Vreemd!
Er is weinig beweging bij de kringloopwinkel! Heel vreemd! Is het gesloten? De meeste verlichting binnen brandt niet.
Ja, het is open want er knippert aan de deur neon. ‘Open.’ Nu voor 17,95. Pal voor de ingang van de kringloopwinkel is er één parkeerplaats voorbehouden door twee bordjes. Directie én invalide. De baas is er blijkbaar niet. Op de parkeerplaats staan twee auto’s in slechte staat en een gebroken catamaran. Ik zoek een kastje.
Op het mooiste tapijt van de hele zaak staat het mooiste bankstel van de hele zaak. Op het mooiste salontafeltje van de zaak staat een klein koffiezetapparaatjes. Dat ziet er smerig uit. De koffie pruttelt. Tegen het bankstel van nog geen honderd euro staat een kruk. In het bankstel zit een geblondeerde vrouw te roken. Ze heeft hangtieten, haar knokkels zijn rood en ze heeft een pleister op de neus.
‘Ik zoek een kastje!’

Aan de ene kant is het wel logisch, aan de andere kant ook weer niet. Ik dacht dat er meer kringloopwinkels zouden zijn in Nederland en België dan in bijvoorbeeld Zweden.
In de Cirklarloppestöre ligt de nadruk op oude modelboten, helmen, visgerei, koeienkoppen, singletjes en langspeelplaten. En posters, heel veel posters. Nog meer dan singeltjes. En minder op meubelen, veel minder.

Ooit bestonden ze niet, maar ineens waren ze er. Kringloopwinkels. Ik steek het niet onder stoelen of banken: Kringloopwinkels van tegenwoordig zijn niet meer zoals die van vroeger. Toen, ah, toen er nog goede tweedehandse kaarsen te koop lagen, of stonden. Dat was nog eens leuk. Veel leuker dan tegenwoordig die lampedaires. Met hun bollekes.
Op de versleten trap van de kringloop kom ik een meisje tegen die ik ergens lang geleden kwijtgespeeld heb.
Zou ik het meiske Josephine mogen noemen? Even later zie ik haar bij het speelgoed staan. Springtouwen, hoepels, rubberen kaatsballen en een tafeltennistafel. In de hoek staat een piano en een trommeltje.

Bij de kleding gaat ze rechts. Ik naar de andere kant. Zij weet niet precies wat ik zoek. We zullen elkaar wel ergens tegenkomen. De winkel is kleiner dan je denkt.
De matras op het opoebed is met plastic overtrokken. Oud of nieuw? Daarna of ervoor? Ooit is dat een gewoon mamabed geweest. Zijn er nieuwe opoebedden in de kringloop? Nee, die moeten nog binnenkomen. Ik heb wel eens op een opoebed gesprongen. Maar ‘k was er zo klaar mee. Ik was nog heel erg klein toen.
We komen elkaar ergens tegen bij de kunstbloemen. Echte.
Wat ik zoek, vind ik niet. Zij ook niet. Maar wat zij niet zocht heeft ze gevonden. Spiksplinternieuw, ’t zit nog in de plastic.

‘Hee! Kom jij hier vaker?”
Ze stond gebogen over een opoebed. Ik had haar lang niet meer gezien. Hoe lang waren we ook al weer de laatste keer uit elkaar gegaan?
‘Ja, ‘k ben hier elke dag. Ik werk hier. Bij de afdeling visgerei, hobbelpaarden en matrassen zonder veren!’
Ze is in de kringloop gaan werken direct nadat we uit elkaar waren gegaan. Zo verteld ze me. Direct daarna. Het zweet stond nog in haar handen
‘Zullen we?’
Ze kan een potje breken bij me, en ik bij haar. Maar ’t zal verdorie voorzichtig moeten gaan. Zoveel vazen en schalen op de nachtkastjes. Zoveel kannen en kruiken op de geïmproviseerde boekenkast. Nee, niet van een of andere dynasty en duur zijn ze zeker niet, dat kan zelfs een leek zo wel zien. Het schilderij met de huilende zigeunerin hangt schuin. Zal ik ‘m eens proberen recht te krijgen? Dat is weer eens wat anders.
‘Zullen we?’
‘Ach waarom ook niet, de matras zit tenslotte nog in de plastic. Maar jij moet wel alle lampjes uitdoen!’

‘Waarom noemen ze dat een opoebed?’
De ene mevrouw is kringloopster en moet me het antwoord schuldig blijven. Het goede antwoord. Ze heeft wel de leeftijd.
Opoes lagen vaak in bed Meer dan opa’s. Want die hadden koetjes en kalfjes. ‘Waar is opoe?’ Mwah, ‘k denk in bed!’ Er is een moment geweest dat er nog geen opoebedden waren. Maar dat is lang geleden. Op een gegeven moment waren ze er ineens. Het stond wellicht in een of ander plaatselijk boerenbondkrantje. ‘Opoebed gevonden.’ Een beetje opoebed brengt aardig geld op. Vooral die eerste. In de kringloop staan er veel nieuwe opoebedden. Maar ‘k ben niet op zoek naar een opoebed.


8 reacties

Harrie · 23 januari 2013 op 09:54

Opoebed komt van op oe bed. Zo eenvoudig is het. Gij moogt niet op oe bed springen. En ook niet op oe opoebed. Leuke column. Groet, Harrie.

Nachtzuster · 23 januari 2013 op 09:58

Verrassend om jou weer eens op de hoofdpagina te lezen, L. Ik heb het idee dat deze column bomvol metaforen staat, die ik bij lange na niet allemaal begrijp. De sfeertekening die je neerzet vind ik erg mooi. Een paar heel kleine schoonheidsfoutjes, maar allee, die zijn jou graag vergeven!

Meralixe · 23 januari 2013 op 10:53

Welkom terug van weg geweest?

Ik liep met U mee in een dergelijke zaak. Het rommelige, het overbodig geproduceerde, het kroezelige….
Laat het ons weten als er een kastje gevonden is. Ook daar kun je dan met uw schrijfvaardigheid een verhaal van maken! :hammer:

Sagita · 23 januari 2013 op 11:18

Vol spanning met je meegelopen door de kringwinkel. Op zoek naar een Opoebed. Ik weet niet goed wat ik me er bij voor moet stellen. Slaap zelf in een Engels Kinderbed. Hoewel ik sinds een paar maanden wel Opoe ben!
groet Sa!

Sagita · 23 januari 2013 op 11:19

Leuk Harrie! Gniffel!
groet Sa!

arta · 24 januari 2013 op 09:01

Een rondje kringloopwinkel met Louis!
Een bijzondere ervaring, mooi opgetekend!

@Harry: 😀

Ferrara · 24 januari 2013 op 15:29

Goed gelukt dat typische kringloopsfeertje te beschrijven.

Zaten er in die matras met plastic wel veren?

pally · 25 januari 2013 op 14:48

Leuk en achteloos beschreven, Louis, dat muffe kringloopsfeertje met de verwachting op iets prachtigs, dat niemand al eerder in de gaten had…of gewoon het gezochte opoebed, dat voor jou het prachtigs is.Zeker als je het even kunt testen 😉

groet van pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder