Onze kat vindt dat wij mensen goed naar hem moeten luisteren en daar heeft meneer zo zijn manieren voor.
Meestal komt hij binnen en zet een stem op waaruit je meteen kunt opmaken dat meneer eten wenst. Als dat op is, loopt hij weer naar de deur en als ik dan niet snel genoeg opsta, dan krabt hij rustig even aan de bekleding van de stoelen.
Als ik de deur open doe vervolgt hij zo langzaam als hij kan zijn weg en als Carla het niet erg zou vinden dan schopte ik hem een kilometer de tuin in. Maar ja, dat mag ik niet hè, dus heeft hij geluk.

Onze vensters bestaan elk uit elk zes ramen die door houten spijlen zijn gescheiden. De combinatie houten spijlen en kat is een ongelukkige keuze.
Als meneer ‘savonds buiten is en hij wil naar binnen, dan miauwt hij niet, nee hoor, dat duurt hem veel te lang. Hij gaat rustig met zijn nagels in de houten kruisen van de vensters hangen en animeert er een eind op los. Kijk ik links door het raam dan gaat hij links, kijk ik rechts, dan gaat hij naar rechts. Ik heb inmiddels wel geleerd om niet te lang te kijken, maar onmiddellijk de deur open te doen, maar het gevolg is toch dat de houten spijlen aan de bovenkant behoorlijk aangetast zijn en dat wordt van de zomer weer schuren, plamuren en schilderen.

Die kat verzint ook allemaal dingen om mij gek te krijgen. Laatst nog gingen Carla en ik iets op de slaapkamer doen waar wij hem niet bij wilden hebben. Hup, de gang op. Meneer bleef eerst een grote bek opzetten achter de deur en de concentratie wilde bij mij het eerste uur niet echt komen, maar uiteindelijk gaf hij zich gewonnen,….dacht ik. De kamerdeuren beneden zijn altijd gesloten, omdat wij maar één vertrek warm stoken. Het zit als het ware in ons systeem, om die deuren dicht te doen. Toen wij weer beneden kwamen zat de kat doodleuk op de tafel in de kamer. Hoe hij dat geflikt heeft zal wel altijd een raadsel blijven.
Zo zat hij laatst op ooghooogte in de boekenkast naar mij te kijken. Ik werd er gek van. Op een gegeven moment ging ik terug kijken, maar hij maalde er niet om. Langzaam liep ik op hem af. Steeds dichter bij en keek hem recht in de ogen, totdat het puntje van mijn neus vlak bij de zijne aangekomen was. Toen ik nog dichter bij kwam sprong er een gigantisch vonk over van neus tot neus. Electische lading? Hij blijft mij kunsten flikken.

Ik vind dat een kat bij ons in die prachtige natuur niet thuis hoort. Zo hebben wij elke zomer hele mooie
libellen in de tuin rondvliegen zo groot als KLM helicopters. Meneer bijt ze rustig uit de lucht, kouwt er drie keer op en spuugt ze dan zieltogend uit. Wat is in godnaam het nut van dit beest.
Aan de kruisen animeren, binnenkomen, bakje het liefst half leeg eten, zodat je de rest kunt weggooien, treiterig langzaam, met een air aan zijn kont van hier tot Tokio, weer naar buiten gaan, dat gaarne tien keer op een dag herhalen en voor de rest een beetje de natuur vernielen.
Als je hem binnenlaat en het heeft een ietsje te lang geduurd, dan zet hij zijn oren op straaljagerstand en loopt hij eerst over mijn slapende hond naar de keuken. De lobbes weet op dat moment echt niet wat er gebeurt, geeft dan vreemde inhalerende snurken, alsof hij ademnood heeft en springt op. Kortom het is met de rust gedaan, want vanaf het aanrecht pest de kat de hond verder.
Nu dacht ik een uitvinding gedaan te hebben door buiten plantenbakken op de vensterbanken te plaatsen, met daarin een mooie kleurenpracht van viooltjes.
Het animeren speelde zich nu achter de half opzij geschoven gordijnen af en daar was meneer snel flauw van. “ Zo dat heb ik gewonnen,” dacht ik bij mezelf, maar een tegenzet bleef niet uit.
Vanochtend toen ik naar mijn werk ging zag ik dat meneer in de plantenbak bovenop de viooltjes lag te mijmeren, hij had nog net niet zijn poot onder zijn kin en hij fluisterde mij toe: “ Ik niks, jij niks.”
De rotzak.

Categorieën: Algemeen

7 reacties

Dees · 7 mei 2005 op 17:30

Gheghe, ze blijven leuk, die dieren…

Hier ook nog een paar [url=http://chuqui.typepad.com/teal_sunglasses/2005/05/rules_for_cats.html]wetten[/url].

WritersBlocq · 7 mei 2005 op 18:02

Wat een smulverhaal, héérlijk om te zien dat het zo mogelijk nog erger kan dan hier thuis, waar ik de dienstmeid ben van een poezenbeest.

champagne · 7 mei 2005 op 18:21

Mijn kat doet zijn naam echt eer aan: Boeddah…
Dit verhaal is dus gelukkig OnHerkenbaar voor mij ! 😛

Louise · 7 mei 2005 op 19:07

En ik maar denken dat kinderen erg waren 😀

Ma3anne · 7 mei 2005 op 19:23

Lekker verhaal. Ik mag die katers wel die hun baas te slim af zijn. 😀

Li · 7 mei 2005 op 22:54

Ik probeer een reactie te typen en dat is bijna onmogelijke. Poes nummer één hangt over mijn toetsenbord en poes nummer twee zit voor mijn monitor. Volgens mij hebben ze het door dat dit een kattige column is 😛

Li

Mup · 8 mei 2005 op 23:33

Arme hond:-)

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder