De klap was verschrikkelijk. Vierentwintig Nederlandse jongens naar god. Verbijstering. Afschuw. Afghanistan, zomer 2006.
De vrouw droeg haar mooiste boerka. Met vlugge pasjes liep ze langs de armzalige huisjes richting slagboom. Ze zouden haar toch wel doorlaten? Natuurlijk, stelde ze zichzelf gerust, ik woon hier, ben vrouw en ongewapend, waar maak ik me druk om? De Nederlandse militair, een atletische twintiger, hield haar staande. In keurig Engels vroeg hij haar waar ze naar toe ging. Omdat ze niet direct antwoordde verhief hij zijn stem, denkend dat zij hem dan wél verstond. De vrouw versnelde haar pas. Ook zijn ‘halt!’ hield haar niet staande. Integendeel, ze rende in paniek steeds harder. Wat daarna gebeurde werd in de vele lezingen van het voorval steeds anders weergegeven. Volgens minister Kamp had de militair slechts zijn plicht gedaan. Rechts vond dat hij zelfs eerder had moeten schieten. Afghanen die het incident van nabij hadden gezien verklaarden onafhankelijk van elkaar dat de vrouw niets verkeerd had gedaan. De Nederlandse soldaten wisten dat de dorpelingen elke dag een paar keer de slagboom passeerden! Er was dus geen reden te schieten. Een onderzoekscommissie concludeerde dat de situatie ter plekke dermate ondoorzichtig en chaotisch was geweest, dat de Nederlandse militair niets verweten kon worden.
Een journalist kwam er na veel speurwerk achter dat de militair zélf inzag dat het gekkenwerk was geweest deze vrouw, die onmiskenbaar bang was en geen kwaad in de zin had, neer te schieten. Hij had, getraumatiseerd door het verlies van zijn maatjes, in paniek geschoten. Het artikel deed veel stof opwaaien en lokte felle discussies uit. Er volgden Kamervragen en een motie van wantrouwen werd ingediend tegen de verantwoordelijke ministers. De militair werd oneervol ontslagen.
Kamp waste zijn handen en ging naar zijn gasten. De motie van wantrouwen van klein links heeft het niet gehaald, dacht hij grinnikend. Hij maakte zijn duurste whiskyfles soldaat.
De familie van de jonge vrouw weeklaagde en sloeg de handen in wanhoop ten hemel, waar Allah onaangedaan heerste.
In de dagen en weken erna volgde aanslag op aanslag op buitenlandse bases.
De vrouw van de militair huilde zacht en onhoorbaar. Haar schoonvader, een ijzervreter die nog altijd teerde op zijn twijfelachtige ‘heldendaden’ in Korea, had zijn zoon slapheid verweten. Verdomme, je had je rug recht moeten houden en zeggen dat je terecht schoot! Je had er van mij nog veel meer mogen neerschieten! De ex-militair keek zijn ouwe aan met ingehouden woede.

© Jan Bontje 2006

QUINDREIN
VOOR DE SLACHTOFFERS

Afghanen hier, Afghanen daar.
Het leger is van zessen klaar.
Een aanslag hier, een aanslag daar.
Het leger is nog lang niet klaar.

De rapen zijn al meer dan gaar.

© Jan Bontje 2006


7 reacties

Chantal · 11 februari 2006 op 12:20

Echt een prachtige beschrijving van een hele trieste gebeurtenis. Heel mooi gedaan!

Trukie · 11 februari 2006 op 12:24

Om stil van te worden Jan.
Laat het bij een boze droom blijven.
Maar het zou helaas zo maar een nieuwsfeit kunnen worden.
Strak geschreven.

Ma3anne · 11 februari 2006 op 12:34

Door de rijstebrijberg aan feiten, die ons ter (ore en) oge komen door allerlei gekleurde brillen, weten we soms niet meer wat we er nou precies van moeten vinden.

Doordat jij inzoomt op een ‘klein’ voorval, wordt de ellende van die missies weer eens des te duidelijker.
IJzersterk, Jan.

Raindog · 11 februari 2006 op 12:59

Wie het nu alvast roept, kan straks tenminste claimen dat ‘ie het gezegd had.

Je moest je schamen.

Dees · 11 februari 2006 op 13:39

Het verhaal is hier en daar wel wat simplistisch. Goed en slecht, de onschuldige vrouw die lijdt en de berekenende minister die zijn handen wast in onschuld. ‘Haar mooiste boerka’, versus ‘zijn duurste whiskeyfles’.

Door de aangedikte stijlvorm komt het bij mij wat ongeloofwaardig over. Een Danielle Steelfilm op woensdagavond bij RTL, onderbroken door reclame.

Ik voel hier niet zoveel bij, terwijl dat juist wel de bedoeling was, vermoed ik.

Al denk ik wel dat zo’n verhaal geoorloofd is en deel ik de mening van mijn voorganger niet in de zin dat je je zou moeten schamen. Ik denk wel dat zoiets beter uitgewerkt kan worden, voor meer effect, als het (zoals ik vermoed) het effect is dat je najaagt. Niet dat ik niet geloof in je oprechte woede hierover, overigens.

KawaSutra · 11 februari 2006 op 19:26

Ik krijg ook een beetje dubbel gevoel bij deze column. Beetje kort door de bocht denk ik dan. Maar het wordt misschien nog wel het meest veroorzaakt door het gedichtje aan het einde. Ik zie hier de toegevoegde waarde niet van of je moet het als klucht willen zien.

DriekOplopers · 11 februari 2006 op 21:39

Het is een uitstekende column. Een column die, volgens mij, vooral het schrille contrast weergeeft tussen enerzijds de levens die worden verwoest op en rond het slagveld en anderzijds kamerleden die hoog en droog vanuit veilig Den Haag wijsneuzerig gaan zitten doen, met als toppunt Kamp die een fles “soldaat maakt” (werkelijk briljante metafoor). En dat vind ik een uitstekende insteek. Het gedicht vind ik juist een toefje op de taart.

De schrijver van de column hoeft zich in het geheel niet te schamen, mits hij als het echt gebeurt niet triomfantelijk zegt “zie je wel”. Maar daar zie ik de scribent niet voor aan.

Voor alle duidelijkheid: ik ben het eens met het besluit om te gaan, en hoop er het beste van.

Groet,

Driek

Geef een reactie

Avatar plaatshouder