Toen mijn zoontje vijf jaar was, had hij al veel schik in zingen. Hij zong altijd, buiten, binnen, boven, onder, in bad, uit bad. Zo had ik hem de tekst van het lied ‘the house of the rising sun’ bijgebracht, en steevast als ik op mijn gitaar het beroemde loopje inzette, begon hij mee te zingen. Op een middag moest hij weer eens in bad. Ik pakte mijn gitaar en ging op de rand zitten. Het riedeltje begon, en jawel, de spruit zette gelijk in: “There is a house in New Orleans, they call the Rising Sun. And its been the ruïns of many a poor boy. And God I know, i’m one.” Zo ongeveer dan, hè! Het raam van de badkamer stond open, en nadat hij was gestopt met zingen, klonk het van buitenaf: “Asjeblief … Nóg een keer!” Op het pleintje voor ons huis stonden enkele van zijn vriendjes aandachtig mee te luisteren.

En ook in het buitenland: tijdens een vakantie in België liepen we over een terras en die kleine zong uit volle borst: ’We all live in a yellow submarine, yellow submarine, yellow submarine!’ De gasten op het terras keken verbaasd naar het manneke en toen naar mij. ‘Ja, hij kent mijn klassiekers,’ gaf ik als commentaar. Ze lachten, gaven mijn zoon een schouderklopje en een duimpje voor mij. Muziek verbindt, altijd en overal!

Categorieën: Algemeen

G.van Stipdonk

Gerard van Stipdonk. Mijn motto: Wie schrijft die blijft.

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder