Een dikke twintig jaar geleden; receptie van mijn zwager, die prins is geworden van de plaatselijke carnavalsvereniging. We staan met familie, broers, zussen, neven en nichten achter in de feestzaal bij elkaar en de stemming zit er goed in.
Even verderop staat een blonde dame, strak gekleed in een lederen broek, met de rug naar ons toe. Neef Rob, zoon van mijn broer, een echt feestnummer die hem al goed heeft zitten, beweert wijselijk dat je bij een lederen broek goed kunt voelen, of de dame in kwestie een slipje dan wel een string draagt. Nee, dat weten wij niet gniffelen wij, geïnteresseerd. “Let op,” zegt Rob. Hij loopt naar de dame en veegt met zijn rechter middelvinger over haar bilnaad. Als door een adder gebeten draait de dame zich om en geeft mijn neef een muilpeer, waar je u tegen zegt. Duizelend, wankelend en met een kleur op de wangen, keert Rob op zijn schreden terug. “Ze heeft een string aan.”
0 reacties