Linksdraged (3) Pepermuntje

‘Dag meneer Linksdrager. Ben u daar weer?’
“O….eh…ik heet overigens van den Belegen..en..’

‘Ik dach het niet meneer Linksdrager. Je ken so sien dat uwes een linksdrager ben. Wil u ook een pepermuntje? O nou stak ik net de laatste in me mond. Nou geef nie hoor, ik haal de mijne wel uit me mond. Kijk, hier is ie. Pak maar an.’
‘Nou…kijk….erg aardig….maar.’

‘Pak nou an, meneer Linksdrager. Dit is niet so maar een pepermuntje. Hier zit een opwekker in. Ken je dat, die opwekkers? Ja hè? Want jij belt altijd van die publiekelijke mevrouwen voor je gerief toch?’
‘Nou…zeg….dat. is…echt…niet…’
‘Je hoef je niet te schamen hoor, meneer Linksdrager. Het is gewoon lekker, zo’n opwekker. Je ding daar gaat dan stijgen, seg maar. Lekker hè? Toch? Als je ding dan gaat spartelen in je broek, seg maar? Hier, kijk, lik maar effe aan het pepermuntje. Toe maar.’
‘Nou….ja….een klein likje dan…en..’

‘Sie je wel? Lekker hè? Voel je je ding al? Kijk uit hè, dat ie nou niet naar rechts gaat hè! Anders ben je so maar een rechtsdrager. En dat ken natuurlijk niet.
Sal ik es voor je foele? Ik heb daar kijk op want bij mijn hondjes, Stoffer en Blik doe ik dat…’
‘Nee, dank u wel, meneer eh….’
‘Meneer Befjesdoek, weet u nog? Als u nog een keer een pepermuntje wil, moet je maar gewoon frage hè, ik draag altijd een rol in mijn broek. Heb je altijd warme pepermunt. Dat je dan denkt, lekker zo’n warm pepermuntje uit je broek, dat wil ik ook, toch ? hè?’

‘Ja…nou…tot eh…ziens meneer…eh..’
‘Befjesdoek, meneer Linksdrager.
Goed onthouden hè. En ook van de pepermuntjes. Daaaaag meneer Linksdrager! Daaag !!! Daaaag!!’

Uit inspirasie met Koot@Bie inzake de Vieze man