Een kennis had het ooit voorgedaan. De ultieme test. In het begin deed ik het nog stiekem. Later juist niet. Voorzichtig tussen de lippen nemen en er met wat spuug een puntje aanzuigen. “Zo herken je kwaliteit!”
Haren van de boommarter, in een prachtig glimmend busje. Een donkerbruine zwaar verniste steel die na al die jaren nog steeds niet is afgebladderd.
Het houten steelpuntje is nog perfect in tact. Dat puntje van de steel gebruik ik niet. Uit respect voor de persoon wiens naam met gouden letters op de steel gedrukt staat. Dit in tegenstelling tot de puntjes van de Rembrandtjes, de Da Vinci, en de Degasjes. Waar ik de puntjes van gebruik om verf te mengen en te krabben waar of waarin het jeukt.
Nee, met die nummer zes schilder ik alleen. Anders ligt hij in het oude versleten donkerbruine kistje.
De passer zonder punt ligt daar ook in. Diagonaal bij allerlei. Zo kan hij er nét in. Bij de aluminiumkleurige puntenslijper die vreemd smaakt. En tussen de potloodkrullen, pastelgensters en houtskoolkruimeltjes. De geodriehoek en gradenboog klemmen tegen de binnenkant van het deksel. De cijfers en graden zijn niet meer te onderscheiden door verfspetters terwijl ik ze bij mijn weten nog nooit heb gebruikt.
Het langste vak, het penselenvak, wordt gedeeld door kattentongen en kleine kwastjes. In het voorname vak met de minste houtskoolkorrels rusten de slepers. En onze ronde nummer zes.
Gommetjes heb ik genoeg. Zoals mijn versleten kwastjes en penselen gooi ik ze nooit weg. Gommetjes gebruik ik tot ik ze niet meer kan vastpakken. Misschien dat ik daarom zoveel gommetjes heb.
Zoals die ronde nummer zes heb ik er maar één. Ik koester het penseel alsof die bij Vincent in zijn kistje heeft gediend. Alsof Vincent hem gebruikte bij de irissen en er mee krabde waar of waarin het jeukte. Wanneer ik mijn ronde zes tijdens het schilderen toch even ergens kwijt moet neem ik hem in mijn mond. Het puntje voorzichtig tussen de lippen. Zoals ik dat doe met al mijn kwasten en penselen. Met respect en voorzichtig.
15 reacties
arta · 26 juli 2010 op 18:46
Mijn kwasten worden eerst geknipt en geschoren, tot ik er het juiste Arta-model in heb. Sommigen heel kort: Bebop, en sommigen mogen het grootste deel van hun pruik behouden…
Beeldend geschreven: Leuk!
Kwiezel · 26 juli 2010 op 19:53
Prachtige zinnen heb je weer op papier gezet Louis! Top!!
Anti · 26 juli 2010 op 20:41
Mooi, echt erg mooi Louis, ben er helemaal verliefd op! Prachtige zinnen en geschreven zoals een schilder een detail naar voren haalt en uitwerkt.
Moeilijk een favoriet kiezen in zoveel moois maar de onderstaande serie zinnen heeft het perfecte ritme…
‘Gommetjes heb ik genoeg. Zoals mijn versleten kwastjes en penselen gooi ik ze nooit weg. Gommetjes gebruik ik tot ik ze niet meer kan vastpakken. Misschien dat ik daarom zoveel gommetjes heb.’
:wave: Met afstand het mooiste dat ik deze maand ben tegengekomen.
pally · 26 juli 2010 op 21:34
Mooi Louis, zoals je de liefde van een schilder beschrijft voor zijn materiaal, zijn werktuigen. Zelf heb ik al zeker 25 jaar een aquarelkwast met marterhaar, de steel met een soort touw omwonden bij de haren, een ruwhouten steel. Een dik penseel maar met een ultra dunne punt voor fijne lijnen, waar ik altijd aan zuig voor ik schilder. Onvervangbaar. Ik voel precies wat je bedoelt. Maar dat komt ook door je poetische stijl, die kwasigewoon lijkt. Erg knap…
groet van Pally
Nimrod1979 · 26 juli 2010 op 21:45
Ja..het is definitief een goeie keus geweest.
Om in jouw woorden te spreken: “Wow”
Mien · 26 juli 2010 op 22:32
Sweet memories, thanks to you.
Heb mijn schilderdoos lang geleden dicht gedaan.
Maar heel af en toe doe ik hem nog open en snuif de lucht van weleer.
Walmende weemoed.
Maar ehhhh … gummehhh, dat is not done en blijft uit den boze Louiske, foei!!!
[b][u][url=http://www.panzerfaust.org/wordpress/wp-content/uploads/2007/08/kattentong.jpg]Lekker puhhh![/url][/u][/b]
Mien Schellak
SIMBA · 27 juli 2010 op 09:00
Ik kan absoluut NIET schilderen en tekenen maar ik heb wel zo’n doos, overgehouden aan enkele creatieve opleidingen. Die geur, alles zijn eigen plek een favoriet penseel….jaaaaaaaaaa!
:wave:
DACS1973 · 27 juli 2010 op 14:51
Mooi stukje. Maar wiens naam staat er nou op de steel van dat penseel? Vincent?
Vingerverven is veel makkelijker: geen gedoe met kwasten en zo.
sylvia1 · 27 juli 2010 op 19:22
LouisP, ik ben een groot fan van je schrijfstijl maar ik vind deze column op de een of andere manier een beetje kaal. Je hebt er veel gevoel in gebracht, maar ik mis het mysterieuze, het associatieve, verrassende combinaties, een draai die ik niet zag aankomen, een mooi staartje.
“En ermee krabte waar of waarin het jeukte”, dat sprong er voor mij uit. Het is ook echt niet slecht, daar ben je een te goede schrijver voor. Ik heb me ook al een paar keer afgevraagd of het komt omdat ik geen schildersdoos heb, dat kan natuurlijk ook…
LouisP · 27 juli 2010 op 20:08
Hey hey,
bedankt voor het lezen en reageren, en de (hele(te) grote) complimenten. Wow..
groet,
Louis
DreamOn · 27 juli 2010 op 22:23
Met je toetsenbord kan jij ook schilderen. En dat vind ik knap.
Ademloos gelezen, deze column.
Garuda · 28 juli 2010 op 14:27
Begrijp me niet verkeerd Louis, het is complimenteus bedoeld, maar ik moest denken aan die TV programma van Bob Ross…subtiel, met liefde, zorg en precisie schilderen en vertellen hoe te schilderen.
Mooi!
Chucky · 28 juli 2010 op 17:02
Respect :wave:
LouisP · 30 juli 2010 op 20:35
Bedankt,
leuke en originele complimenten..