Het bepalen van de oppervlakte van een terrein lijkt een eenvoudige zaak. Het opmeten van hellende, of diep ingesneden terreinen stelt echter heel wat praktische en juridische problemen die een landmeter moet oplossen.
Zeker in de regio.
Vroeger niet. Toen gebruikte men oude maten. Bijvoorbeeld meten met zandvlaktemaat. Hier een overzicht van die oude maten:
Het gemet, de gras in Groningen, ongeveer een halve hectare (de hoeveelheid gras die nodig was voor een koe), de deimat of dagmaat (de hoeveelheid land die een maaier per dag kon maaien), de hont, de bunder, de dunam, de hoeve, de loopense, de morgen, de mud, de pondemaat, de roede, de schat, de schepel, de snees, de spint, de vatzaad, de wind, het zand.
1 reactie
Nummer 22 · 23 november 2018 op 17:21
Meten met 2 maten. Recht is waar het midden de uiteinden raakt, daar denk ik aan. Over maat houden zwijg ik maar. Matennaiers zijn er genoeg.