Het is warm. De zon doet de lucht boven het asfalt trillend zinderen. Ik laat mijn hoofd tegen het busraam rusten, om het direct weer terug te trekken. De stationaire bewegingen maken me misselijk. Mijn hand glijdt in het doosje naast me. Kersenbonbons. Er zit een tweede doosje in mijn tas. Toen ik ze kocht leek het me gierig om er maar één te geven tijdens mijn eerste bezoek aan de ouders van mijn vriendje. Nu lijkt het overdreven. Ik stop nog een bonbon in mijn mond en zuig erop totdat hij vanzelf openbarst en het zoete vocht warm mijn mondholte vult. Ik ben echt misselijk.
Langzaam verandert het stadslandschap in een weids uitzicht met koeien en boerderijen. Ik moet erom lachen. Hardop. Terwijl de laatste bonbon in mijn mond openbarst roept de chauffeur: “Je moet er uit”. Verbaasd kijk ik om me heen. Er zit verder niemand. “Jij moet eruit!” Wankelend verlaat ik de bus en begin te lopen. Links, over het treinspoor rechts, tweede straat links, nummer elf. Peter heeft het mijn brein ingeramd. Wat een pokke-eind. En ik ben misselijk. Het stinkt naar mest.
Een zwerm vogels vliegt laag over. Er spettert iets tegen mijn wang. Een grote witte vlek op mijn schouder. Giechelend ga ik zitten en probeer het met een bosje bermonkruid weg te vegen. Het werkt niet. De vlek wordt groter en vermengt zich met groen en poepbruin.
Via handen en knieën kom ik moeizaam overeind. Zingen dood tijd. Uit volle borst zet ik de Zangeres Zonder Naam in. Het wordt tijd dat vaderlief stopt met drinken. Ineens heb ik mijn doel bereikt. Na aanbellen wordt de deur geopend door een vriendelijk lachende vrouw.
Haar lach vervaagt wanneer de inhoud van mijn maag over haar schoenen druipt.
3 reacties
Nummer 22 · 30 juli 2018 op 07:45
Fris verhaal! Ik zie je zo zitten in de bus bij de eindhalte en de eruptie van jouw maaginhoud. Het moet wel door de verzengende hitte veroorzaakt worden.
Ik lust geen kersen bonbons, maar dit terzijde? ?
Esther Suzanna · 30 juli 2018 op 11:18
Geweldig geschreven, ik giechelde mee…haha. 🙂
Lianne · 30 juli 2018 op 17:18
Oei! Maar wel erg leuk om als buitenstaander om te mogen grinniken. Grappig geschreven, met de nodige zelfspot. Echt top!