Op televisie zie ik vaak de meest moderne stylisten voorbijkomen. De nieuwste modetrends passeren de revue. Ik kijk ernaar met gepaste reserve. Ik ben niet zo’n modern mens. De tijd van de bloemetjesjurk met het touwtje om het middel is gelukkig al heel wat jaren voorbij maar om nu iedere keer mijn hele kast leeg te ruimen voor kleding die net iets anders is dan die van vorig jaar, nee, dat gaat me echt te ver.

Zo ben ik ook niet van de kunstmatige hulpmiddelen. Voor mij geen acryl nagels of hair-extensions. Voor die nagels ben ik te onhandig. Ik zou mezelf en iedereen die in mijn buurt komt openkrabben en om de haverklap weer in de nagelstudio zitten om een afgebroken exemplaar bij te laten werken. Het lijkt me echt vreselijk onhandig. En extensions, nee dank je wel, dan moet je ’s morgens echt een half uur eerder opstaan om de recalcitrante pruik in het gareel te brengen. Poeh, niks voor mij.

Natuurlijk ga ik wel naar de kapper. Ik ben al vanaf mijn dertigste levensjaar zo grijs als een duif. En dat trek ik niet. Het maakt je oud. En gelukkig zijn er betrekkelijk eenvoudige middelen om dat te camoufleren. Eens in de vijf tot zes weken verft de kapster waar ik al jaren kom mijn haren zorgvuldig in de door mij gewenste kleur.

De laatste jaren ben ik hier redelijk terughoudend in. Mijn maatje heeft op dat gebied wel rust gekregen. In het begin had ik iedere maand een andere kleur haar. En dat varieerde dan echt van zwart met een paarse gloed tot wit met een platina vleug. De kapster had er plezier in. “Wat vond hij ervan?” was steevast de vraag als ik weer in de stoel ging zitten. Meestal moest hij er wel om lachen. Het is maar één keer voorgekomen dat hij me heeft gevraagd of ik alsjeblieft een andere kleur wilde nemen. “Je haar is echt gewoon paars!” Ach, het duurde maar een week, de zaterdag er na was het weer ‘gewoon bruin’.

Ik kom er graag, bij mijn kapster. Ook zij is niet modern. Het is een kleine salon waar je wordt ontvangen alsof je een vriendin bent. Waar je koffie krijgt, en tussen de middag kibbeling of andere hapjes. Waar klanten zelfgemaakte boerengerechten achter laten die zij dan weer met gulle hand deelt met haar klanten. Waar je altijd terecht kunt en als je het niet breed hebt, maar wel naar een feest moet, dan betaal je gewoon wat minder. Want je moet wel op je mooist zijn als je wat te vieren hebt. Ik kan dat zo in haar waarderen.

Vroeger had ik een hekel aan “naar de kapper gaan”, ik vond de geur van verf stinken en het duurde me allemaal te lang. Nu kijk ik er naar uit. Heerlijk om niet modern te hoeven zijn.

Categorieën: Overig

2 reacties

van Gellekom · 22 oktober 2019 op 12:37

‘Heerlijk om niet modern te hoeven zijn.’ Je hoeft niets. Gewoon jezelf zijn, hoe dan ook. Dat geeft een vracht aan energie. Met plezier gelezen

Nummer 22 · 22 oktober 2019 op 18:40

Wat een leuke column. Zo’n kapsalon moet je blijven koesteren en niet verder vertellen. Als man veelal geknipt door mijn favoriete kapster ga ik, na in de spiegel bekijken, met een glimlach de deur uit!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder