Inmiddels ben ik al een fiks aantal weken thuis aan het werk. Eigenlijk went het wel steeds meer. Mijn maatje en ik zitten elkaar nog steeds niet in de weg. Ik had ook niet anders verwacht, we zijn al zo lang samen dat we dit ook echt wel kunnen overleven. Stef vindt het nog steeds supergezellig. Hij ligt het liefst bij een van ons in de buurt. Of met dit weer buiten, in het zonnetje. Hij geeft een hele nieuwe definitie aan het begrip hondenleven.

Een van de valkuilen van het thuiswerken is, in mijn geval, dat je geen pauze neemt. Als ik ’s morgen beneden kwam, was het eerste dat ik deed mijn pc opstarten. Dan kon ik nog even dit en nog even dat voor mijn eerste meeting om 09.00 uur begon. De koffie kon wel ondertussen. Ook tussen de middag dreigde ik dezelfde routine aan te houden. Snel een broodje smeren en tussen twee happen door een mailtje beantwoorden. Gelukkig was mijn maatje daar al snel klaar mee.

Nu drinken we eerst samen koffie voor ik mijn laptop open klap. En tussen de middag gaat het scherm op zwart en eten we samen. Daarna komt er voor een klein zwart hondje een van de hoogtepunten van de dag. Hij ziet dat mijn broodje op is en komt verwachtingsvol naast me staan. “Samen op pad?” lijkt hij te zeggen. Dus ik zeg “ik ga even een rondje lopen, zou Stef mee willen”. Dat is het sein en hij rent naar de garage waar zijn riem ligt.

Vooral met dit mooie weer is het heerlijk om buiten te lopen. Vooral als je op zo’n heerlijk plekje woont als ik. Stef en ik kijken samen naar de bootjes in het jachthaventje en lopen dan de polder in. Er zijn wat akkers geploegd en kleine plantjes hebben het al aangedurfd om op te komen. Vlak in de buurt nestelt een koppel ooievaars en deze foerageren regelmatig tussen de opkomende mais.

Ik doe de riem van Stef los en kijk hoe hij er vandoor sprint. Om dan ineens weer te stoppen. Al die bijzondere geuren, die moeten allemaal onderzocht worden. Als we de weg over moeten steken, komt hij netjes naast me zitten. Natuurlijk, eerst staan en als ik voor de tweede keer ‘zit’ zeg, raken zijn billen eindelijk de grond. Ach, hij komt in ieder geval als ik roep.

Nog even door het smalle padje langs de paardenstal. Ik klink echt als een dorpeling maar er gaat niks boven de geur van paardenmest.

En dan weer aan het werk. Ik hou dat best vol.

Categorieën: Overig

1 reactie

Nummer 22 · 2 juni 2020 op 07:07

Mooi geschreven. Zie je zo in mijn beeld verschijnen en ruik de paardenmest, voel de sfeer en zie je aan t werk! Chapeau!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder