Het prikkeldraad was onderbroken. De doorgang naar verkoelend water was vrij. Het was warm. Een kleine dertig graden. Al met al was het een logisch tafereel. Koeien in de sloot. Met z’n tweeën. Water tot aan de knieën. Het leek me aangenaam. Als koe. Even had ik de neiging hun uitdrukking als dom te bestempelen. Koeien die dom voor zich uitkijken. Maar koeien zijn relatief intelligente dieren herinnerde ik mij. Net op tijd. Ik had het ergens gelezen. Iemand had het onderzocht. Wetenschap. Echt een stapje voorwaarts. Andere gehaktballen. Relatief intelligente dieren. Koeien. Oordeel daarom voorzichtig fietser spreek ik mijzelf toe. Ik oordeel niet. Ik stel even uit. Ik peins en overweeg. “Relatief intelligent” murmel ik voor me uit. Het is een goede aanduiding. Welbeschouwd is iedereen relatief intelligent besluit ik. Dat is het mooie aan relatief. Zonder maatstaf is relatief altijd goed. Of niet goed. Voor mij is het goed. Ik ben een positief mens. Relatief positief. Maar toch. Maatstaven. De maatstaf van de koe. Wij een maatstaf, zij een maatstaf dacht ik. Hoe zat het daarmee? Koeienmaatstaf. Ik was amper een kwartier onderweg en ik bevond mij met mezelf al in dit soort op niets uitlopende kronkels. Bij vertrek had ik die ochtend de illusie van een ontspannen tocht gehad. Even alleen met de eigen gedachten. Vooralsnog wilden ze niet deugen.

Ik besluit mijn aandacht op de weg te richten. Dat is nodig. Het is druk in de duinen. Mensen, vogels ook. Aalscholvers in overvloed. Mooie slanke, zwarte viseters. Soepele jagers in het water. Onhandig ogend soms. Beetje een lekke roeiboot. Het lijf net op of onder de waterspiegel. Machtig ook. Rechtop, uitkijkend. Vleugels breeduit, drogend in de wind. Beetje stoer met je mooie lijf in de zon. Het is goed toeven na wat watersporten. Aalscholvers te over. Waarschijnlijk ook vis genoeg. Vis in de duinen. Vis in mijn drinkwater. Het is even schrikken. Ik hou niet van vis. Ik drink graag water. Je moet niet alles willen weten fietser.
Gedachten en ik. We kwebbelden nog even door. Een soepele samenwerking zal het vandaag niet worden. De blik maar op oneindig. Versnellinkje er bij. Zien waar we uitkomen. Altijd ergens.

Als would-be avonturier met iPhone, 21versnellingenfiets, energiereep en sinaasappel verslond ik de resterende duinen.
Vlak voor duin uiteindelijk in bewoonde wereld overging zag ik ze. Een groepje schotse oerkoeien. Poten in het water. Zelfde koeienblik. Verheven gedachten, revolutionaire strategieën en filosofische inzichten dichtte ik hen toe.
Zij wel.

Categorieën: Algemeen

14 reacties

Dees · 6 juni 2012 op 15:11

Je moet wat meer schrijven fietser! Verslind jij de duinen, verslind ik de zinnen achteraf. Mooi!

sylvia1 · 6 juni 2012 op 17:04

Als je een vaste columnist op een vaste pagina van mijn vaste website/krant was geweest, had ik ‘m meteen mooi gevonden. Nu moest ik ‘m twee keer lezen voor ik ‘goed zat’, maar toen vond ik ‘m ook wel echt goed.

Harrie · 6 juni 2012 op 17:09

Zand in mijn ogen bij het lezen van deze pachtige column. Top. :duimop:

Sagita · 6 juni 2012 op 17:34

Genoten van je column! Heerlijk dat gehakketak in het hoofd benadrukt in die korte zinnen van de eenzame fietser!

LouisP · 6 juni 2012 op 18:03

Aalscholvers in overvloed. Mooie slanke, zwarte viseters. Soepele jagers in het water. Onhandig ogend soms. Beetje een lekke roeiboot. Het lijf net op of onder de waterspiegel. Machtig ook. Rechtop, uitkijkend. Vleugels breeduit, drogend in de wind. Beetje stoer met je mooie lijf in de zon. Het is goed toeven na wat watersporten.

Eigenlijk vind ik je stukjes altijd goed. Die korte zinnetjes, truukje of niet. zijn supersterk. Maar dat stuk over de aalscholver….

Pierken · 6 juni 2012 op 21:22

Hallo Frank. Zoals ik jouw ‘Koeien’ lees schrijf je staccato. Het lijkt mij dat je bewust in voorbestemde 4-kwartsmaten schrijft, afgewisseld met een afwijkende maat in iets langere zinnen. Voor mij werkt dat gaandeweg afleidend. Aan de andere kant vind ik dat je je gedachten mooi, sereen en eerlijk hebt vastgelegd.

Yfs · 6 juni 2012 op 22:13

‘We kwebbelden nog even door’! Zó herkenbaar uitgedrukt. Mooi geschreven hoe gedachten kunnen afdwalen en waarnemen tegelijk. Leuke ‘side-kickjes’. Ik heb zere billen van de bagagedrager waar ik op zat! 😉

Nachtzuster · 6 juni 2012 op 22:56

Ik moet even wennen aan de korte, strakke zinnen maar in deze context (“kibbelen” met je gedachten) komen ze wel prima tot hun recht. Het leest in ieder geval als een trein!

Libelle · 7 juni 2012 op 08:28

Relatief goed stuk, gemeten naar een jaloerse Libelle.

Mien · 7 juni 2012 op 08:46

Zo heb ik ze graag.
Vijf woorden in een zin.
Alleszeggend.
Weer een mooi stukske prozaïsche fietslyriek.

Mien

arta · 8 juni 2012 op 08:41

Prozaïsche fietslyriek (tnx, Mien) is wel een heel mooie omschrijving voor deze column, waar ik mij helemaal in kan vinden.

Dees · 8 juni 2012 op 09:08

prozaïsch betekent toch iets als alledaags en een tikje saai? Ik vraag me af of jullie dat bedoelen?

(jaja waar bemoei ik me eigenlijk mee, maar ik vond het zelf juist een bijzonder stukje 😉 )

Jip · 8 juni 2012 op 16:29

Heb je een mand voor of achter op je fiets? :kus:

Mien · 12 juni 2012 op 12:21

@Dees:
Ik dacht meer aan:
Gesteld in proza, niet in dichtvorm, figuurlijk alledaags, nuchter.
Sluit mooi aan bij fietslyriek.
Lyriek ook nog vertalen?
Taal, zo ambigue.
Maar hoe dan ook.
Het blijft een bijzonder stukje.

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder