Wat is het toch heerlijk om nieuwe woorden te verzinnen. Per abuis of met opzet. Opgehoest door een hevige schrijfbui of aangeleverd door een woeste letterwind. Ingegeven door een schrijfopdracht met een bijzonder onderwerp of voortbordurend op een iets te snel vergeten column. Maar waarom nog woorden verzinnen als er toch al zoveel zijn? Om zinnen te verzetten misschien? Om lege luchten even vol te laten stromen? Van luchtledig naar lettervol? Om datgene wat onuitgesproken blijft, voor eens en altijd bespreekbaar te maken? Het zou zo maar kunnen.

Wat maakt het eigenlijk ook uit. Opgejaagd door communicatiedrift en tijdswaan verdwijnen vele woorden en zinnen tegenwoordig vliegensvlug in wolken en in schemer. Of ze nu oud of nieuw verzonnen zijn, ze worden in no time ingekort met pennenbeitels, doormidden gekliefd met potloodbijlen en weg gegumd door cloudremovers. Ze moeten immers passen op het minischerm en liefst zo snel mogelijk weer verdwijnen. Al die letter-, woord- en zinbezuinigingen leiden vroeg of laat tot hersenkrimp. Dat kan niet anders. Gelukkig zit er voor diegenen die door een tekort aan volledigheid frustratie voelen, bij alle tablets en smartphones een aan- en uitknop. Zo ook bij deze column. Je moet hem alleen weten te vinden.

Nieuwe woorden verzinnen, er bestaat niets leuker dan dat. Dit keer zijn ze ingegeven op onderwerpniveau. Het onderwerp: mannen en vrouwen. Een buitencategorie waar we allemaal deel van uitmaken. Twee geslachten aan elkaar onderworpen. Een dankbaar onderwerp van gesprek en geschrift. Vandaag leg ik ze op mijn onderzoekstafel. Naakt en bloot, stok en stijf. In een oogopslag constateer ik enkele verschillen. Ze zijn in woorden haast niet te vatten en ik raak danig verward. Het is een vruchtbare status die een voedzame bodem biedt voor creativiteit.

Ik begin met mijn onderzoek bij mevrouw. Ik zie een grote schoonendoes die op heuphoogte overgaat in een vangerplint. Het wordt me even te veel. Wat een scheinhood, bijna niet te bevatten. Mijn hoofd tolt in het rond. Zo ook wat nieuwe woorden. Het verbaast me hoe talig het vrouwenlijf is. Zou dat ook voor het mannenbody gelden? Ik ga snel verder op ontdekkingstocht. Dit keer bij meneer. Ik zie een enorme tenta die onder het mannenbuikje eindigt in een standkazeel. Wederom van onbedorven scheinhood. Anders kan ik het niet benoemen.

Slotconclusie. Een mannenbody is net zo talig als een vrouwenlijf. Mannen fantaseren er vaak wel een paar mouwen bij. Dat geeft houvast. Ook vrouwen fantaseren over mannenbodies. Het gaat dan meestal over hun vrannen. Ze hebben er ooit van gehoord maar weten niet hoe ze er uit zien. Laat staan dat ze weten waar ze zitten. Heel vreemd. Mannen en vrouwen die fantaseren over mouwen en vrannen. Los van elkaar.

Naast enkele verschillen tussen mannen en vrouwen zijn er ook een paar overeenkomsten. Eentje wil ik niet onvermeld laten. Zowel mannen als vrouwen beschikken over een gigantisch mooie aaipen. Weliswaar in verschillende vorm en omvang, maar hé zeg, niemand die daarover klaagt. Aaipennen moet je altijd koesteren. Hoe dan ook. Ze schenken eindeloos genot.

Categorieën: VC-Mien

Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

7 reacties

Yfs · 1 april 2014 op 12:58

Och Mien toch! Als iemand me zou vragen “wat is het toppunt van Mien?” Dan zou ik ze verwijzen naar deze column.

Alleen al de titel schreeuwt luidkeels “Mien, Mien, Mien”. Deze column is doordrenkt van jouw manier van schrijven. Daar hou je van of daar hou je niet van.

Persoonlijk vind ik overvloedig toveren met woorden een vermoeiende manier van schrijven en nog veel vermoeiender om te lezen. Anderzijds vind ik het wel leuk hoe je in deze column uitlegt over het hoe en waarom je zo geniet van je eigen stijl. Tegelijkertijd blijf ik ook roepen dat ik het knap vind wat je doet en geef toe dat ik het zelf niet zou kunnen.

Dus wederom knap gedaan, maar liever lees ik toch jouw ‘Keesjes” 😉

Mien · 1 april 2014 op 17:38

Bedankt voor je reactie en het compliment Yfs. Het is en blijft hard werken zo’n VC. Dit keer met maar liefst 22 updates. Het schrijven en lezen van mijn columns is vaak zwartwit met af en toe wat tinten grijs. Helemaal mee eens. Kees zal ooit wel weer verschijnen. En in mei volgt mogelijk nog een klein verrassinkje. Een kietelcolumn zeg maar.

Nachtzuster · 2 april 2014 op 23:57

Voortgeborduurd op de themacolumn en de categorie ‘mannen en vrouwen’ mooi verwerkt. De actualiteiten van CX afgelopen maand. In die zin goed gedaan! :yes: Het dyslecteren van woorden vind ik persoonlijk wat over de top. ‘Schoonendoes, scheinhood, vangerplint zijn in mijn ogen niet echt nieuwe woorden, maar anagrammen. By the way, dyslecteren bestaat volgens mij ook niet, maar past m.i. wel in deze columnreactie. 😉 Ben benieuwd naar je verrassing in mei!

    Mien · 25 juni 2014 op 09:42

    Bij nader inzien komt de verrassing eind juni … 😉
    De aanleiding voor het schrijven desalniettemin in mei. 🙂

Mien · 3 april 2014 op 11:36

Bedankt voor je reactie en compliment Nachtzuster. Borduren en dyslecteren zijn beiden activiteiten waar ik van hou. Dat geldt ook voor brijen en breien. Over de top laat ik dan wel eens steekjes vallen. Dat blijven leermomenten voor mij. Dank voor het attenderen. Zelf ben ik ook nieuwsgierig naar de verrassing in mei. Het kan twee kanten opgaan. 😉

arta · 5 april 2014 op 14:11

Originaliteit is Mien’s middle name.

Toch zou ik jou weleens willen uitdagen tot het schrijven van een Mienloos verhaal. Gewoon. Omdat je dat ook kan! 😀

    Mien · 5 april 2014 op 16:25

    Bedankt voor je reactie en het compliment. Maar Mienloos? Onmogelijk vrees ik. Ik kan mezelf helaas niet uitschakelen bij het schrijven. Al zou ik het willen. Maar wie weet, met wat tips kom ik wellicht een heel end. Dus ik zou zeggen roept u maar … En nou niet beginnen over Kees hoor … 😉
    Nee, nee, wacht er valt me ineens een beter idee binnen. Daag me uit voor een themacolumn, voor mij alleen, als enige deelnemer. Verzin de spelregels voor mij en ik beloof u, ik hou me eraan. 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder