moet nog even verbouwd worden en wat dacht u trouwens van een borrel?
3 reacties
Ma3anne · 8 augustus 2004 op 16:33
Hahaha. Sorry, dat ik even moet lachen. Die veehandelaar is de oorzaak. Hoe kon dat nou gebeuren? Nog mazzel dat je geesteskind niet geslacht is!
Hopelijk ben je er wijzer van geworden. Succes met je CD! Doe mij maar een Beerenburger met ijs. 🙂
Mosje · 8 augustus 2004 op 23:21
Een borrel? Doe mij maar een grote plens ijskoud water. Man, als ik dit schrijf is het nog 25 graden buiten.
Raindog · 10 augustus 2004 op 17:54
Dank voor de rest van het verhaal Francis. Je opmerking over het vertrouwen, dat je bij de bank éérst tekent voor ontvangst en dan pas je geld krijgt vond ik meesterlijk. Nooit zo bekeken.
Dan je relaas inhoudelijk: tsja…
Als het spreekwoord (of het liedje) ‘some guys have all the luck’ klopt, dan is het tegenovergestelde misschien ook wel waar. Desondanks toch nog vertrouwen in ‘de wereld’ te hebben, zelf rekening houdend met het feit dat op anderen misschien als naïef over kan komen, vind ik bewonderenswaardig.
En ach, als je een landhuis hebt, dan komt het goede kennelijk toch ook wel weer naar je terug nietwaar? 😉
Succes met de verbouw!