De geur van de Indische keuken gaat nooit weg uit mijn geheugen.

Toen de schuifdeuren van de huiskamer gesloten waren moesten de kinderen naar de achterkamer. De nasi rames werd op de borden geschept en de maaltijd eindigde pas als de avond haar intrede deed. De gesprekken gingen over de tijd op Java. Midden Java om precies te zijn. De baboe die de kinderen in de gaten moest houden en het huis schoon.

Het Jappenkamp en het gescheiden worden van de geliefden kwam telkens weer terug. Honger, dysentrie, klappen van de bezetter als je vergat te buigen, diep te buigen.
Ik, nieuwsgierig als ieder klein jongetje luisterde graag de gesprekken af. Ik begreep weinig van de woorden en het “soedah laat maar”. Mijn vader had als bijnaam “kleintje” omdat hij de jongste was maar met zijn  1.87m was hij niet de kleinste.

Guus zo heette mijn vader. De 3 broers hadden allemaal een bijnaam. Later begreep ik pas wat daarvan de reden was. Broerie, de oudste waakte over Nono en mijn vader. Broerie was de “vader” in het gezin. Mijn opa was al overleden. Mijn oma had zich laten verleiden door een charlatan, die ik “opa Keijzer” moest noemen en de hele dag in pyjama liep op zijn versleten pantoffels. In mijn herinnering zie ik die stief- opa in zijn gestreepte pyjama alsof hij net net uit het kamp was gevlucht en ernog altijd ongeschoren uitzag. Als we logeerden ging de voordeur en achterdeur om 5 uur ‘s-middags op slot. Bang dat wij zouden weglopen. “naar binnen komen, makan (eten) en binnen blijven”

Terug naar Breda. Mijn 2 broers zaten onder de eettafel en hadden een tent van lakens en dekens gebouwd. Wat ze daar samen deden?  Ik was nummer doea (2) en “koeping, koeping” dat begreep ik snel. Ik ben de 2e zoon en wil graag alles weten.  Ons huis in Breda leek wel een pension van indo’s. Er werd veel, heel veel gegeten en mijn moeder begon de dag ervoor met het koken. Mijn vader was de proever. “Elly, het is weer lekker!”.

Wij hadden het goed; een  mooi herenhuis, een auto, een zwarte bakelieten telefoon aan de muur in de gang. De buurt graag wilde graag bij ons bellen en een dubbeltje werd op het schoteltje gelegd. Zeg, mevrouw L. mag ik even bellen? De telefoon stond in de gang. Onze huiskamer, vooral op de woensdagmiddag, als er geen bezoek was, leek op een huis van jongens en meisjes; blank en bruin. Op Ineke, uit de straat was ik verliefd. Heftig verliefd. Onze badkamer werd door oom Henk uit Rotterdam gebruikt als hij op bezoek was. Tante Jo, zijn vrouw was een zus van mijn moeder.

Jaarlijks gingen wij met de Simca en later de Volvo Amazone op vakantie. De Sima blijft onuitwisbaar in mijn geheugen door de rood skai leren bekleding. De Volvo Amazone had een lichtblauwe pastelkleur.  Op de achterbank zat ik met mijn twee broers, onder onze benen de aardappels, zak met rijst, blikken groenten. Op de auto een imperiaal met oranje dekzeil met touwen vastgebonden en daaronder een tent, koffers met kleding en in de achterbak de  houten klapstoelen en ingeklapte tafel. De achterbak werd verder opgevuld met van alles en nog wat. Mijn knuffel hield ik strak tegen mij aan.

De zwaar beladen auto was elke zomervakantie het bekijken waard. Wie gingen er toen, begin jaren 60 in de vorige eeuw nu op vakantie?

We werden uitgezwaaid en een kennis paste op ons huis. Naar later bleek keek ze televisie, belde met haar familie en snuffelde in alle kasten. Mijn moeder had namelijk een “merkje” aangebracht en bij thuiskomst ging ze direct kijken. “Adoe zeg, zo nieuwsgierig die Lottie!, echt een indo uit Malang”. Vanavond ga ik naar Lottie. Wat een gedoe, zeg. Guus, zeg jij er nu eens wat van!  Mijn vader zei weinig, maar soms reageerde hij met” Elly, dat Lottie uit Malang komt zegt toch niets over wat ze doet in ons huis”

Het zomervakantie ritueel begon 3 weken van tevoren Wij moesten dan nog 2 weken naar school. Een school met “Den Bijbel”. Wie gaat er zorgen voor de plantjes? Ik kende het antwoord van mij en mijn broers.

“Jongens luister en hou met dat pesten van elkaar. Jongens, we gaan naar het Gardenmeer!, kamperen!”. Het jaar daarvoor kampeerden we in in Zwitserland bij het meer van Lugano. In 2015 was ik daar weer en wandelde naar het kleine kerkje op de berg en het magnifieke uitzicht over de meren deed mijn herinneren aan mijn mooie vakanties met mijn ouders en broers.

Mijn moeder was de reisleidster en mijn vader de chauffeur.  Op schoot had mijn moeder de kaarten en de rode lijnen gaven aan hoe we ergens naar toe moesten rijden. De reis was bijna ondraaglijk door de hitte en het misselijk makende bergweg rijden. Guus, ze zijn weer ’s bezig. Mijn vader zei niets maar liet zijn rechterhand los van het stuur en haalde even naar achter uit. Wij zagen dat  aankomen en  deinsden met onze hoofden naar achteren. Mis!

Als jullie niet stil zijn, dan zet ik jullie er 1 voor 1 uit.  Daarna remde  hij hard bij de eerste  parkeergelegenheid (meestal met het mooiste uitzicht), stapte uit en keek met zijn priemende ogen naar ons. We waren nog jong.

Op de camping ging hij zitten, gaf aanwijzingen en keek hoe wij moesten helpen bij het opzetten van de zware katoenen tent, de houten haringen in de grond stampten met een hamer. Luchtbedden? nee, gewoon matjes, lakens en een dunne deken. We hadden onze eigen kussen meegenomen. Zo sliepen wij met 5 personen in een grote tent. Er werd gelezen bij een olielamp dat door de walm altijd  ver van de tent werd aangestoken. Ik las Biggles.  “Morgenochtend moet je  latte halen, je moet dus “latte’ zeggen en 2 vingers opsteken en 2 vingers voor de “panna”.

En Louis mijn jongere broer  ging op pad naar het winkeltje. Waarom hij altijd te laat terug wisten we nog niet. Een paar dagen later stond een Zweedse blonde van bij de tent en zei alleen maar “Louis weir is hie?” Nou, ik wist dat wel maar zei niets. Louis ging graag op ontdekkingsreis. “Ik ben Livingstone en zoek een waterval”.

De 3 weken vlogen om en we hadden vriendjes en vriendinnetjes bij de vleet. Bruine jongentjes die niet op het strand willen gaan liggen om bruin te worden waren toen bijzonder. Maar, we konden alle 3 al redelijk goed voetballen en dat deden we tegen de andere jongens die we flink lieten voelen wat een tackle was.. Een dag voor ons vertrek moesten we hard werken, want het was een bende van jewelste geworden. Mijn vader riep regelmatig:” Hee, jongens kom op zeg, het is hier geen kampong!” Zeg daar nu eens wat van Elly!” Ik ben met de auto bezig. Maar mijn vader bleef zitten op 1 van de klapstoelen en keek genoegzaam naar de ander camping gasten.

Elly, kijk die eens wat een boel kinderen, ik tel er 7. Adoe Guus, het zijn Italianen!

En na een lange reis en dicht bij de Nederlandse grens  de vaste afuiting: een Duitse maaltijd met pommes ter afsluiting van onze zomervakantie.

In de straat  loeide de claxon een paar keer en kwamen de straatbewoners naar onze auto die bedekt door vuil en stof van alle kanten werd bekeken. Onze straat met de was niet veranderd.

Thuis begon het ritueel van de aangekondigde en niet aangekondigde bezoeken alsof het normaal was.

Makan? Ja, graag mevrouw Elly.

 

 

Categorieën: Algemeen

Nummer 22

Verwarde, inmiddels (na alle jaren hiervoor) Anno 2022- Juli 3 minder verward, en mede oprichter van het Absurdistisch Verbond met als mede lid en co oprichter Kees Schilder "Paco Painter"en zijn andere alter ego's. (De inmiddels emeritus) Prof.dr.mr.ir. R. Leijdecker (1955) van het O.I.L. Onderzoeks Instituut Leijdecker waarnemer, beschouwer en publicist over maatschappelijke ontwikkelingen met een knipoog. Een flinke knipoog! Reiziger over onze aarde (4 x helemaal rond ) kijker en luisteraar naar anderen. Eigenlijk, de Eigenheimer onder de eigenheimers, maar dat alles geheel terzijde.

8 reacties

StreekSteek · 14 oktober 2016 op 13:20

Mooi inkijkje; geslaagde impressie.

    Nummer 22 · 14 oktober 2016 op 15:13

    Dank voor jouw compliment! Dat was ook een beetje mijn opzet.

Mikescolumnhoekje · 14 oktober 2016 op 14:01

het voelt alsof ik erbij was, netjes!

    Nummer 22 · 14 oktober 2016 op 15:14

    Mike, dank . Je had genoten van die sfeer. Het was een uitzondering dat er toen ver op vakantie werd gegaan.

    Grazie!, Saluti Cordiali.

NicoleS · 14 oktober 2016 op 18:17

Voelt als een warm gezin, Nummer 22. Fijn.

Nummer 22 · 14 oktober 2016 op 20:13

Dank Nicoles. Koester elke herinnering!

Mien · 17 oktober 2016 op 11:38

Een reisverhaal in meerdere opzichten. Herken de Indische taferelen wel.

emaessen · 17 oktober 2016 op 19:21

Mooi geschetst beeld van het Indisch milieu. Paar slordigheidjes bij het corrigeren en voor mij wat lang zo.

Ik heb gegaan met een Indische en mis toch vooral het eten.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder