Ik zit op het terras en geniet van het prachtige weer en het adembenemende uitzicht. De eerste zonnestralen na weken regen branden op mijn huid hetgeen betekent dat de korte rokjes en uitdagende topjes weer uit de kast worden gehaald. Joepie, dat belooft weer wat! Gewapend met enkele stevige pinten, rookwaar en wat knabbeltjes installeer, nee, verschans ik me aan mijn tafeltje. Vanzelfsprekend staat dit tafeltje strategisch in de loopweg van het winkelend publiek opgesteld, opdat me niets ontgaat. Wie me hier nog weg krijgt moet toch van goede huize komen.

Aha de eerste lange benen en pronte borsten komen al aangestapt en deinen zachtjes op het ritme van mijn gedachten. Wat is dat?! Mijn uitzicht wordt opeens belemmerd door een toverkol in bloemetjesjurk met een pukkel op haar neus. Driftig gebarend jaag ik haar weg naar de overzijde van het terras, waar door de uitbater met behulp van een stapel kratten een speciaal hoekje ingericht is voor toverkollen en andere naarlingen. Dat zal toch zomaar je uitzicht bederven door ongevraagd in beeld te verschijnen. Je zou er een acute oogontsteking van oplopen. Enigszins ontdaan probeer ik weer te genieten van al het fraais dat voorbij komt en langzaam kom ik weer in mijn gewone doen, waarvan de eerste tekenen zich al in mijn kruis manifesteren.

Totdat ik HEM zie. Hij is gekleed in een sjofele jas en broek van niet meer te achterhalen snit en kleur en beweegt zich voort op rubberen laarzen die duidelijk enkele maten te groot zijn. Op zijn hoofd zit iets wat vroeger wellicht een bontmuts is geweest, en een douche is een onbekend fenomeen afgaande op het grote aantal vliegen die vrolijk meeliften. Gelaten inspecteert hij de her en der verspreid staande vuilnisbakken en besluit de vuilnisbak in de buurt van mijn tafeltje aan een nauwkeuriger onderzoek te onderwerpen. Voordat dit een aanvang neemt bespeurt hij klaarblijkelijk jeuk aan zijn rectum en pulkt met zichtbaar genoegen enkele, naar ik aanneem, maden uit zijn aars. Deze worden uitgebreid besnuffeld, tegen het licht gehouden en hoogstwaarschijnlijk beoordeeld op hun eetbaarheid. Uiteindelijk besluit hij ze onder zijn laars te pletten en gaat op zijn gemak in de vuilnisbak wroeten. Ik voel me niet op mijn gemak en staar afwisselend in het niets en naar de grond. Als ik weer naar hem kijk staat hij me met grote ogen aan te kijken. ‘Ig, kéjeme niet meer?’, roept hij enthousiast. Ik voel dat alle ogen op ons gericht zijn en wil het liefst onder een putdeksel kruipen. ‘Nee, ik ken je niet’, antwoord ik op koele toon. Natuurlijk ken ik hem, Bart. Ongeveer drie jaar geleden heb ik hem nog begeleid om zijn leven weer enigszins op de rails te krijgen. Om voor mij onbekende redenen is hij weer in zijn oude bestaan terug gevallen. Op zijn gezicht is de teleurstelling duidelijk af te lezen en zijn ogen verharden. ‘Heb je dan een euro voor me?’, zegt hij, ‘kan ik vanavond een warme hap kopen’. ‘Nee, ik heb geen kleingeld meer’, antwoord ik ferm en wend mijn blik af. Hij mompelt wat onverstaanbaars en vervolgt mokkend zijn weg.

Verdomme, waarom heb ik nu opeens geen zin meer in mijn bier? Ook al het fraais dat langskomt kan me niet meer bekoren. Ik besluit naar huis te gaan maar kan mijn draai daar ook niet vinden. ’s-Avonds lig ik te woelen in bed en hoor steeds dat stemmetje in mijn hoofd; ‘Zo Ig, dat is effe lekker wat je geflikt hebt. Je mond vol over het opkomen voor de verdrukten en vertrapten, ze verheffen tot een menswaardig bestaan en meer van die blabla, totdat je opeens met die onderkant geconfronteerd wordt, dan hoeft het schijnbaar niet meer zo nodig. Zolang je ze maar niet bij je op de stoep hebt staan hé?’. ‘Shit, wat ben je toch een klootzak’, zeg ik tegen mezelf, en val pas ver na middernacht in slaap.

Categorieën: Maatschappij

9 reacties

Mosje · 3 augustus 2004 op 19:35

En de haan kraaide voor de eerste keer.

Mooi geschreven verhaaltje. Het zette mij aan het denken wat ik zou doen in een dergelijke situatie…….

Mup · 3 augustus 2004 op 20:59

Mooie wending van het genieten op het terras tot aan het scheldend in slaap vallen,

Groet Mup.

Ma3anne · 3 augustus 2004 op 22:29

Soms houdt het leven je een andere spiegel voor dan je verwachtte.

Heel confronterend geschreven. Goed hoor.

Dees · 3 augustus 2004 op 22:44

Gunst, ik zou ws net zo gereageerd hebben. Schrale troost misschien, maar het is wel menselijk. Helaas.

Goed geschreven! Schrijf nog eens iets…

Kees Schilder · 3 augustus 2004 op 23:10

Heel eerlijk geschreven.complimenten

Shitonya · 3 augustus 2004 op 23:38

Dit is het perfecte voorbeeld van een goeie column 😉

Irma · 4 augustus 2004 op 13:06

Mooie, eerlijke column!

ignatius · 6 augustus 2004 op 00:17

Ik buig nederig het anders zo trotse hoofd. Nee zonder flauwekul, bedankt voor jullie positieve commentaar op mijn eerste schrijfsel.

viking · 12 augustus 2004 op 14:11

Wooh, dit schept verwachtingen!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder