“Hoe krijg ik het er weer uit. Hoe krijg ik het weer lopend? Mijn nog brandende voeten van een harde dag werken lijken lichter te worden, onder gedompeld in een heerlijk geurend voetenbadje. Langzaam sukkel ik weg. Ik wordt wakker, al ervaart mijn gevoel het niet zo. Maar hé, ik heb mijn ogen open, dan zal ik toch wel wakker zijn?” Rikketik…tikketikketik…tik…tik… Het ritme lijkt van snelheid te veranderen. Ik kan het niet meer volgen. Het is als een verdwaalde mus die binnen dringt in een ruimte met netjes achter elkaar scharende dominosteentjes. Hoe krijg ik het er weer uit. Hoe krijg ik het weer lopend? Mijn nog brandende voeten van een harde dag werken lijken lichter te worden, onder gedompeld in een heerlijk geurend voetenbadje. Langzaam sukkel ik weg. Ik wordt wakker, al ervaart mijn gevoel het niet zo. Maar hé, ik heb mijn ogen open, dan zal ik toch wel wakker zijn? Gedesoriënteerd kijk ik om mij heen. Ik zie niet meer dan een overvloed aan planten en bomen, ik voel een hete zon op mijn gezicht branden en als ik ver in verte kijk zie ik mensen lopen. Gelukkig, even voelde ik me alleen op deze wereld. Het lijkt wel paradijs. Bloemen in alle kleuren die de regenboog telt in plaats van snelwegen, bedwelmende geuren uitstotend in plaats van smog producerend. Ik loop de heuvel af waar ik blijkbaar was beland en ik kom alsmaar dichter bij de in geen enkel gewaad geklede homosapiens. Dit zijn geen mensen. dit zijn schepsels zoals ze bedoeld zijn. Homosapiens. Geen fastfoodkeet in de buurt, maar voedsel zorgvuldig verzameld in de daarvoor bestemde natuur. Plotseling galmt er een roep door het dal “ADAM !” blijkbaar is het eten klaar, De vrouw die voor het vuurtje nog eenmaal haar luidde stem op zet zal dan wel Eva zijn. En die kleine jongen, zich vastklampend aan het been van zijn moeder, heet in mijn gedachte Jan-Peter. Is dit hoe de wereld zou zijn geweest wanneer Eva zich niet had laten verleiden door de slang? Is dit een wereld waarin normen en waarden verwezenlijkt zijn tot op het hoogst mogelijk niveau? Ik weet ’t niet. Maar wat ik wel weet is dat ik mij kapot verveel. Ik mis de McDonalds, de file-informatie op de radio, en de krant met al dan niet goed of slecht nieuws. Ik mis mijn wereld. En na een lange geeuw zit ik weer op het bankje in een grauw, kil busstation, de tijd uit te zitten tot ik mijn bus naar huis kan pakken. Mijn tijd stond even stil. En het verkeerslicht gaat weer door met tikken zoals het waarschijnlijk altijd getikt heeft. tiktik..tiktik..tiktik..

Categorieën: Algemeen

4 reacties

melady · 10 december 2005 op 13:31

K’weet eigenlijk niet goed wat ik van deze column vind.
De titel klinkt leuk, maar heeft inhoudelijk niets met de column te maken m.i.
Het lijkt me gewoon een dutje op een station
Sommige zinnen bij je inleiding herhaal je later. Niet nodig.

[quote] En het verkeerslicht gaat weer door met tikken zoals het waarschijnlijk altijd getikt heeft. tiktik..tiktik..tiktik.. [/quote]

Tikken verkeerslichten? Lijkt me getikt.:-D
Maar je hebt wel een leuke schrijfsstijl en mooie zinnen. Nu nog één geheel dan kom je er wel.

Welkom.

Kees Schilder · 10 december 2005 op 17:10

Ik vind het mooi geschreven

Troy · 11 december 2005 op 00:51

Moeilijk om een reactie op deze column te geven. het is warrig, wat hoogstwaarschijnlijk ook de opzet was. Je schrijft goed maar ik mis een bepaalde lijn. De tekst is te rommelig om echt uit te blinken. Ben wel benieuwd naar wat je verder nog in de aanbieding hebt…

Mup · 11 december 2005 op 05:05

Net zo warrig als een echte droom, goed beschreven dus,

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder