Wonen is hier een wérkwoord. Wij hebben namelijk een houtkachel. Met een zo mogelijk ononderbroken stookoffensief moeten wij ons huis beschermen tegen de kou. De tachtig jaar oude muren staan er alleen voor het oog. De kou houdt wel van een uitdaging en dringt ambitieus door het rommelige steen met aarde en hout mengsel heen. Zodra je een paar uur niet stookt (zoals ’s nachts) trekt ze zegevierend naar binnen. Binnen is het toch warmer dan buiten denkt ze. Logisch.
Dat zal haar dan vies tegenvallen. Als we ’s ochtends wakker worden is er maar één echte prioriteit: de kachel aanmaken. Eerst moet de asla worden geleegd; een kachel moet zich ook ontlasten.
Is de asla leeg dan kan de kachel weer vol. Alle laagjes in vaste volgorde van bovenaf erin, deksel erop, deurtje open, fik erin, wachten tot de luchtstroom haar opruiende werk heeft gedaan en deurtje dicht.

En zo jagen we de kou dan langzaam maar onverbiddelijk het huis uit. We duwen haar terug door de vele gaten en kieren. Als een onwillige peuter zet ze zich schrap op haar hakken maar het moet. Vort, naar je eigen huis; naar buiten.

De kachel moet gevoed, dat weet natuurlijk iedereen. Zonder voedsel geen vuur. Nou hebben we nog een klein stapeltje hout beneden in de kelder. Maar dat is het slechtst mogelijke hout wat je je kunt voorstellen. Dat wil zeggen om te stoken. Zacht hout namelijk, vuren en lindehout, bomen die snel en vrolijk groeien. Die vrolijkerts stemmen mij echter somber. Want snel groeien betekent snel branden! Als stro brandt het weg, waardeloos dus. Hout moet hard zijn dan brandt het langzaam. Beukenhout, eikenhout, notenhout; norse reuzen in harde mootjes! Dat wil ik!
Dat hebben we dus niet.

Een kachel zacht hout te eten geven is als het voeren van snoepgoed aan een zoetekauw. Slagroomtaartjes, spekkies, trekdrop, bonbons, chocoladeletters, toverballen; de kachel vréét het. De energie die dat te weeg brengt is heftig, maar zeer kort. Werd de kachel er maar dik van, dan konden we zijn vet verbranden, dat brandt immers weer langzaam. Maar nee. De kachel heeft een snel werkende schildklier, kan zoveel eten als hij wil en blijft altijd even hongerig en broodmager. En dus kan hij enorme hoeveelheden verstouwen, onze Holle niet zo Bolle Gijs, en nog kunnen wij van de kou niet slapen.

Het stapeltje slagroomtaartjes onder in de kelder is schat ik nu binnen een week wel verorberd. Dat is een optimistische schatting. Uit alle hoeken van tuin en huis heb ik tot nog toe zoveel mogelijk aanvullende hapjes gesprokkeld, gezaagd en gehakt, om vooral maar het stapeltje te sparen, maar dat houdt toch echt een keer op. Ik kán natuurlijk aan de dikke verticale steunbalk die in het midden van de kelder staat beginnen. Ik bouw er een klokrokje van kranteproppen en spitse takjes omheen, staat nog leuk ook, fikje erin en paar stapjes terug. Verslaan we de kou eindelijk eens op haar eigen terrein. Oogt alleen zo slordig de volgende dag.

Het is nu 8 maart, er ligt dertig centimeter sneeuw en het hout is zo goed als op. Dat wordt nog spannend.

God ik snák naar de lente.

Categorieën: Diversen

13 reacties

Prlwytskovsky · 10 maart 2006 op 20:24

Als wij in ons woonoord komen te spreken over de winter dan hebben wij het erover dat “hij” er aan komt, waarom is jou kou dan vrouwelijk?

Anne · 10 maart 2006 op 20:53

Winter is koning, kou is koningin. Zo zit dat.
Groet van Anne

KawaSutra · 10 maart 2006 op 21:02

[quote]Dat wordt nog spannend. God ik snák naar de lente[/quote]
En ik snák naar deel 3!

Trukie · 10 maart 2006 op 23:29

Anna ik zie het helemaal voor me. Ook hier op het platteland met in de verte een buurboerderij, heb ik een paar vriendinnen met een mooie grote boerderij. Het is niet meer aan te slepen om het optimaal te verwarmen. In de woonkamers snorren en knapperen de houtkacheltjes na een stevige wandeling door het mooie sneeuwlandschap. Heerlijk die hartverwarmende vlammetjes. Maar ojé als je met je blote billen op de doos zit. Brrrrr. Of even behulpzaam een paar koffiekopjes naar de keuken brengt. Brrrr.
De lente komt er aan en we sturen haar op doorreis naar Sarajevo.

Prachtig beschreven Anne. Ik ben ook heel benieuwd naar deel 3.

Maurits · 11 maart 2006 op 01:59

[quote]De kachel heeft een snel werkende schildklier, kan zoveel eten als hij wil en blijft altijd even hongerig en broodmager.[/quote]
Een kachel is eigenlijk net een mens. Als hij hard werkt (staat te loeien) moet je hem veel te eten (brandstof) geven en wordt hij toch niet dik (overvol). Als hij niet hard hoeft te werken (als buiten het zonnetje schijnt) en je geeft hem toch veel te eten dan wordt hij dik. Uiteindelijk gaat hij dan uit omdat er geen lucht meer kan circuleren (de aderen verstopt raken)

Wright · 11 maart 2006 op 11:13

Grin,…volgens mij heb jij meer verstand van vrouwen dan van kachels, Maurits. 🙄 😆

Mosje · 11 maart 2006 op 14:09

Mooi beeldend geschreven Anne, ik kreeg er een rilling van.

En bij Mauritz heb je een gevoelige snaar geraakt, want hij reageert zo maar op het stukje van een ander.
😛

Dees · 11 maart 2006 op 15:41

Wij zijn net terug van een weekje Andalusie, op de hoogvlakte, in de kou, met name ’s avonds. En daar stond dan nog een klein gaskacheltje met een fles butaan erin in de woning. Maar koud dat we het hadden ’s avonds. Ik kan me er iets bij voorstellen.

Prachtig stukje, met levende beelden van je gulzige kachel, die maar onverzadigbaar door blijft vreten. Dertig centimeter sneeuw is niet zomaar verdwenen, maar de lente komt er wel aan binnenkort. Heb je weer een aantal maanden om je op de volgende obesitasaanval van je kachel voor te bereiden.

Ma3anne · 11 maart 2006 op 16:02

Het roept herinneringen op uit mijn kinderjaren, toen ons grote oude huis ’s winters ijskoud was, behalve de woonkamer, waar een kolenhaard brandde en de woonkeuken met zijn kolenfornuis. Dikke ijsbloemen op de ramen van je slaapkamertje. Ogottoch wat een ge-armoei was dat.
Ik leef met je mee.
Erg mooi beschreven weer.

WritersBlocq · 11 maart 2006 op 17:16

Leuk en ook knap hoe je zo behaaglijk over iets onbehaaglijks schrijft.
Je zou willen dat je ingesneeuwd was, sneeuw isoleert als de beste. Tenminste, als je geen plat dak hebt! Sterkte, ik voel met je mee.

Li · 11 maart 2006 op 21:54

Alsof ik tientallen jaren terug in de tijd duikel

[quote]Dikke ijsbloemen op de ramen van je slaapkamertje. Ogottoch wat een ge-armoei was dat.[/quote]

Met tussen de flanellen lakens een ijzeren kruik die precies in een gehaakte zak paste. 🙂

Zoals altijd weer prachtig beschreven Anne.

sally · 12 maart 2006 op 00:13

Nou ja, ik kan heel makkelijk zeggen: zie Li.

Heerlijk lezen!

groet
Sally

Mup · 12 maart 2006 op 15:52

Sfeerplaatje, erg mooi,

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder